31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2019

In de brief van 28 maart jl. verzoekt de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om – in het kader van de Operatie Inzicht in Kwaliteit – de opzet van de beleidsdoorlichting hoger onderwijs (nieuwe stijl) voor te leggen aan de Kamer. Hierbij ontvangt u de gevraagde informatie.

De Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) schrijft voor dat elk beleidsartikel elke vier tot zeven jaar doorgelicht wordt. De vorige beleidsdoorlichting «Prestaties van leerlingen en studenten omhoog, 2010–2014» is van 30 november 2015 en betrof: po, vo, mbo en ho. De voorliggende beleidsdoorlichting bestrijkt de periode 2015 tot en met 2018 en richt zich op het hoger onderwijs: artikel 6 (hbo) en artikel 7 (wo) van de begroting van het Ministerie van OCW.

Op 10 september 2018 heeft uw Kamer de opzet en vraagstelling van de beleidsdoorlichting nieuwe stijl1 ontvangen. Daarnaast heeft uw Kamer op 12 november 2018 een reactie gekregen op vragen over de opzet van de beleidsdoorlichting2 van de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De opbrengst van de beleidsdoorlichting wil ik gebruiken voor de komende Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek én om een verbeterslag te maken in het evaluatie-instrumentarium gericht op het hoger onderwijs. Het is nu nog niet altijd mogelijk om een goede koppeling tussen beleid en uitkomsten te leggen. Ook is er in de loop van de jaren veel overlap tussen de verschillende evaluatie-instrumenten ontstaan. Deze beleidsdoorlichting vindt daarom plaats in afstemming met de Operatie Inzicht in Kwaliteit3. Het doel van deze operatie is om de maatschappelijke impact van beleid te vergroten.

De beleidsdoorlichting van artikel 6 (hbo) en artikel 7 (wo) bestrijkt drie belangrijke inhoudelijke doelstellingen van het hoger onderwijsbeleid:

  • de toegankelijkheid van het hoger onderwijs;

  • de kwaliteit van het hoger onderwijs;

  • de doelmatigheid en rechtmatigheid van de uitgaven aan hoger onderwijs.

Zoals ook vermeld in de brief van 10 september 2018 (referentie 1379320), staan daarbij de volgende vragen centraal:

  • 1. Hoe ziet het beleid gericht op toegankelijkheid, kwaliteit en doelmatigheid eruit in de periode 2015–2018 en hoe heeft zich dat sinds de vorige beleidsdoorlichting ontwikkeld? Is er sprake geweest van doelbereik? In hoeverre is het beleid in de periode 2015–2018 doeltreffend en doelmatig geweest en welke verbeteringen zijn mogelijk?

  • 2. Op welke wijze kan er beter inzicht ontstaan in de doeltreffendheid en doelmatigheid van dit beleid?

    • a. In hoeverre maakt het onderliggende evaluatiemateriaal uitspraken mogelijk over doeltreffendheid en doelmatigheid van dit beleid?

    • b. Welke oorzaken zijn aan te wijzen voor eventuele hiaten in het onderliggende evaluatiemateriaal om uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid? Daarbij kan gekeken worden naar de beschikbaarheid van relevante gegevens, de ingezette evaluatie-instrumenten, de planning van evaluatie-instrumenten, etc.

    • c. Wat is er nodig om state of the art beleid in de toekomst doeltreffend en doelmatig te kunnen ontwerpen, uitvoeren, monitoren en evalueren?

Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) van NWO zal zorgdragen voor de uitvoering van de beleidsdoorlichting. Daarmee is gekozen voor een meer wetenschappelijke aanpak. De NRO-Commissie Beleidsdoorlichting Hoger Onderwijs bestaat uit de volgende leden:

  • Prof. dr. Marijk van der Wende (voorzitter) (Universiteit Utrecht)

  • Dr. Maarja Beerkens (Universiteit Leiden)

  • Dr. Jonneke Bolhaar (CPB)

  • Prof. dr. Wieger Bakker (Universiteit Utrecht)

  • Prof. dr. Martin Valcke (Universiteit Gent)

  • Prof. dr. Paul Zoontjens (Universiteit Tilburg)

Deze leden zijn onafhankelijke onderzoekers en experts met betrekking tot het hogeronderwijsbeleid, voor zowel het hoger beroepsonderwijs als het wetenschappelijk onderwijs.

De NRO-commissie is nog bezig met haar werkzaamheden. Daarom is het niet mogelijk om uw Kamer op korte termijn de beleidsdoorlichting te sturen. De planning van de beleidsdoorlichting is erop gericht om tijdig input te kunnen leveren voor de Strategische agenda. Eind 2019 ontvangt uw Kamer zowel de beleidsdoorlichting als de Strategische agenda.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstuk 31 511, nr. 28.

X Noot
2

Kamerstuk 31 511, nr. 30.

X Noot
3

Kamerstuk 31 865, nr. 118.

Naar boven