31 460 Project SPEER

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2011

Hierbij zend ik u de voortgangsrapportage van het programma SPEER over de periode 15 september 2010 tot 15 maart 2011. De rapportage is in de gebruikelijke vorm opgesteld. Mijn toezegging tijdens het algemeen overleg van 9 februari jl. (Kamerstuk 31 460, nr. 18) over de personeelsgegevens is in de rapportage verwerkt.

Opzet

In deze rapportage komen achtereenvolgens aan de orde:

  • I samenvattend oordeel;

  • II de uitwerking van de tussenbalans SPEER 2010;

  • III de doelen en de reikwijdte van het programma;

  • IV de financiën, verdeeld in investeringen en exploitatie;

  • V de voortgang van het programma, de planning en de mijlpalen;

  • VI de risico’s;

  • VII de sturing en de beheersing van het programma SPEER, inclusief de onderwerpen audits en (kwaliteits)onderzoeken;

  • VIII overige bijzonderheden.

I Samenvattend oordeel

Zoals besproken tijdens het algemeen overleg van 9 februari jl. zal het programma SPEER in 2014 stoppen. SAP is dan defensiebreed in gebruik genomen en de financiële en materieellogistieke processen zijn gestandaardiseerd, gekoppeld en ondersteund.

In de afgelopen rapportageperiode zijn de daarvoor gestelde doelen, die ook zijn vermeld in het mijlpalenoverzicht, behaald en ik heb er vertrouwen in dat de beoogde eindsituatie in 2014 zal zijn bereikt. Twee ontwikkelingen verdienen hierbij afzonderlijke vermelding.

Ten eerste zullen maatregelen uit de beleidsbrief van 8 april jl. (kenmerk BS 2011011591) van invloed zijn op het verloop van het programma SPEER. In de volgende voortgangsrapportage zal ik hier nader op ingaan.

Ten tweede dienen de risico’s afdoende beheerst te blijven. De aandacht concentreert zich daarbij vooral op de bestaande capaciteitsvraagstukken. SPEER is en blijft daarin een complex project, te meer omdat de reguliere bedrijfsvoering bij Defensie gewoon doorgaat. Dit vereist niet alleen voortdurende managementaandacht en -coördinatie, maar ook forse inspanningen van alle overige betrokkenen bij de defensieonderdelen. De ingebruikneming van Enterprise Resource Planning (ERP) kost veel menskracht, vooral van specialisten. Bij Defensie zijn die schaars en dat geldt ook voor de specialisten die nodig zijn voor SPEER. De personele capaciteit van de programmaorganisatie bij SPEER, van de ondersteuning door IVENT en van de betrokken defensieonderdelen is dan ook een permanent punt van aandacht. Een bijzonder aspect van de capaciteit is de continuïteit van opgedane kennis en ervaring. Ik onderzoek de mogelijkheden om personeel op sleutelposities van SPEER langer op functie te houden.

In de komende rapportageperiode heeft de voltooiing van kernel 1 de hoogste prioriteit. Hierbij worden de financiële en materieellogistieke functies gekoppeld. Op basis van kernel 1 gaat SPEER vervolgens verder met de bouw van de ERP-functies van kernel 2.

Daarnaast zal de Koninklijke marechaussee (KMar) ERP sneller dan aanvankelijk gepland in gebruik gaan nemen. Dit is mogelijk doordat het gebruik van SAP bij de KMar een relatief bescheiden omvang zal hebben. De versnelling past goed in het plan en heeft geen verdringingseffecten tot gevolg. Nog dit jaar zal de KMar als eerste defensieonderdeel volledig zijn overgegaan op ERP.

II Uitwerking van de besluiten van de tussenbalans SPEER 2010

Inleiding

In de vorige rapportage (Kamerstuk 31 460, nr. 14 van 8 oktober 2010) is de Kamer geïnformeerd over de besluiten van de tussenbalans. Deze besluiten hebben inmiddels geresulteerd in uitvoerbare plannen.

Functionaliteiten in kernel 2

Bij de tussenbalans is besloten om kernel 1 volgens plan te voltooien en daarna voor kernel 2 prioriteit te geven aan functionaliteiten ten behoeve van de bevoorradingsketen. Dit zorgt ervoor datoudesystemen in de bevoorradingsketen kunnen worden uitgeschakeld.

Verbeterde werkwijze

Daarnaast was besloten tot een verbeterde werkwijze bij de invoering van ERP. De werkwijze is eind vorig jaar vervolmaakt en in januari ingevoerd voor nieuw te ontwikkelen SAP-functionaliteiten. Inmiddels zijn volgens deze aanpak vijf functionele teams aan het werk die de invoering van ERP begeleiden gedurende het gehele traject van de ontwikkeling via bouw tot en met de migratie naar de nieuwe bedrijfsvoering en het beheer. De voordelen zijn een betere kennisontwikkeling en -overdracht tussen de betrokken partijen.

Plan van aanpak overdracht SPEER naar de lijn

Tegen het eind van 2014 zal het SAP-systeem defensiebreed in gebruik zijn genomen. Ik verwacht de SPEER-organisatie in de aanloop naar 2014 in twee stappen te kunnen opheffen:

  • 1. Wanneer in 2013 de bouw van het systeem (kernel 2) gereed is, kunnen de afdelingen ontwerp&bouw, onderwijsontwikkeling en architectuur worden opgeheven. Zij maken deel uit van de programmaorganisatie die is ondergebracht bij het CDC.

  • 2. In 2014 volgen de andere onderdelen van de SPEER-organisatie. Dit zijn de transitiemanagementorganisatie van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) en de SPEER-afdelingen van de overige defensieonderdelen. Zij voltooien in de loop van 2014 de migratie van de defensieonderdelen naar SAP, inclusief de implementatie van het laatste bouwproduct van kernel 2.

Bij deze stappen zal geleidelijk een aantal taken en verantwoordelijkheden van SPEER overgaan naar de lijnorganisatie om daarmee het gebruik en de mogelijke doorgroei van ERP beheerst te laten verlopen. Daarvoor wordt nu een plan gemaakt. Eerst komt er een inventarisatie van de taken die nu door SPEER worden uitgevoerd, daarna wordt vastgesteld welke taken wanneer en hoe worden overgeheveld naar de lijnorganisatie. Daarna wordt de transitie uitgevoerd.

III Resultaat: doelen en reikwijdte van het programma

De doelstellingen van het programma SPEER zijn vermeld in tabel 1. Bij de reikwijdte is rekening gehouden met de resultaten van de tussenbalans.

Tabel 1, doelstelling, norm, streefwaarde/indicator en stand van zaken van SPEER

Doelstelling

Norm

Streefwaarde/indicator

Stand van zaken

1. de ondersteuning van de defensiebrede bedrijfsvoering en het joint operationeel optreden.

Volledige bevoorradingsketen voorzien van uniforme IV-ondersteuning (één ERP-systeem voor de gehele keten), inclusief de daartoe noodzakelijke koppeling met de financiële administraties.

Onderhoudsketen gedeeltelijk voorzien van uniforme ondersteuning (één ERP-systeem voor alle operationele commando’s)

ERP-technologie volledig in bedrijf gesteld in de functiegebieden financiën, transport, bevoorrading en verwerving.

ERP-technologie gedeeltelijk uitgerold in het functiegebied onderhoud (operationele commando’s en Marinebedrijf)

ERP-technologie is in bedrijf in het financiële functiegebied en wordt conform de tussenbalans stapsgewijs in bedrijf gesteld in het materieellogistieke functiegebied. Zie ook het overzicht in hoofdstuk V.

2. de ondersteuning van het besturingsmodel.

Alle betrokken processen bij de defensieonderdelen gestandaardiseerd en geïntegreerd.

ERP-technologie volledig in bedrijf gesteld in het financiële functiegebied in 2008; in de gehele bevoorradingsketen (inclusief verwerving) eind 2014.

ERP-technologie volledig in bedrijf gesteld in het financiële functiegebied; overige functiegebieden volgen stapsgewijs. Zie ook het mijlpalenoverzicht in hoofdstuk V.

3. doelmatigheidswinst door procesdoelmatigheid en de herbelegging van processen.

Alle besparingen toegewezen aan de defensieonderdelen en ingeboekt in de begroting.

Eerste deel VTE-besparingen van 550 VTE’n vanaf 2014 naar 610 VTE’n in 2016 én € 12 miljoen vanaf 2014 naar € 16 –18 miljoen in 2016.

Deze doelstelling is in de begroting verwerkt en vertaald in een budgettaire korting voor de defensieonderdelen.

4. doelmatigheidswinst en betere beheersbaarheid van het IV-beheer door de uitfasering van de legacy systemen.

Alle grote legacy systemen vervangen door één ERP-systeem.

De meer dan twintig legacy systemen op materieellogistiek en financieel gebied worden uitgeschakeld volgens het migratieplan.

Het oude financiële legacy systeem is uitgefaseerd.

Uitfasering van de overige systemen volgt uit de materieellogistieke migratieplanning. De financiële gevolgen van de tijdelijk hogere uitgaven voor beheer in verband met het gelijktijdige gebruik van SAP en de legacy zijn opgenomen in tabel 5.

IV Financiën

Voor het behalen van de doelstellingen beschikt het programma SPEER in de defensiebegroting 2011 over drie budgetten:

  • Het investeringsbudget ERP/M&F (SPEER). Dit budget is bestemd voor de kosten van het ontwerpen, bouwen en invoeren van het nieuwe informatiesysteem. Dit investeringsbudget maakt deel uit van de ramingen voor «Investeringen Informatievoorziening» op beleidsartikel 26 van de defensiebegroting en is daarin vanwege de omvang afzonderlijk toegelicht.

  • Het investeringsbudget PALS. Dit budget is bestemd voor de bedrijfsgroep IVENT, de interne ICT-leverancier van Defensie, voor het maken van koppelingen tussen de oude informatiesystemen en het nieuwe SAP-systeem. Ook dit budget wordt afzonderlijk toegelicht in de defensiebegroting als onderdeel van de ramingen voor «Investeringen Informatievoorziening» op beleidsartikel 26.

  • Het exploitatievoorbereidingsbudget. Dit budget is bestemd voor de dienstverlening door de bedrijfsgroep IVENT. Het budget voor exploitatievoorbereiding maakt deel uit van de ramingen voor «Exploitatie Informatievoorziening» op beleidsartikel 26.

Het totale budgetvolume van SPEER in de defensiebegroting 2011 is € 424,1 miljoen. Tabel 2 toont hoe deze budgetten in de defensiebegroting zijn verwerkt.

Tabel 2: SPEER budgetten in de defensiebegroting 2011

Tabel 2: SPEER budgetten in de defensiebegroting 2011

Als gevolg van de realisatie in 2010 en een aanpassing van de ramingen kan het totaal met € 1,8 miljoen verlaagd worden tot € 422,3 miljoen. Tabel 3 geeft inzicht in de projectvolumes zoals die zijn toegelicht in de vorige rapportage van 8 oktober 2010, de actuele ramingen, de realisatie tot en met 2010 en de meerjarige ramingen voor de jaren 2011 tot en met 2014.

Tabel 3: Actuele realisatie en raming budgetten Programma SPEER

Tabel 3: Actuele realisatie en raming budgetten Programma SPEER

Toelichting investeringsbudget SPEER

Dit budget is bestemd voor de kosten van de voortbrengingsketen vanaf het ontwerp tot en met de migratie. Deze kosten betreffen vooral uitbesteed werk. Het budget bestaat uit vier kostencategorieën:

  • Programmakosten, waartoe worden gerekend de kosten van regievoering, de inhuur van expertise onder andere voor second opinions en reviews, de aanschaf van licenties, de ontwikkeling van opleidingen en gebruikersinstructies en de training van programmamedewerkers.

  • Ontwerp- en bouwkosten, waartoe worden gerekend de kosten van het ontwerpen van gestandaardiseerde en geïntegreerde financiële en materieellogistieke processen en de kosten van het stapsgewijs ontwerpen, bouwen en testen van nieuwe functionaliteiten in het nieuwe informatiesysteem.

  • Migratiekosten, waartoe worden gerekend de kosten van de stapsgewijze technische en veranderkundige implementatie van het nieuwe informatiesysteem in de defensieorganisatie.

  • Overige kosten, waaronder de «programmareserve», de voorziening om eventuele tegenvallers tijdens de uitvoering van het programma te kunnen opvangen binnen het huidige programmabudget.

Het investeringsbudget ERP/M&F (SPEER) bedraagt € 268,1 miljoen. Dit bedrag dateert van 2008 en is taakstellend. Van het budget is tot en met deze rapportageperiode € 258,0 miljoen verplicht (96 procent). Ten opzichte van de vorige rapportage is de stand van de verplichtingen met € 35,8 miljoen toegenomen, grotendeels als gevolg van nieuwe contracten voor het vervolg van de verschillende migratieprojecten. Van het budget is tot nu toe € 214,3 miljoen uitgegeven (80 procent), een verschil van € 10,3 miljoen ten opzichte van de vorige rapportage.

Tabel 4 geeft per activiteit of project inzicht in de kostenraming volgens de vorige rapportage, de actuele kostenraming, de realisatie tot en met 2010, de meerjarenramingen tot en met 2014 en het verschil tussen de vorige en de actuele meerjarenramingen.

Tabel 4: Investeringsbudget ERP/M&F (SPEER)

Tabel 4: Investeringsbudget ERP/M&F (SPEER)

Toelichting bij de tabel:

  • 1. Het budget van € 268,1 miljoen is taakstellend tot en met het einde van het programma SPEER.

  • 2. De realisatie tot en met 2010 is € 4,0 miljoen lager dan in de vorige rapportage werd verwacht. Dit is onder andere het gevolg van:

    • een deel van de kosten (€ 2,4 miljoen) is doorgeschoven naar 2011;

    • de vervanging van externe door interne medewerkers, wat een kostenverlagend effect heeft (€ 0,2 miljoen);

    • minder inhuur van deskundigheid dan verwacht (€ 0,4 miljoen); en

    • minder trainingen (€ 0,4 miljoen).

    Bovendien is de programmareserve in 2010 doorgeschoven naar 2011 en verder.

  • 3. De onlangs gesloten contracten voor de migratieprojecten zijn in overeenstemming gebracht met de migratieplanning. Als gevolg daarvan is een verschuiving in de meerjarenraming vanaf 2011 ontstaan.

Toelichting investeringsbudget PALS

Het project PALS zorgt voor tijdelijke en permanente verbindingen tussen de bestaande informatiesystemen (de legacy systemen) en het nieuwe informatiesysteem. Die zijn nodig voor de uitwisseling van gegevens tussen systemen. PALS zorgt ook voor koppelingen met externe informatiesystemen, bijvoorbeeld voor elektronisch bankieren en elektronisch bestellen. PALS volgt de planning van SPEER en wordt uitgevoerd door de bedrijfsgroep IVENT. Het budget voor PALS wordt gebruikt voor de financiering van deze interne dienstverlening. Het taakstellende budget voor PALS was € 36 miljoen, maar het kon inmiddels door een herziening van de ramingen met € 1,8 miljoen worden verminderd. Van het budget is nu € 23,4 miljoen verplicht en € 21,0 miljoen besteed.

Tabel 5: Investeringsbudget PALS

Tabel 5: Investeringsbudget PALS

Toelichting bij de tabel:

  • 1. Het investeringsbudget voor PALS is met € 1,8 miljoen verlaagd.

  • 2. De realisatie tot en met 2010 is € 0,9 miljoen lager dan in de vorige rapportage werd verwacht. Een deel van de kosten is doorgeschoven naar 2011.

  • 3. De raming voor 2011 en 2013 is aangepast op grond van de realisatie en een nieuwe schatting van de vereiste personele capaciteit.

Toelichting exploitatiebudget Exploitatievoorbereiding ERP

De interne dienstverlening door IVENT wordt vanuit dit budget betaald. Er zijn zes budgetcategorieën:

  • Kennisoverdracht over de kernels, over het gebruik van infrastructuur ten behoeve van ERP en ten behoeve van het toekomstig beheer.

  • Programmaondersteuning, waarbij IVENT SPEER helpt met vraagstukken over legacy systemen en de technische infrastructuur van Defensie.

  • Datamigratie en -onderhoud ten behoeve van de ondersteuning door IVENT bij dataconversie en datasynchronisatie.

  • Testfaciliteiten, waarbij IVENT helpt bij de besturing van het testproces, het laden van data en het gebruik van de uitrusting voor de test.

  • Landschapbeheer, waarbij IVENT met SPEER samenwerkt voor het gebruik van techniek, voor het ontwikkelen en testen van nieuwe versies en voor het verwerken van wijzigingsverzoeken.

  • ICT-infrastructuur, dit betreft een voorziening voor de ontwikkeling van ICT middelen.

De actuele raming van de kosten van de exploitatievoorbereiding is € 120,0 miljoen. Hiervan is nu € 84,3 miljoen verplicht (70 procent) en € 69,6 miljoen uitgegeven (58 procent). Tabel 6 geeft per activiteit of project inzicht in de kostenraming volgens de vorige rapportage, de actuele kostenraming, de realisatie tot en met 2010, de meerjarenramingen tot en met 2014 en het verschil tussen de vorige en de actuele meerjarenramingen.

Tabel 6: Exploitatievoorbereiding ERP

Tabel 6: Exploitatievoorbereiding ERP

Toelichting bij de tabel:

  • 1. Het budget voor exploitatievoorbereiding is taakstellend tot en met het einde van het programma in 2014.

  • 2. De realisatie tot en met 2010 is € 3,0 miljoen lager dan in de vorige rapportage werd verwacht. Dit is een technische overheveling waarbij een deel van de kosten is doorgeschoven van 2010 naar 2011.

Gelijktijdig beheer van oude en nieuwe informatiesystemen

In de voorgaande rapportages over SPEER is ook ingegaan op uitgaven die feitelijk niet tot het SPEER-budget behoren. Dit betreft de tijdelijk hogere uitgaven voor beheer in de periode 2009 tot en met 2014. Met de gebruikte bouwmethode worden de functionaliteiten stapsgewijs uitgebreid en met de gebruikte migratiemethodiek wordt het nieuwe informatiesysteem stapsgewijs ingevoerd. Dit brengt mee dat het nieuwe SAP-systeem en de oude legacy systemen gedurende de looptijd van SPEER gelijktijdig in bedrijf zijn, wat voor de duur van het programma tot hogere uitgaven voor beheer leidt. De oude systemen worden pas uitgeschakeld wanneer alle eindgebruikers zijn aangesloten op het nieuwe informatiesysteem. Dit is vanaf eind 2014 het geval. De hogere uitgaven voor beheer betreffen het saldo van de beheerkosten van het nieuwe informatiesysteem en de opbrengst als gevolg van de uitschakeling van oude informatiesystemen. In tabel 7 zijn deze uitgaven weergegeven.

Tabel 7: Tijdelijk hogere uitgaven voor beheer in de periode 2009 t/m 2014

Tabel 7: Tijdelijk hogere uitgaven voor beheer in de periode 2009 t/m 2014

Toelichting bij de tabel:

  • 1. Ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage is de raming van de beheerkosten in de periode 2009 tot en met 2014 gedaald met een bedrag van € 7,8 miljoen. Dit komt doordat de ramingen voor de kosten van het technisch beheer en applicatiebeheer van het nieuwe informatiesysteem zijn aangepast, en daarnaast doordat de opbrengsten als gevolg van de uitschakeling van het oude financieel-administratieve legacy systeem GVKKA opnieuw zijn vastgesteld.

Inzet interne en externe medewerkers

Zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg van 9 februari jl. bevat deze voortgangsrapportage een overzicht van het aantal mensen dat in de defensieorganisatie werkzaam is voor het programma SPEER, met afzonderlijk de bedrijfsgroep IVENT. Het in eerdere rapportages gebruikte overzicht is daartoe uitgebreid en aangepast.

Op dit moment zijn in totaal 494 mensen betrokken bij het programma SPEER. Het aantal defensiemedewerkers is 395 terwijl 99 externe krachten het uitbestede werk verrichten. Van de 395 defensiemedewerkers komen er 240 uit de defensieonderdelen en 155 uit IVENT. Tabel 8 geeft per activiteit of project het aantal bij het programma SPEER betrokken defensiemedewerkers en externe medewerkers. De aantallen zijn gerangschikt per defensieonderdeel, waarbij IVENT apart zichtbaar is gemaakt.

Tabel 8: Bij SPEER betrokken medewerkers

Tabel 8: Bij SPEER betrokken medewerkers

Toelichting bij de tabel:

  • 1. De kosten van de inzet van de 240 medewerkers van de defensieonderdelen komen ten laste van de reguliere beleidsartikelen. Defensie rekent de inzet van eigen medewerkers bij projecten en programma’s niet toe aan die projecten of programma’s.

  • 2. De kosten van de inzet van medewerkers van IVENT worden volgens de bestaande afspraken wel intern verrekend. Van de 155 IVENT-medewerkers worden – naar de aard van hun werkzaamheden – 140 medewerkers toegerekend aan het budget voor de exploitatievoorbereiding en vijftien aan het budget voor PALS.

  • 3. De kosten van de inzet van 99 externe medewerkers komen ten laste van het investeringsbudget SPEER.

V Voortgang van het programma, planning en mijlpalen

Inleiding

De uitvoering van het migratieplan is in de afgelopen periode volgens plan verlopen.

Voortgang contracten

Het programma SPEER bestaat uit projecten waarvan een aantal is voltooid, een aantal loopt en een aantal nog moet beginnen. Bij verscheidene projecten wordt de industrie betrokken. In 2003, 2004 en 2006 zijn met partners mantelovereenkomsten gesloten voor de regievoering, het ontwerp en de bouw, de ERP-software, de organisatieverandering en de technische implementatie. Deze mantelovereenkomsten regelen de algemene contractuele bepalingen, waaronder prijzen en tarieven, en hebben een langere looptijd. Gedurende het programma worden per project nadere overeenkomsten gesloten waarin de inzet van een of meerdere partners in detail wordt vastgelegd. Sinds 2003 zijn meer dan 90 nadere overeenkomsten gesloten. Een groot deel daarvan is inmiddels beëindigd.

Projecten die zijn voltooid in de rapportageperiode

Eind november 2010 zijn twee grote datamigraties voltooid. Honderdduizenden basisgegevens in de ketens Grondgebonden Optreden en Zee zijn overgezet naar SAP. Met deze datamigraties heeft ook de gegevensbeheerorganisatie een belangrijke stap vooruit gezet. Alle basisgegevens van artikelen binnen de zeeketen en het ketenproject grondgebonden optreden worden nu door de gegevensbeheerorganisatie in SAP beheerd.

In november en december 2010 zijn vier migratiedeelprojecten uitgevoerd. Het gaat om het materieellogistiekpeloton Oldebroek van het Commando landstrijdkrachten (CLAS), District Noordoost van de KMar, onderdelen van de DMO en onderdelen van de Defensiestaf.

In maart 2011 is ERP ingevoerd bij het herstelpeloton van het 101e CIS-bataljon en het herstelpeloton van het 11e luchtmobiele infanteriebataljon van het CLAS, alsmede de klanten van deze eenheden.

Projecten in uitvoering

Het project Detailontwerp & Bouw (DO&B) dat betrekking heeft op de ontwikkeling van nieuwe en bestaande ERP-functionaliteiten, richt alle inspanning op de voltooiing van kernel 1 waarbij de financiële en materieellogistieke functies worden gekoppeld. Alle zeilen worden bijgezet om deze hoofddoelstelling uit het SPEER programma volgens plan te laten slagen. Op basis van kernel 1 bouwt SPEER dan vervolgens verder aan de functionaliteiten van kernel 2. Het huidige projectbudget voor Detailontwerp & Bouw bedraagt € 77,1 miljoen, waarvan tot nu toe € 69,5 miljoen is uitgegeven.

Het project Data heeft in de afgelopen periode de slotfase bereikt. De benodigde gereedschappen en kennis voor het migreren en beheren van data zijn ontwikkeld en worden aan de lijnorganisatie overgedragen. De nazorg bij de omzetting van data in de zeeketen en de keten grondgebonden optreden wordt uitgevoerd onder aansturing van de gegevensbeheerorganisatie van DMO. Het budget voor Data bedraagt € 9,1 miljoen en is volledig uitgegeven.

In het ketenproject Zee werken twee schepen sinds 2009 met SAP. De migratie van de resterende schepen is afhankelijk van de oplossing van het verbindingsprobleem waarover eerder is gerapporteerd. De uitwerking en beproeving van de oplossing zullen in de tweede helft van dit jaar worden uitgevoerd. Verder bereidt het project zich voor op de overgang in 2012 van het Marinebedrijf naar SAP. Het projectbudget voor het ketenproject zee bedraagt € 15,0 miljoen, waarvan inmiddels € 7,5 miljoen is uitgegeven.

Het ketenproject Grondgebonden Optreden. Na enkele succesvolle migraties naar SAP werkt het project nu aan de ingebruikneming ervan bij het Mariniers Trainingscommando en delen van de DMO in juni 2011. Verder zullen de resterende districten van de KMar versneld worden voorzien van het ERP-systeem, waarmee het eerste defensieonderdeel dat volledig met SAP werkt in 2011 een feit is. Daarnaast is de migratie in voorbereiding van delen van het Commando DienstenCentra (CDC) in november van dit jaar. Dit betreft onder meer de eerste koppeling tussen het materieellogistieke en het financiële domein in SAP. Het projectbudget voor de keten grondgebonden optreden bedraagt € 33,8 miljoen, waarvan tot nu toe € 15,2 miljoen is uitgegeven.

Bij de luchtketen zijn in de afgelopen periode voorbereidingen getroffen voor de migratie van de Alouette III helikopter in dit voorjaar. Verder wordt de overstap van het PC-7 trainingsvliegtuig voorbereid. Het projectbudget voor de luchtketen bedraagt € 12,2 miljoen, waarvan tot nu toe € 5,8 miljoen is uitgegeven.

Het mijlpalenoverzicht

Het onderstaande mijlpalenoverzicht bevat het aangepaste plan.

Tabel 7: Mijlpalenoverzicht (met de wijzigingen t.o.v. de vorige rapportage)

Mijlpaal

Toelichting

Datum gereed

Migratie keten grondgebonden optreden, eerste tranche.

De eerste tranche in de keten grondgebonden optreden wordt voltooid.

Tweede kwartaal 2011

(niet gewijzigd)

Oplevering regulier centraal gegevensbeheer.

De oprichting van de gegevensbeheerorganisatie van DMO is gereed.

Tweede helft 2011

(niet gewijzigd)

Oplevering eerste aanvulling kernel 2.

De eerste deellevering van kernel 2 functionaliteiten is beschikbaar voor de gebruikersorganisatie.

Eerste helft 2012

(niet gewijzigd)

Migratie luchtketen,

tweede tranche (primeur PC-7)

Het eerste deel van kernel 2 functionaliteit is beproefd in de luchtketen.

Eerste helft 2012

(niet gewijzigd)

Migratie maritieme keten,

tweede tranche (migratie Marinebedrijf).

Het Marinebedrijf gaat met het depot over op SAP.

Eind 2012

(was: midden 2012)

Toelichting: herschikking van capaciteit)

Migratie keten grondgebonden optreden, tweede tranche

Deellevering kernel 2 met transportfunctionaliteit is beproefd in de keten grondgebonden optreden.

Midden 2013

(niet gewijzigd)

Oplevering laatste releasekernel 2.

De laatste deellevering van kernel 2 functionaliteiten is beschikbaar is voor de gebruikersorganisatie. De programmaorganisatie van SPEER zal gaandeweg uitfaseren en haar taken overhevelen naar de lijnorganisatie.

Eerste helft 2013

(niet gewijzigd)

Migratie maritieme keten.

De volledige uitrol in de maritieme keten is voltooid.

Eind 2013

(was: 2014)

Migratie luchtketen, opschaling.

De volledige uitrol in de luchtketen is voltooid.

2014

(niet gewijzigd)

Migratie keten grondgebonden optreden, opschaling.

De volledige uitrol in de keten grondgebonden optreden is voltooid. Hierna zullen de Transitiemanagementorganisatie van DMO en de SPEER-afdelingen bij de overige defensieonderdelen worden opgeheven. Taken die daarvoor in aanmerking komen, gaan over naar de lijnorganisatie.

2014

(niet gewijzigd)

VI Risico’s

Ik onderken de volgende risico’s voor het programma.

  • 1. Personele capaciteit. De programmaorganisatie, de defensieonderdelen en IVENT moeten beschikken over personeel dat in kwantitatief en kwalitatief opzicht voldoet aan de eisen van kennis, continuïteit en inzetbaarheid. Dat is een grote uitdaging in de huidige defensieorganisatie. De bezetting van de programmaorganisatie is op dit moment ruim voldoende, maar de ondersteuning door de defensieonderdelen is een punt van aandacht. De beheersing van dit risico is voor Defensie een prioriteit.

  • 2. Capaciteit en kennisopbouw van de beheerorganisatie. Het toenemende aantal migratieprojecten bij de diverse defensieonderdelen en het beheer van zowel het nieuwe SAP als de legacy systemen leggen een groot beslag op IVENT als beheerorganisatie. Bij de tussenbalans is vastgesteld dat de druk op IVENT zo groot is geworden dat de ontwikkeling en de groei van deze beheerorganisatie bepalend zijn voor de voortgang van het programma SPEER. Daarom is een nieuwe, gedetailleerde migratieplanning gemaakt waarbij de capaciteit van IVENT een belangrijk uitgangspunt vormde. De hoeveelheid beheerpersoneel voor SAP is vergroot, waarbij een groot deel van het aanvullend personeel zich thans in een opleidingstraject bevindt. Omdat deze werknemers nog niet volledig inzetbaar zijn, moeten vraag en aanbod van personeel in kwalitatief en kwantitatief opzicht nauwkeurig met elkaar in evenwicht worden gebracht. De tijdige beschikbaarheid van geschikt beheerpersoneel blijft dus een programmabreed risico.

  • 3. Datamigratie en gegevensbeheer. Accuraat databeheer is cruciaal voor het SAP-systeem. In de rapportageperiode zijn grote stappen gezet bij de dataconversie en de opzet van de gegevensbeheerorganisatie van DMO. Het kost echter moeite om de gegevensbeheerorganisatie te vullen met voldoende gekwalificeerd personeel. Aan de vulling wordt voortvarend gewerkt.

VII Sturing en beheersing

Audits en kwaliteitsonderzoeken.

De Auditdienst Defensie (ADD) heeft verscheidene onderzoeken verricht, zoals onderzoeken naar de inrichting van autorisaties om te mogen werken met het systeem naar het gegevensbeheer en naar de ICT-infrastructuur voor SAP. Dit laatste onderzoek heeft geleid tot accreditatie van deze ICT-infrastructuur door de Beveiligingsautoriteit van Defensie.

VIII Overige bijzonderheden

In de volgende rapportage zal ik de Kamer onder andere informeren over de gevolgen van de beleidsbrief voor SPEER.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven