31 497 Passend onderwijs

Nr. 345 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2020

Op 26 juni 2019 heb ik tijdens het Algemeen Overleg over Passend Onderwijs (Kamerstuk 31 497, nr. 330) toegezegd dat ik de Onderwijsraad (hierna: de raad) zou vragen om te reflecteren op een concept wetsvoorstel over uitbesteding van bekostiging aan particulier onderwijs. Op 8 november jongstleden heb ik hierover een briefadvies ontvangen1. Met deze brief geef ik u mijn reactie hierop.

Uw Kamer heeft mijn voorganger gevraagd om te bezien of bekostiging van particulier onderwijs als tijdelijke oplossing mogelijk gemaakt kan worden, mede naar aanleiding van een motie van de leden Rog en Ypma.2 De huidige onderwijswetgeving biedt daarvoor geen ruimte. Een concept van een wetsvoorstel op hoofdlijnen, dat regelde dat de bekostiging voor leerlingen met complexere psychische of lichamelijke problematiek voor maximaal een jaar zou kunnen worden uitbesteed aan het particulier onderwijs, is begin 2017 voor internetconsulatie voorgelegd. De afgelopen maanden heb ik over dit voorstel ook met het veld gesproken. Vervolgens heb ik de Onderwijsraad gevraagd om een reflectie te geven op dit concept wetsvoorstel.

Op 8 november jl. heb ik van de raad een briefadvies ontvangen waarin hij adviseert om niet wettelijk te regelen dat leerlingen met behulp van bekostiging door het Rijk onderwijs kunnen volgen op een particuliere school.3 In lijn met het advies van de Onderwijsraad en de signalen uit gesprekken met veldpartijen, zoals de sectororganisaties, samenwerkingsverbanden, Steunpunt passend onderwijs, Ouders & Onderwijs, Geschillencommissie passend onderwijs, inspectie, e.a., heb ik besloten om het wetstraject rond het uitbesteden van bekostiging aan particulier onderwijs niet door te zetten. Voor de leerlingen met een complexere ondersteuningsbehoefte zoek ik structurele oplossingen in het publiek bekostigde onderwijs en in de maatregelen waarmee ik samen met de Minister van VWS de verbinding tussen onderwijs en zorg verbeter.

Onderwijsraad: zie af van wettelijk regelen van uitbesteden van bekostiging aan particuliere scholen

De raad bevestigt in het advies dat het op dit moment niet mogelijk is bekostiging over te hevelen naar particulier onderwijs. Ook wijst de raad op de ruimte die de huidige wetgeving al biedt voor maatwerk en passende oplossingen, en signaleert hij dat deze ruimte nog niet altijd goed gebruikt wordt. Voor de leerlingen voor wie geen passend aanbod in het publiek bekostigde stelsel lijkt te zijn, is het volgens de raad noodzakelijk een structurele oplossing binnen het publieke stelsel te organiseren. Uitbesteding aan particuliere scholen, al dan niet tijdelijk, is geen passende oplossing. Uitbesteding – zowel tijdelijk als structureel – doet afbreuk aan de wettelijke zorgplicht van scholen en samenwerkingsverbanden om passend onderwijs te bieden voor alle leerlingen. Daarnaast is de aard van de problematiek van de meeste leerlingen waar de motie op is gericht niet incidenteel, waardoor tijdelijke plaatsing op een particuliere school geen oplossing zou bieden. De raad ontraadt om wettelijk mogelijk te maken om bekostiging over te hevelen naar particulier onderwijs, omdat dit het risico geeft van uitholling van het publieke stelsel.

Beleidsreactie: een passende plek voor alle leerlingen binnen regulier stelsel

Ik zie dat er sinds de inwerkingtreding van passend onderwijs in augustus 2014 flinke stappen zijn gezet door scholen en samenwerkingsverbanden om een passend aanbod te realiseren voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Ik zie en onderken ook dat dit nog niet voor alle leerlingen met een complexere ondersteuningsvraag vanuit het publiek bekostigde stelsel in elke regio is gerealiseerd. Ik begrijp dan ook de wens van de Kamer om oplossingen elders te zoeken. Echter ben ik het ook eens met de raad dat de mogelijkheden binnen het publiek bekostigde onderwijs nog onvoldoende worden benut en dat uitwijken naar particulier onderwijs er juist toe zou kunnen leiden dat aanbod gezocht wordt buiten het publieke stelsel, met uitvluchten en uitholling van het bekostigde onderwijs tot gevolg. In mijn ogen moet het reguliere stelsel goed onderwijs bieden voor alle leerlingen, in lijn met de essentie van passend onderwijs. In het reguliere stelsel worden eisen gesteld aan de kwaliteit van het onderwijs. Ik hecht er grote waarde aan dat deze kwaliteit ook gewaarborgd is voor leerlingen met een complexere ondersteuningsvraag. Om maatwerk en flexibel aanbod voor leerlingen te realiseren zijn recent extra mogelijkheden gecreëerd en deze moeten goed worden benut. Hieronder de maatregelen die hiertoe hebben bijgedragen en die ik de komende periode nog ga uitvoeren.

De mogelijkheid van symbiose, waarbij leerlingen van een school voor speciaal (voorgezet) onderwijs een deel van het onderwijs kunnen volgen in het regulier onderwijs of op een ander school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, is hiervan een voorbeeld.4 Ook kunnen samenwerkingsverbanden een orthopedagogisch en -didactisch centrum (OPDC) inrichten, waar scholen tijdelijk gebruik kunnen maken van de diensten.5

Sinds 1 augustus 2018 kan de inspectie verder toestemming verlenen om in te stemmen met een afwijking van de regels over onderwijstijd vanwege lichamelijke of psychische redenen (Variawet).

Tevens kunnen particuliere initiatieven een nevenvestiging van een school worden, met als doel om het dekkend aanbod binnen het samenwerkingsverband te verruimen. Na een aanvraag van het bestuur van de school en goedkeuring door gemeente en het samenwerkingsverband komen dergelijke nevenvestigingen in aanmerking voor onderwijsbekostiging. Het bestuur van de school is dan ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op deze nevenvestiging.

Verder is in december 2018 de Subsidieregeling begaafde leerlingen PO en VO gepubliceerd. Die regeling heeft tot doel om samenwerkingsverbanden en scholen te stimuleren een dekkend onderwijs- en ondersteuningsaanbod voor begaafde leerlingen op te zetten, uit te breiden of te bestendigen. Samenwerkingsverbanden konden tot 31 maart 2019 een aanvraag indienden voor een subsidie van vier jaar. Nagenoeg alle samenwerkingsverbanden (95 procent) hebben dit gedaan. Hierdoor wordt een enorme impuls gegeven aan het onderwijs aan begaafde leerlingen. Verder is de subsidie voor onderwijs(zorg)consulenten verhoogd en structureel gemaakt. Onderwijs(zorg)consulenten geven ouders en scholen onafhankelijk advies over maatwerkmogelijkheden. De huidige wetgeving biedt – zoals de Onderwijsraad ook stelt – de scholen en samenwerkingsverbanden verder de mogelijkheid om kennis en expertise uit het particulier onderwijs te benutten door deze in te kopen. Al met al zijn dit veel recente mogelijkheden om het aanbod voor leerlingen met een complexere ondersteuningsvraag te verruimen of flexibeler te maken.

Naast de maatregelen die recent zijn ingevoerd, zie ik meer mogelijkheden voor maatwerk die structurele oplossingen kunnen bieden binnen het reguliere onderwijs, juist voor leerlingen met een complexere ondersteuningsbehoefte. Deze mogelijkheden wil ik onderzoeken. Daarbij zie ik kansen in de maatregelen die uw Kamer heeft kunnen lezen in de voortgangsbrief onderwijs en zorg van 30 oktober jl. In deze brief hebben Minister de Jonge en ik aangegeven wat we komende tijd doen om te onderzoeken om waar nodig meer maatwerk mogelijk te maken. Ik benut de eindevaluatie van passend onderwijs in 2020 om eventuele verbeterpunten in het publieke stelsel in beeld te brengen.

In lijn met het advies van de raad en signalen die ik heb gekregen uit gesprekken met veldpartijen, zet ik het wetsvoorstel dat het wettelijk mogelijk zou maken om tijdelijk de bekostiging over te hevelen naar particulier onderwijs daarom niet door. Ik ben er van overtuigd dat de huidige wetgeving, in vergelijking met de situatie van het moment dat de motie van Rog en Ypma werd aangenomen, nu al meer ruimte biedt om voor alle leerlingen een passend aanbod te realiseren en ik ben in het kader van de onderwijszorgarrangementen aan het slag om deze mogelijkheden nog verder te verruimen.

Scholen en samenwerkingsverbanden moeten het uiterste doen om aan hun zorgplicht te voldoen en een passend aanbod voor leerlingen te realiseren binnen het bekostigde onderwijs. Er zijn al veel voorbeelden van waar dit gelukt is. Maar dit kan nog beter en meer. De inspectie blijft er op toezien dat scholen zich aan de zorgplicht houden en geeft herstelopdrachten als dat niet het geval is. De oplossing voor leerlingen met een complexere onderwijsondersteuning ligt niet in het uitwijken naar het particulier onderwijs, maar in het benutten van de mogelijkheden die er zijn binnen het regulier bekostigde onderwijs.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven