31 497 Passend onderwijs

Nr. 307 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID RUDMER HEEREMA C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 297

Voorgesteld 2 april 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het regeerakkoord vraagt om een regeling voor zorg in onderwijstijd, zodat onder andere voor kinderen met een ernstige meervoudige beperking, hun ouders en de betrokken scholen een einde komt aan de bureaucratische rompslomp met allerlei verschillende zorgsystemen, maar dat het uitwerken van die maatregel in wetgeving nog tijd vraagt,

overwegende dat het wenselijk is dat er een samenhangende regeling ontstaat waarbij middelen voor zorg in onderwijstijd zoveel mogelijk direct bekostigd worden, waaraan dan ook de toekenning van middelen voor onderwijsondersteuning kan worden gekoppeld,

voorts overwegende dat het wenselijk is vooruitlopend hierop stappen te zetten om het toekennen van middelen van onderwijsondersteuning te vereenvoudigen, zodat kinderen met een ernstige meervoudige beperking, hun ouders en de betrokken scholen zo goed mogelijk worden geholpen,

verzoekt de regering om, afspraken te maken met samenwerkingsverbanden om kinderen met een ernstige meervoudige beperking op vergelijkbare wijze als in het praktijkonderwijs te bekostigen en op basis van uniforme landelijke criteria een toelaatbaarheidsverklaring met de hoogste bekostigingscategorie vanuit de samenwerkingsverbandmiddelen toe te kennen voor de duur van de hele schoolloopbaan in het (voorgezet) speciaal onderwijs.

Verzoekt tevens, een samenhangende regeling uit de bestaande budgetten bij de ministeries OCW en VWS vorm te geven waarbij de middelen voor zorg in onderwijstijd zoveel mogelijk direct bekostigd worden en waaraan dan ook toekenning van middelen voor onderwijsondersteuning voor leerlingen met een ernstig meervoudige beperking kan worden gekoppeld.

en gaat over tot de orde van de dag.

Rudmer Heerema

Van Meenen

Rog

Bruins

Naar boven