31 410
Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III)

nr. 4
MOTIE VAN HET LID SAMSOM C.S.

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 6 april 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat nieuwe bovengrondse hoogspanningsverbindingen ongewenst zijn;

overwegende, dat indien bovengrondse aanleg van nieuwe verbindingen onvermijdelijk is, er altijd gecompenseerd dient te worden;

overwegende, dat dit in het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening een plaats dient te krijgen;

verzoekt de regering paragraaf 6.9 zo te wijzigen dat de tekst luidt:

«Om een toename van het totaal bovengrondse ruimtebeslag uitgedrukt in kilometers tracélengte van hoogspanningsverbindingen met een spanning vanaf 110 kV zo veel mogelijk te voorkomen, zal het kabinet vastleggen dat aanleg van nieuwe bovengrondse hoogspanningsverbindingen met een spanning van 220 kV en hoger, die niet kunnen worden gecombineerd met bestaande verbindingen zoals beschreven in paragraaf 6.8 onder a, wordt gecompenseerd door bestaande bovengrondse verbindingen met een spanning van 110 kV of 150 kV ondergronds aan te leggen»,

en gaat over tot de orde van de dag.

Samsom

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Van Heugten

Naar boven