31 482 Cultuursubsidies

Nr. 96 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2015

Tijdens het Algemeen Overleg Cultuur op 2 september 2015 (Kamerstuk 32 820, nr. 169) heeft de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor erfgoed dat als gevolg van de aanvallen van ISIS beschadigd of vernietigd wordt. Ook werden vragen gesteld over de illegale verkoop van cultuurgoederen om internationaal terrorisme te financieren. Ik heb in een brief van 22 oktober1 toegelicht wat Nederland en de internationale gemeenschap doen tegen deze zorgelijke ontwikkeling. In mijn brief gaf ik ook aan dat ik tijdens de Algemene Conferentie van UNESCO in mijn inbreng aandacht zou gaan besteden aan de bescherming van erfgoed in conflictlanden.

Van 3 tot en met 18 november jl. vond in Parijs de 38e Algemene Conferentie van UNESCO plaats. De Algemene Conferentie is het hoogste bestuursorgaan van de organisatie en vergadert tweejaarlijks. Het brede mandaat van UNESCO behelst het bijdragen aan vrede en veiligheid, door middel van het bevorderen van begrip tussen volkeren en de vrije uitwisseling van gedachten, door middel van samenwerking tussen landen op het gebied van onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie & informatie. Als Gespecialiseerde Organisatie van de Verenigde Naties (VN) richt UNESCO zich binnen deze vier pijlers op beleidsadvisering, normstelling en capaciteitsopbouw. UNESCO speelt binnen de VN een belangrijke rol als katalysator van ideeën en kan zo een verbindende rol spelen in internationaal verband. Alle 195 lidstaten en negen geassocieerde leden van UNESCO wisselen tijdens de Algemene Conferentie, veelal aan de hand van resoluties, van gedachten over vele beleidsonderwerpen, gerelateerd aan de doelstellingen van UNESCO. Het Koninkrijk der Nederlanden is lid van UNESCO, daarnaast hebben Aruba, Curaçao en Sint Maarten de status van geassocieerd lid.

Tijdens de Algemene Conferentie wordt een veelheid aan onderwerpen behandeld, variërend van algemeen beleidsmatige en programmatische aard, op de vier inhoudelijke thema’s onderwijs, cultuur, wetenschap en communicatie & informatie, tot lidmaatschapsaanvragen en budgettaire, financieel-administratieve en managementzaken.

Hieronder ga ik in op mijn toespraak namens het Koninkrijk der Nederlanden, de bilaterale gesprekken die ik heb gevoerd en de overige interventies van de Koninkrijksdelegatie op het gebied van erfgoed in conflict.

Als delegatieleider namens het Koninkrijk heb ik de Algemene Conferentie toegesproken. De drie kernboodschappen in mijn toespraak waren: het belang van het thema erfgoed in conflict, vrijheid van meningsuiting & bescherming van journalisten en respect voor diversiteit en de rechten van LHBT. Ik heb benadrukt dat de drie onderwerpen een gemeenschappelijke deler hebben: het gaat om het beschermen van wat waardevol en kwetsbaar is. Het zijn onontbeerlijke hoekstenen van een gezonde en democratische samenleving.

Voor vrede en vrijheid in de wereld moet UNESCO effectief en besluitvaardig functioneren, zodat kwetsbaarheid omgezet kan worden in kracht.

Over erfgoed heb ik gezegd dat het onze identiteit bepaalt en het gezien kan worden als het gezicht van onze landen. Juist daarom is het schokkend erfgoed in de frontlinie van conflict te zien. Ik heb het belang van de leidende rol van UNESCO op het gebied van cultureel erfgoed benadrukt en de directeur-generaal gecomplimenteerd met de manier waarop zij het onderwerp van erfgoed en conflict binnen de VN hoog op de agenda heeft gezet. Ik heb aangegeven dat de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden erop gericht is dat UNESCO hiermee doorgaat. De goede samenwerking met de relevante VN-organisaties, de internationale gemeenschap en met andere partners, waaronder ook niet-gouvernementele organisaties is daarbij noodzakelijk. Naast de coördinerende rol van UNESCO ligt er ook een verantwoordelijkheid bij alle landen zelf om hun acties met elkaar af te stemmen en te ontwikkelen in samenhang met de inzet van UNESCO. Een ander punt dat ik heb benadrukt is de noodzaak van betrouwbare informatie en het verzamelen van data, bijvoorbeeld over de illegale handel in cultuurgoederen.

Tijdens de Algemene Conferentie is overeenstemming bereikt over de strategie: het versterken van de acties van UNESCO voor de bescherming van cultuur en het uitdragen van cultureel pluralisme tijdens gewapend conflict. Dit is een strategie die gezien moet worden in relatie tot al bestaande actieplannen voor de verschillende landen waar op dit moment een gewapend conflict gaande is.

Met de strategie wil UNESCO met de lidstaten onderzoeken hoe experts snel ingezet kunnen worden om cultureel erfgoed te beschermen en schade daaraan te beperken. Ik vind het belangrijk dat is afgesproken dat dit zal gebeuren in nauw overleg met de relevante VN-organisaties en andere internationale organisaties. UNESCO wil verder werken aan een gecoördineerde actie met niet-gouvernementele erfgoedorganisaties verzameld in het International Committee of the Blue Shield2, op basis van een gedeelde visie en prioriteiten. Dit gaat bijvoorbeeld ook over het organiseren van opleidingen als de «First Aid to Cultural Heritage in Times of Crisis», zoals dit voorjaar in Nederland georganiseerd door de Nationale UNESCO Commissie in samenwerking met het International Centre for the Study of the Preservation and Restoration of Cultural Property (ICCROM, Rome) en het Smithsonian Institute (Washington). Vergelijkbare «train de trainers» opleidingen worden door UNESCO en ICCROM, met medewerking van bijvoorbeeld ICOM en ICOMOS, ook georganiseerd in Beiroet (Libanon) voor Syrische erfgoedexperts. Ook hebben de lidstaten van UNESCO toegezegd de inzet van de directeur-generaal van UNESCO te steunen om de bescherming van cultureel erfgoed en culturele diversiteit op te laten nemen in de opdracht van VN-vredestroepen in wereldwijde veiligheidsstrategieën en in vredesprocessen. De positieve resultaten van de VN-missie in Mali, MINUSMA, strekken hierbij tot voorbeeld.

En marge van de Algemene Conferentie heb ik bilaterale gesprekken gevoerd met een breed palet aan gesprekspartners, waarbij ik mij in het bijzonder heb gericht op het thema erfgoed in conflict.

Uit die gesprekken kwam naar voren dat er een breed gedeelde wens is om samen te werken, teneinde de effecten van gewapende conflicten en misdadige acties jegens het erfgoed te beperken. Te meer daar cultuur en cultureel erfgoed onderdeel zijn geworden van een bewuste oorlogsstrategie. In veel gevallen gaat het om erfgoed waarvoor de wereld een gezamenlijke verantwoordelijkheid heeft, bijvoorbeeld omdat het Werelderfgoed is, dat we met elkaar voor toekomstige generaties willen bewaren. In de samenwerking is in het bijzonder behoefte aan de inzet van experts. In mijn eerdere brief aan uw Kamer (Kamerstuk 31 482, nr. 95) gaf ik aan dat ik waar nodig een brugfunctie wil vervullen om Nederlandse kennis en kunde te benutten bij internationale inzet en samenwerking.

Ook kwam in de gesprekken naar voren dat waakzaamheid geboden blijft in verband met de illegale handel en illegale invoer van cultuurgoederen uit conflictgebieden. Volgens UNESCO is de illegale handel uit conflictgebieden in omvang groter dan ooit. Het belang van training van douanepersoneel op dit specialisme werd met name genoemd. In Nederland werken de Erfgoedinspectie en de Douane niet alleen nauw samen bij het ontwikkelen van een systeem van risicoanalyse op controle van cultuurgoederen, maar ook op het gebied van kennisuitwisseling en éducation permanente. Deze praktijk wordt in de internationale netwerken als goed voorbeeld gedeeld.

Daarnaast noemde UNESCO dat het belangrijk is dat het brede publiek zich bewuster wordt van het risico om illegaal uitgevoerd of geroofd cultuurgoed te kopen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het delen van voor dit onderwerp door UNESCO gemaakte videoclips voor verschillende delen van de wereld en specifiek voor Syrië en Irak, bijvoorbeeld via social media. In het verleden heeft Nederland bijgedragen aan dergelijke clips om de bewustwording te vergroten.3

Ik constateer dat er bij de leden van UNESCO een groeiend bewustzijn is dat vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Cultuur, cultureel erfgoed en onderwijs zijn daarbij van cruciaal belang. Ik zal mij daar op nationaal én internationaal niveau van harte sterk voor maken.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Kamerstuk 31 482, nr. 95.

X Noot
2

Het International Committee of the Blue Shield bestaat uit 4 erfgoedorganisaties: de International Council of Museums (ICOM), de International Council of Monuments and Sites (ICOMOS), de International Council of Archives (ICA) en de International Federation of Library Associations and Institutions(IFLA).

X Noot
3

Zie videoclips via http://www.unesco.org/new/en/culture/themes/illicit-trafficking-of-cultural-property/awareness-raising-initiatives/. Nederland droeg in 2011 bij aan clips gericht op het voorkomen van illegale handel uit Afrika en Zuid-Amerika: https://youtu.be/m4o6VZJDsPI en https://youtu.be/838cThaKFdA.

Naar boven