Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2023
In september 2022 heeft uw Kamer een brief ontvangen aangaande het onderwijs en de
ondersteuning voor kinderen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS). De brief is geschreven
door een moeder van een jongen met ASS die thuis zit, zonder passend ontwikkel- of
onderwijsaanbod. Dat is schrijnend. Zeker omdat uit de brief blijkt dat de jongen
toen hij wel op een goede plek zat, volgens zijn moeder met stappen vooruit ging.
Zoals u weet werk ik aan maatregelen om het passend onderwijs te verbeteren en werk
ik daarnaast samen met de Staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport aan
de verbinding tussen onderwijs en zorg. Geen kind zou onnodig thuis moeten zitten,
zonder de kans om zich te ontwikkelen.
Het is de taak van samenwerkingsverbanden en scholen om – samen met (jeugd)zorgorganisaties
en gemeenten – de zorg en ondersteuning op school te organiseren en te voorzien in
een dekkend aanbod zodat alle kinderen de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.
Ook voor kinderen met ASS.
Ten behoeve van een goede reactie op deze brief heb ik enkele gesprekken gevoerd met
experts op het gebied van ASS en de ondersteuning van kinderen met ASS op school.
Deze gesprekken maakten wederom duidelijk dat geen enkel kind met ASS hetzelfde is.
ASS is een spectrum en dat betekent dat kinderen met ASS een zeer diverse ondersteuningsbehoefte
hebben. Zo wordt bijvoorbeeld onderscheid gemaakt in hoog- en laagfunctionerende vormen
van ASS. Dit onderstreept het belang dat ook op school aandacht is voor de ondersteuning
aan kinderen met autisme.
Het is belangrijk dat op school – door leraren en bijvoorbeeld intern begeleiders
– signalen van ASS kunnen worden herkend zodat hierop kan worden ingespeeld. Daarnaast
is het belangrijk om op school kennis en expertise te hebben, of deze voor de school
beschikbaar te hebben, op basis waarvan kan worden bepaald welke aanpassingen of extra
ondersteuning noodzakelijk is voor een kind met ASS. Dat kan bijvoorbeeld bestaan
uit «pre-teaching» – kort voor de les extra instructie om zo de verwachting duidelijk
te maken – of een aangepast rooster met minder wisselingen en minder onrust. Het is
aan de school om hier, geholpen door het samenwerkingsverband, in te voorzien.
Uit mijn gesprekken met de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) is mij duidelijk
geworden dat voor scholen en samenwerkingsverbanden ook het nodige beschikbaar is
om hen hierbij te helpen. Ik ga in overleg met het steunpunt passend onderwijs om
te bezien of extra aandacht hiervoor vanuit hen behulpzaam zou kunnen zijn. Specifiek
op het onderwerp vroeg-signalering van ASS en de ondersteuning voor jonge kinderen
spreek ik ook zelf nog graag verder met de NVA.
In de brief die u mij heeft doorgestuurd wordt ook geschreven over ABA – applied behavioral
analysis. ABA is een behandeling waar de laatste weken veel (media)aandacht voor is
geweest. De Staatssecretaris van VWS heeft reeds aangegeven in gesprek te gaan met
jongeren over ABA om te horen welke klachten daarover bij hen bestaan en om te horen
hoe daar in de praktijk door professionals goed mee kan worden omgegaan. Het is belangrijk
dat een kind zichzelf kan zijn, ook op school. De signalen over ABA neem ik daarom
serieus en ik sluit vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan bij de
stappen die de Staatssecretaris neemt. Daarbij wil ik graag duidelijk stellen dat
het wat mij betreft niet zo kan zijn dat ouders of kinderen onder druk gezet worden
om voor een bepaalde behandeling te moeten kiezen.
Uit de brief van de moeder over haar zoon met ASS spreekt wanhoop. Wanhoop, omdat
het de gemeente, zorg- en onderwijspartijen samen volgens haar niet lukt om een plek
voor dit kind te vinden. Het is voor ouders mogelijk om hulp in te schakelen van een
onderwijsconsulent en in complexe gevallen van stichting Gedragswerk – vaak helpt
dat om een impasse te doorbreken. Ik hoop van harte dat voor het betrokken kind inmiddels
wel een goede ontwikkel- of onderwijsplek is gevonden en reken er op dat door alle
betrokkenen het maximale is gedaan om daar in te voorzien. Mocht daar nog behoefte
aan zijn dan kan ook altijd rechtstreeks contact gezocht worden met mij, bijvoorbeeld
via dennis@minocw.nl.
Zelf werk ik de komende periode door aan meer ruimte voor maatwerk. Bijvoorbeeld in
het experiment onderwijszorgarrangementen en daarop volgende wetstraject, bij het
eenvoudiger organiseren van zorg in onderwijstijd en het voorstel voor een vorm van
doorzettingsmacht. Daarnaast informeer ik u nog voor de zomer over de mogelijkheden
om initiatieven gericht op thuiszitters direct te helpen en ondersteunen, zoals toegezegd
in het debat passend onderwijs op 5 april jl.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma