31 482 Cultuursubsidies

Nr. 104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2017

In het verslag van het schriftelijk overleg over het beleidskader internationaal cultuurbeleid voor de periode 2017–20201 heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de resultaten van het onderzoek naar hoe het SieboldHuis in het cultuurstelsel kan worden opgenomen. Alvorens ik dat doe, wil ik nog enige achtergrond over het SieboldHuis schetsen.

Achtergrond

De stichting SieboldHuis (Japanmuseum) is in 1999 opgericht naar aanleiding van een daartoe strekkend initiatief van de gemeente Leiden, Museum Naturalis, het Rijksmuseum voor Volkenkunde en de Universiteit Leiden, en met steun van Japan en de rijksoverheid. Doel van de Stichting is, naast het tentoonstellen van (delen van) de bijzondere collectie die Philipp von Siebold in de 19e eeuw in Japan heeft aangelegd, de organisatie van diverse culturele en wetenschappelijke activiteiten in relatie tot Japan. De collecties die in het SieboldHuis worden getoond, zijn niet in het bezit van het museum zelf, maar maken onderdeel uit van de rijkscollectie in beheer van het Naturalis Biodiversity Center en het Nationaal Museum voor Wereldculturen (Museum Volkenkunde). Deze musea hebben die collectie langjarig in bruikleen gegeven aan het SieboldHuis. Het Naturalis Biodiversity Center en het Museum voor Wereldculturen zijn verzelfstandigde rijksmusea (stichtingen) die voor het behoud en beheer van de collectie worden bekostigd op grond van de Erfgoedwet en voor de presentatie van de collecties voor het publiek in het kader van de Basisinfrastructuur (BIS). De directeuren van de betreffende musea hebben zitting in de Raad van Toezicht van het SieboldHuis.

Naast deze Rijkscollectie bestaat de collectie van het SieboldHuis uit een tiental stuks kaarten in bruikleen gegeven door de Universiteitsbibliotheek Leiden. Daarnaast zijn er enkele kroonluchters uit de Rijkscollectie door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in bruikleen gegeven voor de inrichting van het museum. Het pand, waar Von Siebold zelf 15 jaren in heeft gewoond en dat toen al door hem werd gebruikt om zijn verzameling Japanse curiosa tentoon te stellen voor het publiek, is eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf en wordt gehuurd door de stichting.

Resultaten onderzoek

Voor musea in het OCW-bestel geldt sinds februari 2016 een financiering op grond van twee wettelijke regimes:

Vrijwel de gehele in bruikleen gegeven collectie van het SieboldHuis valt onder de taak die ik op grond van de Erfgoedwet aan Naturalis Biodiversity Center en het Nationaal Museum voor Wereldculturen heb opgelegd. Rechtstreekse financiering aan het SieboldHuis voor collectiebeheer op grond van de Erfgoedwet is daarom niet mogelijk. Er zijn echter twee mogelijkheden voor het SieboldHuis om deel uit te gaan uitmaken van het cultuurstelsel:

  • 1. de subsidieverstrekking aan het SieboldHuis vindt indirect plaats via een museum dat nu al wordt bekostigd op grond van de Erfgoedwet;

  • 2. de subsidieverstrekking aan het SieboldHuis vindt rechtstreeks plaats als gevolg van zelfstandig ingediende subsidieaanvraag voor de periode 2021–2024.

Ad 1) De subsidie verloopt via een zogenaamde moeder-dochterverhouding

Voordeel van deze optie is dat het SieboldHuis «als dochter» kan meeliften met de voorrangspositie die het «moedermuseum» op grond van de Erfgoedwet heeft als het gaat om toewijzing van een subsidieaanvraag in het kader van de BIS. De juridische borging van deze optie wordt meegenomen.

Ad 2) De subsidie verloopt via een aanvraag voor de nieuwe subsidieperiode

Musea kunnen voor publieksactiviteiten en andere activiteiten – niet behorende tot beheer van de collectie in de zin van de Erfgoedwet – subsidie in de BIS aanvragen. Het SieboldHuis heeft voor de lopende periode 2017–2020 geen subsidieaanvraag ingediend en is daarom ook niet beoordeeld door de Raad voor cultuur. Het is niet mogelijk om met terugwerkende kracht een aanvraag in te dienen, maar het SieboldHuis kan dat wel gaan doen voor de komende subsidieperiode.

Ik ben bereid door middel van projectsubsidies de periode naar de nieuwe aanvraagronde te overbruggen. Zoals eerder vermeld heb ik jaarlijks € 300.000 uit mijn begroting beschikbaar gesteld na 2018.

De resultaten van het onderzoek zijn ambtelijk besproken met de directeur-bestuurder en de Raad van toezicht van het SieboldHuis. Zij kunnen zich vinden in de voorliggende scenario’s en willen, voordat zij tot een definitieve keuze over welke financieringsvorm binnen het cultuurstelsel het beste bij het SieboldHuis past, nog enige zaken laten uitzoeken. Ik ben bereid om hen daarin te ondersteunen. Er is voldoende tijd om tot een goede uitwerking te komen, omdat de aanvraagperiode voor het nieuwe cultuurstelsel pas in 2020 van start gaat.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Kamerstuk 31 482, nr. 98, p. 10 en 11.

Naar boven