Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2024
Uw Kamer heeft op 12 juni jongstleden onder andere twee moties van het lid van Zanten
(BBB) en een motie van het lid Soepboer (NSC) aangenomen. De moties van het lid Van
Zanten verzoeken het kabinet de eerdere definitie ten aanzien van passend onderwijs
aan te houden waarin sprake is van deels gescheiden aanbod en deels gedeeld aanbod
van onderwijs en het laten voortbestaan van gespecialiseerd onderwijs op eigen locaties1, en om te onderzoeken op welke wijze er binnen lerarenopleidingen meer aandacht kan
komen voor het begeleiden van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften2. De motie van het lid Soepboer verzoekt het kabinet om het gespecialiseerd onderwijs
duidelijk terug te brengen in haar ambities en daarmee het voortbestaan daarvan te
garanderen voor leerlingen met specialistische onderwijs- of ondersteuningsbehoeften.3
Het lid Van Zanten heeft met de brieven met kenmerk 2024Z10267 en kenmerk 2024Z10746 gevraagd om binnen twee weken een brief van het kabinet te ontvangen over hoe de
door haar ingediende moties worden uitgevoerd. Het lid Soepboer heeft per brief met
kenmerk 2024Z10270 gevraagd om een reactie op de door hem ingediende motie, en hierbij aangegeven dat
deze opgenomen mag worden in de brief die op verzoek van mevrouw Van Zanten wordt
verstuurd. Hierbij stuur ik u mijn reactie op de ingediende moties.
Tijdens het tweeminutendebat heb ik de betreffende moties ontraden omdat deze overbodig
zijn. De moties verzoeken het kabinet namelijk om iets te doen, wat op dit moment
al gebeurt en daarmee lopend beleid is.
Voor de motie van het lid van Zanten en van Soepboer over het gespecialiseerd onderwijs
geldt dat ik tijdens het debat heb aangegeven dat gespecialiseerd onderwijs een belangrijk
onderdeel is van ons stelsel. Dat is op dit moment zo, maar blijft ook zo in de toekomst.
Zoals beschreven in het beleidskader «Met elkaar voor alle kinderen en jongeren»4, dat ik uw Kamer toe heb gestuurd met de brief van 10 mei jongstleden5, is er ook bij inclusief onderwijs nog steeds ruimte voor deels gescheiden en deels
gedeeld aanbod van onderwijs aan leerlingen met en zonder extra ondersteuningsbehoeften.
Daarmee zal er dus altijd een vorm van gespecialiseerd onderwijs blijven bestaan.
De verdere uitwerking hiervan wordt de komende periode met het onderwijsveld opgepakt.
Voor de motie over de lerarenopleiding van het lid Van Zanten geldt dat ik in mijn
brief van 10 mei heb aangegeven dat er op dit moment al een verdiepend onderzoek loopt
naar de toerusting en ondersteuning van leraren in het funderend onderwijs en middelbaar
beroepsonderwijs. De uitkomsten van dit onderzoek worden in ieder geval geadresseerd
in het Opleidingsberaad leraren om zo te bezien hoe deze een plek kunnen krijgen binnen
de lerarenopleiding. De resultaten van het onderzoek worden naar verwachting in de
zomer opgeleverd. Zoals toegezegd tijdens het debat informeer ik uw Kamer na de zomer
over de uitkomsten van het onderzoek en de vervolgacties.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul