31 409 Zee- en binnenvaart

Nr. 252 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2019

Jaarlijks informeer ik u over het aantal scheepsongevallen in de ontwerpbegroting.

Omdat de cijfers uit de Rijkswaterstaat Scheepsongevallen Database nu al beschikbaar zijn, wil ik u daarover separaat informeren. Hieronder volgt een overzicht over het jaar 2018, aangevuld met de cijfers van voorafgaande jaren.

Scheepvaartongevallen Nederlandse deel van de Noordzee1
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Zeer ernstige scheepsongevallen2

4

2

0

0

2

2

1

Ernstige scheepsongevallen3

15

13

12

11

8

124

10

Andersoortige scheepsongevallen5

46

44

28

21

49

16

32

Totaal aantal ongevallen

65

59

40

32

59

30

43

               

Aantal doden (van totaal aantal ongevallen)

13

3

0

0

0

1

0

Aantal gewonden (van totaal aantal ongevallen)

6

2

0

2

3

3

0

X Noot
1

Inclusief vissersvaartuigen, recreatievaart en Nederlandse en buitenlandse koopvaardij.

X Noot
2

Zeer ernstig scheepsongeval is een ongeval waarbij het schip verloren is gegaan, een dodelijk slachtoffer is gevallen, of ernstige schade aan het milieu is ontstaan.

X Noot
3

Ernstig scheepvaartongeval is een ongeval dat geen zeer ernstig ongeval is, dat gepaard gaat met brand, explosie, gronding, contact, slecht weer schade, schade door ijs, rompschade, of vermoedelijke rompschade enzovoort, met als resultaat:

  • structurele schade die het schip niet zeewaardig maakt, zoals lekkage onderwaterschip, uitval voortstuwing, grote schade aan accommodatie, etc., of

  • schade aan het milieu, of

  • averij die sleephulp of walassistentie noodzakelijk maakt.

X Noot
4

Dit getal is een correctie van het in de begroting van 2019 gepresenteerde getal van 11. Bij de validatie van de gegevens van 2018 is een ongeval uit 2017 naar voren gekomen dat eerder – ten onrechte – niet in de cijfers was opgenomen.

X Noot
5

Minder ernstige scheepsongevallen zijn alle overige scheepsongevallen die niet onder de categorieën zeer ernstig of ernstige scheepsongevallen vallen.

Scheepvaartongevallen Nederlandse binnenwateren
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

(Zeer) ernstige scheepsongevallen1

161

136

138

158

164

161

176

Andersoortige ongevallen2

802

858

877

892

1163

961

1173

Totaal aantal ongevallen

963

994

1015

1050

1327

1122

1349

               

Aantal doden (van totaal aantal ongevallen)

4

9

4

6

7

8

2

Aantal gewonden (van totaal aantal ongevallen)

58

27

44

35

38

33

53

X Noot
1

Hier wordt gedoeld op de «significante ongevallen», waar het gaat om ongevallen waarbij een schip niet meer verder kan of mag varen als gevolg van dat scheepsongeval of als er ernstige schade aan lading, infrastructuur of milieu is, en daarbij een stremming van de vaarweg optreedt of als er (in uitzonderlijke gevallen) doden en zwaargewonden te betreuren zijn. Voor de overzichtelijkheid is hier gebruik gemaakt van de termen die bij de Noordzee worden gehanteerd. Het verschil in terminologie voor scheepvaartongevallen op de Noordzee (zeer ernstig en ernstig) en binnenwateren (significant) wordt verklaard door de internationale afspraken die hierover zijn gemaakt binnen IMO (International Maritime Organization).

X Noot
2

Minder ernstige scheepsongevallen zijn alle overige scheepsongevallen die niet onder de categorie (zeer) ernstige scheepsongevallen vallen.

Toelichting

Nederlandse deel van de Noordzee: in 2018 zijn 10 ernstige scheepvaartongevallen en 1 zeer ernstig scheepvaartongeval geregistreerd. De ernstige scheepvaartongevallen zijn als volgt onderverdeeld: koopvaardij (3), visserij (3), werk- en dienstvaart (4) en recreatievaart (1). Doordat één ongeval een aanvaring betrof tussen werk- en dienstvaart en zeevaart komt één ernstig scheepvaartongeval hier tweemaal voor. Het zeer ernstige scheepvaartongeval betrof recreatievaart. Over het jaar 2018 zijn geen scheepsongevallen op de Noordzee geregistreerd met dodelijke slachtoffers.

Nederlandse binnenwateren (inclusief de zeehavens): in 2018 zijn in totaal 1349 ongevallen geregistreerd waarvan er 176 (zeer) ernstige scheepsongevallen waren.

Op de regionale binnenwateren waren in 2018 twee scheepsongevallen met dodelijke slachtoffers te betreuren, waarbij in totaal twee mensen zijn omgekomen.

De toename in het aantal geregistreerde scheepsongevallen is deels te herleiden naar een verbeterde registratie van het aantal geconstateerde ongevallen door de nautisch beheerders. Dit is onder meer te danken aan een betere bewustwording van de noodzaak van een goede registratiegraad bij deze beheerders. Daarnaast is een deel van de toename in scheepsongevallen te herleiden naar het effect van de waterstanden op de rivieren. Door een hoge of juist lage waterstand is er meer risico op aanvaringen met infrastructuur. In het stroomgebied van de Rijn (Waal en IJssel) kenmerkte januari zich door hoge waterstanden en in de tweede helft van 2018 was er sprake van lage waterstanden door de droogte. In 2018 zijn er in dit gebied 80 scheepsongevallen meer geregistreerd dan in 2017. Daarvan vielen 63 ongevallen onder de categorie aanvaringen met infrastructuur (zoals grondingen en aanvaringen met oevers en kribben).

Inzet op nautische veiligheid

Op dit moment is er veel inzet op het verbeteren van de nautische veiligheid. Zo werkt Rijkswaterstaat samen met de beroeps- en recreatievaart in de campagne «Varen doe je Samen» om de veiligheid op het water te vergroten. Deze campagne omvat maatregelen zoals het scheiden van beroeps- en reactievaart op bepaalde trajecten, het geven van voorlichting, het inzetten van mobiele verkeersleiders op het water en het geven van adviezen aan recreatie- en beroepsvaart. Daarnaast worden instrumenten als de loodsplicht ingezet om de veiligheid te borgen in de zeehavens. Ook heb ik afspraken gemaakt met de zeehavens in het Werkprogramma van de Maritieme Strategie over de nautische veiligheid (bijlage bij Kamerstuk 31 409, nr. 184).

Ik houd uw Kamer op de hoogte van de ontwikkelingen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven