31 497 Passend onderwijs

Nr. 362 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2020

Hierbij stuur ik u mijn reactie naar aanleiding van uw verzoek van 11 juni 2020.

Ik ben bekend met de betreffende casus. Zoals aangegeven in mijn brief van 3 februari 20201 hebben mijn ambtenaren, samen met ambtenaren van het Ministerie van VWS, regelmatig contact met de ouderraad van de school, het zorgkantoor, de zorgverlener, de school en de betrokken samenwerkingsverbanden. Zo heeft op 15 januari jl. in Valkenburg a.d. Geul een gesprek plaatsgevonden met bovengenoemde betrokken partijen waarin afspraken zijn gemaakt over het proces om te komen tot een oplossing voor de bekostigingsproblematiek. De school moest met het samenwerkingsverband afspraken maken over de benodigde onderwijsondersteuningsbekostiging. Ook moest de school met de ouders tot een afspraak komen over de inzet van zorg in onderwijstijd.

Na het gesprek van 15 januari is er nog meerdere malen contact geweest tussen mijn ambtenaren en de betrokken partijen over de stand van zaken. Zo ook afgelopen week nog met de ouderraad van de Maasgouwschool en het schoolbestuur, tevens de zorgverlener.

De gesprekspartners die ook aanwezig waren bij het gesprek in januari geven aan dat er naar hun tevredenheid wordt gewerkt aan de plannen om te komen tot financiering van zorg in onderwijstijd. Door de nadruk op de maatregelen rondom corona heeft de voortgang op het proces vertraging opgelopen. Inmiddels komen de gesprekken weer op gang.

Mijn ambtenaren volgen deze casus op de voet tot er een goede oplossing is. Zij benadrukken het goed betrekken van alle ouders door de school en zullen dat naar aanleiding van deze brief blijven doen.

Tot slot staat voor mij voorop dat ieder kind recht heeft op de juiste onderwijsondersteuning, onafhankelijk van de hoogte van de toelaatbaarheidsverklaring. De school dient hiervoor zorg te dragen, in samenwerking met het samenwerkingsverband.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 31 497, nr. 344

Naar boven