Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2011
In de motie Y van lid Tan van 5 april jl. (Kamerstukken I, 2010/2011, 31 466, nr. Y) is verzocht om een onderzoek naar het gebruik van een zorgpas om beter invulling te geven aan de zeggenschap van de zorgconsument
over het eigen medisch dossier.
Het bijgevoegde rapport1 bevat de resultaten van dit onderzoek dat is uitgevoerd ter verkenning van de mogelijkheden tot realisatie van een elektronische
sleutel (zorgpas), waarmee invulling kan worden gegeven aan de rechten van zorgconsumenten ten aanzien van het eigen medisch
dossier.
Een conclusie van het onderzoek is dat opslag van medische gegevens op lokale gegevensdragers als een USB-stick of een zorgpas
stand-alone geen afdoende toegang tot het medisch dossier biedt. De zorgconsument heeft immers geen (continue) verbinding
met het zorginformatiesysteem van de zorgverlener waardoor de medische gegevens maar in beperkte mate actueel worden gehouden.
Ook kan in geval van nood geen toegang tot medische gegevens worden verkregen want als de patiënt buiten bewustzijn is kan
de met pincode beveiligde USB stick of zorgpas niet worden uitgelezen. Tevens sluit een vanuit overheidswege uitgegeven toegangsmiddel
specifiek voor het verlenen van toegang tot het eigen medische dossier onvoldoende aan bij de interactie tussen zorgconsument
en zorgverlener. Uit onderzoeken in het buitenland (o.a. Engeland en Duitsland) blijkt dat mede daardoor de zorgpas door de
zorgconsument maar beperkt wordt gebruikt en pincodes worden vergeten bij poging tot raadpleging gedurende de behandeling.
Generieke elektronische toegangsmiddelen die volgens het onderzoek wel haalbaar zijn op termijn zijn een uitbreiding op het
huidige DigiD midden en de in ontwikkeling zijnde elektronische Nederlandse Identiteitskaar (eNIK). Beide toegangsmiddelen
zijn niet specifiek voor de zorg bedoeld, maar beogen een breder toepassingsgebied.
De onderzoekers bevelen aan op de kortere termijn de DigiD Middenvariant als hoogst beschikbare vertrouwensniveau voor DigiD
te ontwikkelen om tegelijkertijd een groeipad te definiëren om op de langere termijn invulling te geven aan DigiD met vertrouwensniveau
hoog op basis van de eNIK. Beide toegangsmiddelen kunnen zowel generieke toepassingen als toepassingen in de zorg van een
hoger beveiligingsniveau voorzien. De toegangsmiddelen vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik zal het rapport aan hem doorgeleiden en hierover in overleg treden.
Tevens zal ik dit onderzoek onder de aandacht brengen van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). De inhoud
van het rapport kan mogelijk worden betrokken bij het initiatief met betrekking tot de zelfbeschikking en zeggenschap van
de patiënt via elektronische weg over de gegevens in hun medisch dossier. Wanneer er aanleiding toe is zal ik ook de ervaringen
uit dit initiatief aan de Minister van BZK doen toekomen.
Een andere aanbeveling die door de onderzoekers wordt gedaan is het ontwikkelen van standaarden en de daarbij behorende voldoende
toezichtmogelijkheden voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) samen met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP).
Het bestaande wettelijk kader, alsmede het samenwerkingsprotocol tussen de toezichthouders, biedt de basis om hier toezicht
op te houden. Ik zal tevens standaardisatie van gegevensuitwisseling in de zorg blijven stimuleren en Nictiz hiertoe faciliteren.
Tot slot wordt geadviseerd om te komen tot het koppelen van activiteiten aan reeds lopende regelgevingtrajecten. Ik zal deze
aanbeveling bezien en zo nodig betrekken bij de wetgeving die ik ter uitvoering van de motie van het lid Tan voorbereid.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers