Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 31477 nr. 38 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 31477 nr. 38 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2019
Tijdens de regeling van werkzaamheden in uw Kamer op 5 maart 2019 is verzocht om een brief over een aantal recente casussen gerelateerd aan corruptie en witwassen (de zaak Odebrecht, Troika Laundromat en het boek Moneyland) (Handelingen II 2018/19, nr. 58, item 27). Met deze brief kom ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, tegemoet aan dit verzoek van uw Kamer. De recente casussen laten zien dat banken onvoldoende hun verantwoordelijkheden hebben genomen om witwassen te voorkomen. Het is daarom allereerst zaak dat banken hun verplichtingen om hun klanten te kennen, transacties te monitoren en ongebruikelijke transacties te melden bij de FIU voor al hun klanten adequaat uitvoeren. DNB houdt hier toezicht op en zet waar nodig haar handhavingsinstrumentarium in. Om de vinger aan de pols te houden heb ik DNB gevraagd jaarlijks in de zbo-verantwoording uitgebreid te rapporteren over de vervulling van de poortwachtersfunctie door banken en over het toezicht dat door DNB daarop uitgeoefend wordt.
Het kabinet komt voor de zomer met een plan van aanpak om te zorgen dat financiële instellingen, en in het bijzonder banken, hun poortwachtersrol verbeteren. Belangrijke trajecten daarin zijn het vergroten en effectiever maken van samenwerking en informatiedeling, het in beeld brengen van de uiteindelijk belanghebbenden en het versterken van Europees toezicht op financiële instellingen. Na een uiteenzetting van de casussen ga ik nader in op deze trajecten.
Recente casussen
De FIOD doet onder leiding van het Openbaar Ministerie strafrechtelijk onderzoek naar steekpenningen die betaald zijn door het Braziliaanse conglomeraat Odebrecht SA. Het vermoeden is dat Nederlandse vennootschappen op grote schaal het betalen van steekpenningen hebben gefaciliteerd. Het gaat om minimaal 100 miljoen euro die op deze manier door het Nederlandse financiële stelsel is gestroomd. De steekpenningen waren vermoedelijk uiteindelijk bestemd voor buitenlandse ambtenaren en politieke partijen. Het onderzoek is gestart nadat een bank ongebruikelijke transacties had gemeld bij de Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland). Ook vanuit de Belastingdienst kwamen signalen over de opgezette structuren. Dit onderzoek vloeit voort uit het Braziliaanse «Car Wash-onderzoek» naar grootschalige corruptie en wordt uitgevoerd door het Anti Corruptie Centrum (ACC). Het ACC is een onderdeel van de FIOD en werkt nauw samen met andere organisaties zoals de FIU-Nederland, de Rijksrecherche en het Openbaar Ministerie. Omdat er in de casus Odebrecht sprake is van een lopend strafrechtelijk onderzoek kan ik daar geen verdere mededelingen over doen.
Op 4 maart jl. berichtten verschillende media over de inmiddels verkochte Russische Troika Bank die tientallen anonieme bedrijven koppelde in belastingparadijzen aan twee inmiddels niet meer opererende banken in Litouwen. Volgens de berichtgeving kwamen op deze wijze miljarden gelden van dubieuze herkomst Europa en de VS binnen. In totaal zou er bijna een miljard euro vanuit de Litouwse banken bij in Nederland opererende banken terecht zijn gekomen. Het grootste deel daarvan eindigt op rekeningen van Amsterdam Trade Bank (ATB) en GarantiBank. ATB is onderdeel van de Russische Alfa-Bank. GarantiBank is een dochter van de Turkse GarantiBank. Ook ING, ABN AMRO en de Rabobank zijn in dit verband genoemd. Het Openbaar Ministerie en de FIOD hebben aangegeven de door de media aan het licht gebrachte zaken te bestuderen op aanknopingspunten voor een strafrechtelijk onderzoek.
Uw Kamer heeft ook gevraagd het boek Moneyland, van Oliver Bullough te betrekken in deze brief. Dit boek behandelt in brede zin internationale praktijken van belastingontwijking, fraude, witwassen en verhulling van door misdaad verkregen vermogen. Het boek laat zien dat corruptie in stand kan blijven doordat vermogen in ondoorzichtige juridische structuren over de wereld verplaatst wordt. In een interview met NRC op 8 maart jl. geeft de auteur aan dat transparantie over wie wat bezit in Europa een belangrijke maatregel zou zijn.
Aanpak nationaal, Europees en mondiaal
Het kabinet zet in verschillende trajecten in op effectiever tegengaan van witwassen. Het vergroten van de transparantie rond wie achter juridische entiteiten schuilgaat (zoals rond de Troika Laundromat aan de orde is), is een van de speerpunten van dit kabinet in de aanpak van witwassen en de onderliggende delicten waaronder corruptie en belastingontduiking. In dat verband is het register van uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten van belang. Vanaf 10 januari 2020 moet elke lidstaat binnen de Europese Unie voor de in diens lidstaat opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten een openbaar register bijhouden van uiteindelijk belanghebbenden. Dit levert een bijdrage aan het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering, zoals ook de auteur van Moneyland benoemt. Het wetsvoorstel dat het Nederlandse register regelt wordt zeer binnenkort bij uw Kamer ingediend.
Omdat veel partijen die een rol spelen bij het voorkomen en opsporen van witwassen een deel van de puzzel in handen hebben, is samenwerking en informatiedeling van groot belang. Ter implementatie van de wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn regelt het kabinet ten eerste meer mogelijkheden voor publieke partijen om informatie uit te wisselen. Het gaat zowel om informatiedeling tussen integriteitstoezichthouders en prudentiële toezichthouders, als om informatie-uitwisseling tussen integriteitstoezichthouders en onder meer opsporingsinstanties. Het wetsvoorstel hiertoe wordt naar verwachting voor de zomer bij uw Kamer ingediend.
Verder kan de voorgenomen Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden een grondslag bieden voor meer structurele vormen van gezamenlijke gegevensverwerking ten behoeve van de bestrijding van witwassen. Over dat wetsvoorstel heeft de Autoriteit persoonsgegevens (AP) begin januari advies uitgebracht. Naar aanleiding van dat advies is het wetsvoorstel aangepast. Zoals met de AP is afgesproken is dat aangepaste voorstel eind februari opnieuw aan haar voorgelegd. De AP zal haar tweede advies naar verwachting binnenkort uitbrengen. Mijn ambtgenoot van Justitie en Veiligheid streeft ernaar het voorstel daarna snel aan de afdeling Advisering van Raad van State te kunnen voorleggen.
Daarnaast heb ik in mijn agenda voor de financiële sector aangekondigd dat ik samen met de sector, DNB en de AFM onderzoek doe naar de mogelijkheden voor informatiedeling om de uitvoering van het cliëntenonderzoek door financiële instellingen effectiever te maken. Het gaat om informatiedeling tussen publieke en private partijen en om uitwisseling tussen private partijen onderling. Ik zal daarbij ook breder kijken naar mogelijkheden om het systeem als geheel effectiever te maken. Ik denk daarbij zowel aan het cliëntenonderzoek door instellingen, als aan het monitoren van transacties. Voor de zomer informeer ik uw Kamer over de resultaten van dit onderzoek.
Tegelijkertijd onderstrepen de recente casussen dat we op Europees en mondiaal niveau samen stappen moeten zetten. Ik zet mij tijdens Europese en mondiale bijeenkomsten en in gesprekken met mijn collega ministers actief in voor verbeteringen. Zo heb ik mij in Europees verband hard gemaakt voor het uitvoeren van een post-mortem review naar de eerdere witwaszaken waarbij Europese banken betrokken waren. Deze post-mortem review heeft als doel om te identificeren welke factoren daaraan hebben bijgedragen, zodat mogelijke aanvullende acties op de midden en lange termijn kunnen worden bepaald. Deze analyse wordt in september 2019 verwacht. Ik zal mij er voor inzetten dat de uitkomsten van deze analyse zoveel als mogelijk openbaar worden gemaakt.
Aan de hand van de resultaten van het eerder genoemde onderzoek zal ik een verdere Europese inzet bepalen. Ik denk dan ten eerste in Europees verband aan meer mogelijkheden voor informatie-uitwisseling. Ten tweede zet ik in op toezicht op witwassen op Europees niveau. Omdat de geldstromen die betrokken zijn bij witwassen de grenzen van de lidstaten overschrijden, moet geborgd zijn dat er goed toezicht is op deze grensoverschrijdende stromen. De prominentere rol en de uitgebreide capaciteit die de European Banking Authority krijgt voor het toezicht op financiële instellingen op het terrein van witwassen, is een belangrijke verbetering. We moeten op termijn verder gaan om op Europees niveau te borgen dat het toezicht in de hele Unie van hoge kwaliteit is. Het is niet wenselijk dat er grote verschillen bestaan binnen Europa in de mate waarin lidstaten het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en de financiering van terrorisme weten te voorkomen. Dit pleit voor een geharmoniseerde aanpak binnen Europa. Ik werk samen met DNB en de AFM aan een Nederlandse inzet op dit punt voor langere termijn en zal uw Kamer daar voor de zomer over informeren. Vervolgens zal ik mijn Europese collega’s en de nieuwe Commissie hierover actief benaderen.
Ook mondiaal zet Nederland in op het tegengaan van witwassen. In de Financial Action Task Force speelt Nederland een actieve rol bij het opstellen en aanscherpen van internationale standaarden. In lijn met deze standaarden doet Nederland doorlopend onderzoek naar de effectiviteit van het nationale beleid dat gericht is op het voorkomen en bestrijden van witwassen. Op dit moment werk ik samen met de Minister van Justitie en Veiligheid aan een integrale beleidsreactie op enkele onderzoeken die zijn gericht op het op effectieve en risicogebaseerde wijze tegengaan van witwassen.1 Ik informeer uw Kamer hierover in een aantal weken.
Tot slot
Het borgen van de integriteit van ons financiële stelsel vergt constante aandacht. Daarvoor zijn financiële instellingen primair zelf verantwoordelijk. Zij moeten investeren in hun personeel en systemen. Toezichthouder DNB, in samenwerking met FIOD en OM waar het gaat om de strafrechtelijke aanpak, moet zorgen dat de aandacht hiervoor niet verslapt. Het kabinet komt voor de zomer met een plan van aanpak om witwassen nationaal, Europees en mondiaal effectiever tegen te gaan.
Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31477-38.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.