31 482 Cultuursubsidies

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2015

Tijdens het Algemeen Overleg Cultuur op 2 september 2015 (Kamerstuk 32 820, nr. 169) heeft de heer Pechtold (D66) aandacht gevraagd voor erfgoed dat als gevolg van de aanvallen van ISIS beschadigd of vernietigd wordt. Ook stelde hij vragen over de illegale verkoop van cultuurgoederen om internationaal terrorisme te financieren. Ik heb toegezegd in een brief toe te lichten wat Nederland en de internationale gemeenschap doen tegen deze zorgelijke ontwikkeling.

Hieronder zal ik ingaan op de problematiek rond het cultureel erfgoed in de (voormalige) conflictgebieden, in het bijzonder in relatie tot de VN en UNESCO, Nederland en de EU. Vervolgens beschrijf ik de aanpak op het gebied van de illegale handel van cultuurgoederen en de inzet van Nederlandse organisaties. Tot slot ga ik in op de punten die ik zal opnemen in mijn toespraak bij de Algemene Conferentie van UNESCO op 4 november.

Erfgoed en conflict

Wat er in Irak en in Syrië gebeurt met het cultureel erfgoed, en wat eerder is gebeurd in Mali, bezie ik met grote afschuw en baart mij bijzondere zorgen. Ook in conflictsituaties in Jemen en Libië raakt het cultureel erfgoed beschadigd. Cultureel erfgoed is onderdeel van een bewuste oorlogsstrategie geworden of raakt beschadigd door oorlogshandelingen. De beschadiging en vernietiging van cultureel erfgoed tast de kern van een beschaving aan. In veel gevallen gaat het om erfgoed waarvoor de wereld een gezamenlijke verantwoordelijkheid heeft, bijvoorbeeld omdat het Werelderfgoed is, dat we met elkaar voor toekomstige generaties willen bewaren.

De conflicten in Irak en Syrië hebben geleid tot grote gebieden waar geen controle meer is door overheden. Ook erfgoedorganisaties staan machteloos. In die gebieden bevinden zich veel archeologisch erfgoed en vele archeologische vindplaatsen. Ook archieven, bibliotheken en musea zijn niet veilig. In Nederland en in de wereld is geschokt gereageerd op de beschadiging en vernietiging van wereldberoemd erfgoed. Ook hoeders van dit bijzondere erfgoed zijn hun leven niet zeker. Ik noem met name de archeoloog Khaled Asaad die in Palmyra door zijn heldhaftige zwijgen over bewaarplaatsen van archeologisch erfgoed op gruwelijke wijze is gedood.

bijdrage VN, UNESCO

De Verenigde Naties en de gespecialiseerde organisatie UNESCO hebben met afschuw gereageerd op deze ontwikkelingen. Ze hebben onderstreept dat een aanval op erfgoed een aanval is op de beschaving en cultuur van een land en haar identiteit. Het beschadigen en vernietigen van erfgoed kan een oorlogsmisdrijf zijn en verdachten van zulke misdrijven moeten worden vervolgd. En dat gebeurt ook.

Kortgeleden is een eerste verdachte aan het Internationaal Strafhof in Den Haag overgedragen op verdenking van oorlogsmisdrijven in verband met de vernietiging van historisch en religieus erfgoed in Timboektoe, Mali, in 2012. Dit gebeurde op basis van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof dat het «opzettelijk aanvallen richten op gebouwen bestemd voor godsdienst, onderwijs, kunst, wetenschap of charitatieve doeleinden, historische monumenten, [...] mits deze geen militair doelwit zijn» als een oorlogsmisdrijf kwalificeert.

Van de actieve houding van het Internationaal Strafhof heb ik met waardering kennis genomen. De Nederlandse inzet is erop gericht dat landen onderzoek doen naar en vervolging instellen bij internationale misdrijven, zoals ook begaan in Syrië en Irak. Het Internationaal Strafhof heeft een belangrijke rol als «court of last resort», wanneer landen niet bereid of in staat zijn dit zelf te doen.

Ook in Nederland zelf bestaat de mogelijkheid om tot vervolging over te gaan. Zo is strafbaarstelling van bovenstaande handelingen in Nederland voorzien in de Wet internationale misdrijven (WIM), waardoor personen die zich in het buitenland schuldig hebben gemaakt aan dergelijke feiten, hiervoor in Nederland door het Openbaar Ministerie kunnen worden vervolgd. De WIM biedt ook mogelijkheden voor vervolging ten aanzien van andere handelingen gericht tegen cultuurgoederen, bijvoorbeeld diefstal of plundering van een cultureel goed. Deze handelingen moeten, op basis van het Tweede Protocol bij het Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (Haags of UNESCO-verdrag 1954/1999) als strafbare feiten worden aangemerkt.

Voor UNESCO heeft de bescherming van het erfgoed in conflictgebieden de hoogste prioriteit. Voor de verschillende landen bestaan inmiddels aparte strategieën. Voor Irak bestaat bijvoorbeeld sinds 2014 een actieplan met aandacht voor het toezicht houden op het erfgoedbeheer en het nemen van maatregelen in noodsituaties, inclusief het verplaatsen van roerend erfgoed dat bedreigd wordt.

Tijdens de aanstaande Algemene Conferentie van UNESCO zal een overkoepelende strategie worden aangenomen met als titel «De versterking van UNESCO’s actie voor de bescherming van cultureel erfgoed en het uitdragen van culturele diversiteit in tijden van gewapend conflict». UNESCO onderscheidt in haar aanpak drie fasen: voor, tijdens en na een conflict. UNESCO wil met haar lidstaten het erfgoed minder kwetsbaar maken door het verlies van erfgoed te voorkomen vóór het conflict uitbreekt, de schade te beperken gedurende het conflict en te herstellen na het conflict.

UNESCO verstrekt ook informatie aan overheden, waardoor bijvoorbeeld Nederland bij militaire acties in Irak rekening kan houden met de locaties van de Werelderfgoedsites. Met een wereldwijde publiekscampagne «#Unite4Heritage» laat UNESCO een tegengeluid horen tegen terroristische groeperingen en vergroot zij het bewustzijn, vooral onder jongeren, over de waarde van erfgoed voor iedere samenleving.

bijdrage van Nederland

Nederland steunt het werk van UNESCO door actief betrokken te zijn bij de erfgoedverdragen en door de betaling van verplichte en vrijwillige contributies. Nederland draagt extra bij aan de uitvoering van het Werelderfgoedverdrag door het Netherlands Funds in Trust. Dit fonds ondersteunt jaarlijks verschillende projecten om (potentieel) werelderfgoed (verder) te ontwikkelen. Een voorbeeld daarvan is het herstel van enkele mausolea in Timboektoe in Mali, waar na een vredesakkoord inmiddels aan de wederopbouw is begonnen.

Nederland spant zich in om de kennis over erfgoedbeheer in conflictgebieden te vergroten. Ik was in april aanwezig bij de afsluiting van de door de Nationale UNESCO Commissie georganiseerde cursus in Nederland First Aid to Cultural Heritage in Times of Crisis. Deze training is door de Commissie georganiseerd in goede samenwerking met het International Centre for the Study of the Preservation and Restoration of Cultural Property (ICCROM, Rome) en het Smithsonian Institute (Washington). Diverse Nederlandse organisaties, waaronder het Prins Claus Fonds, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Nationaal Museum van Wereldculturen, de Reinwardt Academie, het Ministerie van Defensie en Helicon Conservation Support BV waren betrokken bij de cursus.

22 internationale deelnemers, uit o.a. Syrië, Afghanistan, Iran, Haïti en Cambodja, werden in vier weken getraind in «eerste hulp» voor cultureel erfgoed in conflict- en rampgebieden. Deze training gaat uit van het «train-de-trainer»-principe. Na de cursus in Nederland hebben de deelnemers uit Zimbabwe, Mali en Oekraïne al een vervolg gegeven in eigen land. Het Prins Claus Fonds steunde een aantal van de workshops, o.a. in Mali en Oekraïne. In 2016 vindt de volgende First Aid-cursus plaats bij het Smithsonian Institute in Washington. Vergelijkbare trainingen worden door UNESCO en ICCROM ook georganiseerd in Beiroet (Libanon) voor Syrische erfgoedexperts. Ook hier is het de bedoeling dat de verworven kennis door wordt gegeven aan andere teams in het land.

Daarnaast vergroot de Nationale UNESCO Commissie in Nederland het bewustzijn over de moedwillige vernietiging van cultureel erfgoed bij studenten, academici en erfgoedprofessionals via symposia en lezingen. Zij werken bijvoorbeeld mee aan een symposium van de Museumvereniging en de Nederlandse afdeling van de internationale museumorganisatie ICOM in november voor de Nederlandse museumprofessional. De bijeenkomst heeft als doel de erfgoedprofessional bewust te maken van wat hij kan doen voor de bescherming van cultureel erfgoed in crisisgebieden.

bijdrage EU

Ook de EU besteedt aandacht aan het vernietigen van erfgoed in conflictgebieden. Het Luxemburgs voorzitterschap heeft raadsconclusies voorgesteld die voorliggen bij de OJCS-Raad op 23-24 november a.s. over de rol van cultuur in ontwikkelingssamenwerking en de externe betrekkingen van de EU. Hierin is ook aandacht voor het onderwerp erfgoed en conflict. De Europese Commissie draagt financieel bij aan de actie van UNESCO, bijvoorbeeld in Syrië.

Illegale handel in cultuurgoederen uit conflictgebieden

Tijdens het overleg op 2 september besprak ik met uw Kamer de handel die op gang lijkt te komen vanuit conflictgebieden. Op satellietbeelden zijn gebieden te zien waar systematisch putten in de grond zijn geslagen om archeologische objecten te vinden die kunnen worden verhandeld. De VN Veiligheidsraad heeft op 13 februari in een besluit (Resolutie 2199) de handel in cultureel erfgoed uit Syrië verboden, evenals de handel in olie en wapens. Dit omdat ISIS en daaraan gerelateerde organisaties de opbrengsten uit de illegale verkoop gebruiken voor hun strijd.

Dit besluit sluit aan bij twee in de EU al geldende sanctieregelingen op het gebied van cultureel erfgoed. In de EU en dus ook in Nederland mag geen erfgoed verhandeld of in bezit gehouden worden uit Irak en Syrië als het respectievelijk na 6 augustus 1990 of na 15 maart 2011 uit deze landen is uitgevoerd. Met het kabinet en de Europese lidstaten houden we in de gaten of dit sanctieregime ook naar andere conflictgebieden uitgebreid moet worden.

In de EU wordt de uitwisseling van informatie over de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen uit conflictgebieden geïntensiveerd. Aan deze overleggen nemen vertegenwoordigers deel van zowel douane als organisaties die specifiek toezicht houden op het cultureel erfgoed, in Nederland de Erfgoedinspectie. De Nederlandse politie zet in op samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de politiediensten onder de vlag van Europol en Interpol.

De regelmatige alerteringen door de Directeur-Generaal van UNESCO en b.v. vanuit de internationale museumorganisatie ICOM, zijn voor onze douane en de Erfgoedinspectie belangrijke hulpmiddelen om risico’s in te schatten en om gericht in actie te komen. Signalen uit de EU en ervaringen in Nederland laten zien dat slechts een enkele keer iets wordt aangetroffen. In Nederland is tot nu toe eenmaal een aantal voorwerpen uit Syrië in bewaring genomen. De voorwerpen worden tijdelijk in het land waar deze worden aangetroffen, bewaard tot de situatie zich normaliseert.

Zowel de ervaringen in Nederland als in Europa bevestigen het beeld dat ik ook van de kunsthandel heb gekregen: er lijkt geen aanzienlijk aanbod van Syrisch of Irakees erfgoed op de Europese markt te zijn. Dit kan betekenen dat dit illegaal opgegraven of uitgevoerd erfgoed verdwijnt naar andere markten, of dat het opgeslagen wordt om op een later moment verhandeld te gaan worden. Het betekent in ieder geval dat we met elkaar nu én in de toekomst zeer alert moeten blijven op illegaal verhandeld erfgoed uit conflictgebieden.

De heer Pechtold heeft mij specifiek gevraagd of er internationaal initiatieven zijn voor de oprichting van veilige bewaarplaatsen of safe havens buiten de conflictgebieden waar erfgoed tijdelijk kan worden ondergebracht. Dit onderwerp zal ook besproken worden bij UNESCO in het kader van de meerjarige strategie voor het erfgoed in Syrië. Overigens wordt nu reeds in de regio, wanneer erfgoed wordt aangetroffen, dit lokaal in bewaring genomen, net zoals dit in de EU gebeurt.

Inzet Nederlandse organisaties

Nederlandse organisaties blijven zich de komende tijd inspannen met hun kennis en expertise. Het Prins Clausfonds (PCF) steunt sinds 2003 met geld uit de begroting voor ontwikkelingssamenwerking eerste hulp aan erfgoed dat beschadigd of vernield is door natuurrampen of conflicten (het Cultural Emergency Response-programma). Het Fonds heeft een wijdvertakt netwerk van lokale organisaties dat het flexibel inzet om na een voorval snel inzicht te krijgen in de schade en in de behoefte aan ondersteuning. In 2014 gaf het PCF steun aan 41 activiteiten in 23 landen, waaronder Mali, Syrië en Irak. Het PCF ondersteunt niet alleen «eerste hulp», maar ook trainingen van ICCROM en van lokale erfgoedexperts in landen als Libanon en Egypte. Ook werkt het PCF, lokaal en internationaal, aan bewustwording dat preventie en snel ingrijpen bij bedreigd erfgoed noodzakelijk is.

Het Rijksmuseum voor Oudheden (RMO) in Leiden zal volgend jaar in een tentoonstelling over de stad Nineveh in Irak het Nederlandse publiek het bijzondere erfgoed van die plek laten zien, de geschiedenis van het oude Assyrische rijk vertellen en veel aandacht aan de huidige situatie besteden. Het museum hoopt daarvoor niet alleen samen te werken met belangrijke musea als het Louvre en het Metropolitan Museum, maar ook met het Iraaks Nationaal Museum. Het RMO heeft zowel in Syrië als in Irak meegewerkt aan archeologische opgravingen. In deze projecten is de samenwerking met de nationale en lokale erfgoedorganisaties steeds belangrijker geworden om kennis en expertise te delen. Ook het Museum Volkenkunde, nu onderdeel van het Museum van Wereldculturen, werkt gedurende decennia samen met collega’s uit Mali.

Dit zijn voorbeelden van hoe er nu en in het verleden vanuit Nederland wordt samengewerkt, en specifieke kennis wordt opgebouwd. Deze activiteiten worden met het bestaande beleid ondersteund. Ik constateer dat er in Nederland veel kennis en kunde bestaat. Waar nodig zal ik een brugfunctie vervullen om de Nederlandse kennis te benutten bij internationale inzet en samenwerking.

Algemene Conferentie van UNESCO

Op 4 november spreek ik de UNESCO Algemene Conferentie (3-18 november) toe. Er staat een groot aantal onderwerpen op de agenda van deze conferentie. In mijn inbreng zal ik ook aandacht besteden aan de bescherming van erfgoed in conflictgebieden.

Ik zal de leidende rol van UNESCO op het gebied van cultureel erfgoed benadrukken en de Directeur-Generaal complimenteren met de manier waarop zij het onderwerp van erfgoed en conflict binnen de VN op de agenda heeft gezet. De inzet van Nederland is erop gericht dat UNESCO hiermee doorgaat, in goede samenwerking met de VN, de internationale gemeenschap en met vele andere partners. Ik noem bijvoorbeeld de samenwerking met Interpol, de World Customs Organisation, de VN organisatie voor georganiseerde criminaliteit UNODC, ICOM en internationale kunsthandelsorganisaties als het gaat om de bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen.

Waar de samenwerking tussen UNESCO en andere VN-onderdelen als de VN Veiligheidsraad leidt tot een effectieve en integrale aanpak, zal ik deze aanmoedigen. In het bijzonder steun ik het opnemen van de bescherming van cultuur- en erfgoeddoelen in de opdracht van VN vredestroepen.

Naast de coördinerende rol van UNESCO ligt er ook een verantwoordelijkheid bij alle landen om hun acties met elkaar af te stemmen en te ontwikkelen in samenhang met de inzet van UNESCO. Voor Nederland betekent het dat we de kennis die is opgedaan tijdens de cursus First Aid voor cultureel erfgoed in crisissituaties delen met anderen.

Een ander punt dat ik zal benadrukken is de noodzaak van betrouwbare informatie en het verzamelen van data, bijvoorbeeld over de illegale handel in cultuurgoederen. Dit zal niet eenvoudig zijn, maar tegelijkertijd is dit nodig om gericht en adequaat te kunnen reageren, bijvoorbeeld met de inzet van safe havens in de regio, indien deze in een behoefte blijken te voorzien.

In deze brief heb ik een overzicht gegeven van de manier waarop Nederland in een internationale context actie onderneemt tegen de verschrikkelijke vernietiging van cultureel erfgoed in conflictregio’s. De huidige situatie vraagt intensieve internationale samenwerking om de effecten van gewapende conflicten en

misdadige acties op het erfgoed proberen te beperken. Ik wil me daar volledig voor inzetten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven