31 409 Zee- en binnenvaart

Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2018

Op 31 mei heeft uw Kamer de motie-Van Aalst/Laçin over de toepassing van de CCR-regels aangenomen.1 Na de stemming gaf de heer Van Aalst aan graag zo spoedig mogelijk te vernemen hoe ik deze motie ga uitvoeren.

In antwoord daarop kan ik mededelen dat ik op korte termijn gesprekken zal voeren met verschillende vertegenwoordigers van de binnenvaartsector. Op 10 juli zal ik spreken met de Algemeene Schippers Vereeniging en op 12 juli ontvang ik Koninklijke BLN-Schuttevaer. Deze gesprekken zal ik benutten om een duidelijker beeld te krijgen van de problemen die de sector ondervindt met de internationale regelgeving en de mogelijkheden die ik heb om de sector te helpen.

Daarnaast zal ik onderzoeken op welke wijze in Duitsland wordt omgegaan met de toepassing van de internationale regelgeving, zowel in de wetgeving als in de certificeringspraktijk. Ik zal Uw Kamer voorafgaand aan het AO Maritiem in december over mijn bevindingen informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 31 409, nr. 187.

Naar boven