31 477 Bestrijden witwassen en terrorismefinanciering

Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2024

Op 13 februari 2024 informeerde ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, over het destijds op handen zijnde akkoord op het pakket met Europese wetgevende voorstellen op het terrein van het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering (AML-pakket).1 Ik gaf hierin, onder andere, een appreciatie van de uitkomsten van de onderhandelingen. Met deze brief informeer ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, uw Kamer over de gevolgen van het AML-pakket2 voor de bepalingen uit het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen en doe ik een voorstel voor het vervolg. Daarnaast bied ik u bijgaand de beantwoording aan van de vragen van het lid Van der Lee over de besluitvorming rondom het AML-pakket (bijlage 4) en de reactie op de vragen van uw Kamer over de gevolgen van het AML-pakket3 (bijlage 5). In mijn brief van 13 februari 2024, schreef ik dat het pakket mogelijk ook gevolgen heeft voor de modernisering van de Sanctiewet. De Minister van Buitenlandse Zaken zal uw Kamer op korte termijn in een separate brief hierover informeren.

Een belangrijke kanttekening die ik wil maken voordat ik inga op de inhoud van het AML-pakket, is dat het Europese wetgevingsproces formeel nog niet is afgerond. De stemming van het Europees Parlement over dit wetsvoorstel staat gepland op 24 april 2024.4 Daarna dient de Raad van de Europese Unie formeel in te stemmen met het pakket. Hierop volgt de formele publicatie en inwerkingtreding van het pakket in het Europese publicatieblad.

Vervolgens start een implementatietermijn van drie jaar5, waarna het gehele pakket in het voorjaar van 2027 van toepassing wordt.

De analyse van de gevolgen van het AML-pakket is zodoende vanzelfsprekend onder voorbehoud van de formele instemming van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie met de huidige tekst.

Gevolgen AML-pakket voor wetsvoorstel plan van aanpak witwassen

Het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen is op 21 oktober 2022 ingediend bij uw Kamer. Het bevat vier maatregelen op het terrein van de aanpak van witwassen:

  • 1. een verbod voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren in goederen om transacties vanaf € 3.000 in contanten te verrichten;

  • 2. mogelijk maken van gegevensdeling tussen instellingen behorend tot dezelfde categorie in het kader van het cliëntenonderzoek bij een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme;

  • 3. mogelijk maken van gezamenlijk monitoren van transacties door banken (naast de bestaande wettelijke plicht voor banken om individueel transacties te monitoren);

  • 4. verduidelijking van het gebruik van bijzondere categorieën persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard in het kader van verplichtingen op grond van de Wwft.

Het AML-pakket heeft, nadat deze regelgeving van toepassing wordt, gevolgen voor alle vier de maatregelen uit het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen. De wijze waarop het AML-pakket de maatregelen uit het wetsvoorstel plan van aanpak doorkruist, is nader toegelicht in bijlage 1 bij deze brief. Geen van deze bepalingen uit het wetsvoorstel zal in de huidige vorm gehandhaafd kunnen worden als het AML-pakket in het voorjaar van 2027 van toepassing wordt. Deze vaststelling roept de vraag op welke gevolgen het AML-pakket zou moeten hebben voor het wetstraject van het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen.

Vervolg wetsvoorstel plan van aanpak witwassen6

Op 6 september 2023 verklaarde uw Kamer het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen controversieel. Daarop lieten de Minister van Justitie en Veiligheid en mijn ambtsvoorganger uw Kamer op 2 oktober 2023 weten de verdere besluitvorming rondom dit wetsvoorstel aan het nieuwe kabinet te laten.7 Ondertussen is er in voorbereiding op de politieke besluitvorming door een nieuw kabinet ambtelijk gewerkt aan de uitwerking van mogelijke scenario’s voor het vervolg. U vindt de scenario’s en de bijbehorende voor- en nadelen in bijlage 3 bij deze brief.

Ik vind het om twee redenen onwenselijk om de besluitvorming over het wetsvoorstel verder uit te stellen. Ten eerste heeft het Europese AML-pakket een nieuwe context gecreëerd, nu blijkt dat de bepalingen uit het wetsvoorstel in hun huidige vorm niet compatibel zijn met het AML-pakket.

Ten tweede noopt de naderende deadline van het Herstel en Veerkrachtplan (HVP) tot besluitvorming om een korting van mogelijk 600 mln. te voorkomen.8 Uw Kamer is op 10 oktober 2022 geïnformeerd dat de introductie van een limiet op contante betalingen definitief is opgenomen als mijlpaal in het Nederlandse HVP en het Raadsuitvoeringsbesluit.9 De deadline in het HVP is voor deze maatregel gesteld op 31 maart 2025. Op 30 augustus 2023 is uw Kamer geïnformeerd dat een controversieelverklaring van het wetsvoorstel mogelijk tot een korting zou kunnen leiden.10

Met het oog op de verschillende voor- en nadelen, vind ik twee van de in bijlage 3 genoemde scenario’s reëel. Het wetsvoorstel geheel intrekken en de introductie van de bepalingen meenemen in het implementatietraject van het AML-pakket (scenario 3) heeft de minste juridische risico’s en zal naar verwachting het meest werkbaar zijn in de praktijk. In dit scenario wordt in Nederland het risico op witwassen via contante betalingen van goederen die (in totaal) boven de 3.000 euro komen echter niet aangepakt tot de inwerkingtreding van het AML-pakket. Dit scenario brengt ook een significant risico met zich mee voor een substantiële korting op de HVP-gelden. Daarom heeft het mijn voorkeur om via een nota van wijziging de limiet op contante betalingen boven € 3.000 voor goederen zoveel mogelijk in lijn te brengen met de AML-verordening en de overige bepalingen te schrappen en mee te nemen in het implementatietraject (scenario 2b). Het meenemen van de overige bepalingen in het implementatietraject heeft als voordeel dat de nationale voorschriften op deze terreinen niet uiteen gaan lopen met het AML-pakket. Hierdoor zouden burgers binnen een kort tijdsbestek te maken krijgen met verandering van regelgeving. Bovendien zou het meenemen van de overige bepalingen in het wetsvoorstel de kans op een korting op de HVP-gelden aanzienlijk vergroten, omdat het zoveel mogelijk laten aansluiten van de nationale bepalingen op het AML-pakket veel tijd zal vergen.

De limiet op contante betalingen boven de € 3.000 voor goederen kan waarschijnlijk – indien deze wordt aangenomen door het parlement – in januari 2026 in werking treden. Dit valt buiten de deadline van 31 maart 2025, maar nog binnen de looptijd van het HVP. Op deze manier wordt een witwasrisico geadresseerd, het risico op uiteenlopende regimes in de praktijk zoveel mogelijk verkleind, en wordt ook de kans op het voorkomen van een korting op de HVP-gelden vergroot. 11 Tijdens het Commissiedebat van 24 april ga ik graag met uw Kamer in gesprek hierover.

Tot slot

De introductie van het AML-pakket verstevigt het Europese anti-witwasraamwerk om de effectiviteit van de aanpak van witwassen te verbeteren. De harmonisatie van de regelgeving en de oprichting van een Europese anti-witwasautoriteit verkleint de kans op verschillen in de uitvoering van de verplichtingen voor poortwachters binnen de Europese Unie, zorgt voor meer consistentie in de interpretatie en toepassing van de regelgeving door toezichthouders en creëert – waar nodig – de mogelijkheid van grensoverschrijdend toezicht.

De implementatieperiode wordt benut om te bezien welke gevolgen dit pakket heeft voor de nationale wetgeving op dit terrein en wat er aanvullend mogelijk en nodig is.

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
1

Kamerstuk 31 477, nr. 95.

X Noot
2

De Europese Commissie heeft het AML-pakket in 2021 gepubliceerd. Het bevat een verordening met verplichtingen voor poortwachters (AML-verordening), een richtlijn (AML-richtlijn) en een verordening ter oprichting van de Europese anti-witwasautoriteit (AMLA-verordening).

X Noot
3

Kamerstuk 31 477, nr. 95, Kenmerk 2024D08773.

X Noot
5

Behoudens de bepalingen op basis waarvan procedures moeten worden vastgesteld om personen en organisaties met een legitiem belang toegang te geven tot het UBO-register. Daarvoor geldt een termijn van twee jaar. Hiervoor worden reeds voorbereidingen getroffen.

X Noot
6

Hiermee voldoe ik aan het verzoek van uw Kamer van 22 december 2023 om in te gaan op de stand van zaken aangaande het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen, met kenmerk 36 228/ Kenmerk 2023D51277.

X Noot
7

Kamerstuk 36 228, nr. 14.

X Noot
8

De hoogte van een eventuele korting wordt achteraf bepaald door de Europese Commissie volgens een methodologie met discretionaire ruimte. De hoogte van de korting valt niet met zekerheid te voorspellen, maar kan mogelijk € 600 mln. bedragen.

X Noot
9

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1879. Voorafgaand aan de indiening is het Nederlandse HVP ook met uw Kamer gedeeld en in het parlement behandeld. Op 28 maart 2022 is het eerste concept van het Nederlandse HVP met uw Kamer gedeeld. Vervolgens is uw Kamer op 14 april 2022 voorzien van een technische briefing, en heeft op 10 mei 2022 een plenair debat over het eerste conceptplan plaatsgevonden. Op 24 juni 2022 is het tweede conceptplan met uw Kamer gedeeld: Kamerstuk 21 501-07, nr. 1897.

X Noot
10

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1970.

X Noot
11

Er is een aantal amendementen ingediend die zien op deze maatregel. Deze zullen aan bod komen in de verdere behandeling van het wetsvoorstel.

Naar boven