31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nr. 15 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 maart 2015

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 18 december 2014 over Beleidsdoorlichtingen «Scholen en instellingen met een ambitieus leerklimaat» en «Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk» (Kamerstuk 31 511, nr. 12).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 maart 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Wolbert

Adjunct-griffier van de commissie, Meelker

Vraag 1

Waarom zijn er drie hoofdlijnen in het beleid inzake een ambitieus leerklimaat?

De beleidsagenda uit de begroting OCW 2012 van het vorige kabinet had als centrale doelstelling het verhogen van het prestatieniveau van leerlingen en studenten. Om die doelstelling te realiseren zijn verschillende subdoelstellingen geformuleerd, waaronder het bevorderen van een ambitieus leerklimaat op scholen en instellingen. Om dat leerklimaat te versterken is ingezet op drie sterke en beproefde instrumenten: opbrengstgericht werken, extra onderwijstijd en verscherpt toezicht. Dit kabinet continueert die aanpak.

Vraag 2

Bij welke maatregelen is geen evaluatie gepland en waarom niet?

Alle instrumenten die zijn ingevoerd, zijn of worden geëvalueerd.

Vraag 3

Waarom is de beleidsdoorlichting «Brede scholen» toegevoegd aan de beleidsdoorlichting «Ambitieus Leerklimaat»?

Op 1 juli jl. hebben wij uw Kamer op de hoogte gesteld van de uitkomsten uit de evaluatie van de brede scholen en onze beleidsreactie daarop (Kamerstuk 31 293, nr. 207). Brede scholen zijn een manier om de «onderwijstijd» van leerlingen uit te breiden; daarom is dit onderwerp ondergebracht in deze beleidsdoorlichting.

Vraag 4

Wanneer verwacht u dat alle scholen wel opbrengst gericht werken?

In het primair en voortgezet onderwijs is ruimte voor verbetering in opbrengstgericht werken. In het bestuursakkoord voor de sector primair onderwijs 2014–2020 is met PO-Raad afgesproken dat scholen en besturen in 2017 werken met een planmatige cyclus van kwaliteitszorg. Opbrengstgericht werken in de klas is een belangrijke bouwsteen van kwaliteitszorg. In het sectorakkoord voortgezet onderwijs 2014–2017 staat dat schoolbesturen in het kader van hun school- en onderwijsverbetering in hun professionaliseringsbeleid prioriteit geven aan het verbeteren van vaardigheden op het terrein van opbrengstgericht werken. Wij verwachten dat scholen op dit punt duidelijke vooruitgang kunnen boeken. De begroting van OCW van 2015 geeft dan ook aan dat in het primair onderwijs meer scholen een in alle opzichten deugdelijke kwaliteitszorg kunnen hebben en dat in 2020 alle scholen voor voortgezet onderwijs opbrengstgericht werken. Op verschillende onderdelen van opbrengstgericht werken functioneren veel scholen voor primair en voortgezet onderwijs al goed.

Vraag 5

Doen alle scholen mee aan de prestatiemonitor die de VO-raad heeft ontwikkeld?

Niet noodzakelijk. Scholen kunnen zelf kiezen of zij gebruik maken van de prestatiemonitor «opbrengstgericht werken» van de VO-Raad.

Vraag 6

Wordt er gemeten of de per stad opgestelde specifieke streefdoelen rondom het achterstandenbeleid worden gehaald? Zo ja, zijn die metingen beschikbaar?

Per stad wordt gemeten of men de afgesproken streefdoelen heeft gehaald. Dat is tussentijds gebeurd in 2013–2014 en zal vanaf eind 2015 weer gebeuren. Het resultaat van de tussentijdse meting is op 24 november jl. aan uw Kamer toegestuurd (Kamerstuk 31 293, nr. 228). De Onderwijsinspectie verwacht de eindmeting in december 2016 af te ronden; u ontvangt het rapport te zijner tijd.

Vraag 7

Wanneer worden de wetenschappelijke onderzoeken naar de effecten van verlengde leertijd uitgevoerd?

Op 20 juni jl. heeft uw Kamer een brief ontvangen met de resultaten van de pilot onderwijstijdverlenging in het basisonderwijs (Kamerstuk 31 293, nr. 206). In die brief staat ook het resultaat van wetenschappelijk onderzoek naar het effect van verlengde onderwijstijd op de toetsscores van leerlingen voor rekenen-wiskunde en begrijpend lezen. Voor de volledigheid wijs ik u nog graag op de evaluatie van de schakelklassen die eerder is uitgevoerd en die u op 25 juni 2009 hebt ontvangen (Kamerstuk 31 293, nr. 42).

Naar boven