Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 31332 nr. 87 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 31332 nr. 87 |
Vastgesteld 30 april 2018
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de brief van 7 maart 2018 inzake een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren inclusief tijdpad tussenoplossing (Kamerstuk 31 332, nr. 86).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 26 april 2018. Vragen en antwoorden, voorzien van een inleiding, zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Tellegen
Adjunct-griffier van de commissie, Boeve
Inleiding
Hierbij zend ik u het antwoord op de feitelijke vragen (ingezonden 6 april 2018) van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over mijn brief d.d. 7 maart 2018 inzake een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW) inclusief tijdpad tussenoplossing (Kamerstuk 31 332 , nr. 86).
Bij de beantwoording van deze vragen ga ik ook inhoudelijk in op de door de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ontvangen brief van de
Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW) houdende de aanbieding notitie NVvW m.b.t. transitiefase rekenen in het VO.
In deze brief stelt de NVvW een andere transitiefase voor om het voorstel «een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs» in te voeren. Deze voorgestelde transitiefase is niet haalbaar. De vakvernieuwing die nodig is om het rekenonderwijs in verschillende vakken te integreren, zoals in het voorstel beschreven staat, vraagt naar verwachting net zoveel tijd als curriculum.nu.
Daarnaast kiest deze regering ervoor om het curriculum integraal te herzien. Het is daarom niet logisch om rekenen en wiskunde hiervan los te koppelen. Het voorstel van de NVvW, om rekenen te integreren in andere vakken sluit precies aan bij een van de hoofddoelstellingen van de curriculumherziening: het bevorderen van meer samenhang binnen de onderwijsinhoud. Om deze reden dient dit voorstel als input voor curriculum.nu.
1
Wat is de exacte taak van de ontwikkelteams van curriculum.nu en wat is de visie van de Minister op de rol van deze ontwikkelteams?
De ontwikkelteams, bestaande uit leraren en schoolleiders uit primair en voortgezet onderwijs, werken aan de zogenoemde «bouwstenen» van negen onderscheiden leergebieden. Aan de hand van die bouwstenen zal vanaf 2019 het formele curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs herijkt worden. De ontwikkelteams beschrijven per leergebied op hoofdlijnen wat leerlingen moeten kennen en kunnen in een doorlopende leerlijn van primair naar voortgezet onderwijs. Hierbij houden zij rekening met verschillende niveaus en de afstemming met het voorschoolse onderwijs en het vervolgonderwijs. De ontwikkelteams hebben contact met ontwikkelscholen om ideeën te toetsen en feedback te ontvangen. Ook verzamelen de teams feedback onder vakverenigingen en andere netwerken, vervolgonderwijs, belanghebbenden en belangstellenden. Afhankelijk van de behoeften kunnen de teams verschillende inzichten en experts betrekken, zoals vakverenigingen, bedrijfsleven en wetenschap.
Ik heb er vertrouwen in dat de ontwikkelteams dankzij hun samenstelling en zorgvuldige werkwijze goed bruikbare bouwstenen zullen opleveren waarvoor draagvlak bestaat.
2
Hoe verhoudt de tussenoplossing zich tot het ontwikkelteam rekenen en wiskunde van curriculum.nu en hun visie op rekenonderwijs?
In het kader van curriculum.nu onderzoekt het ontwikkelteam rekenen en wiskunde onder meer op welke manier rekenen een geïntegreerd kan worden in verschillende onderdelen van het curriculum. Ter overbrugging van de periode van nu tot aan de het moment waarop rekenen sterker geïntegreerd is in het curriculum wordt een tussenoplossing ingevoerd. In deze tussenoplossing wordt rekenen onderdeel van het examen en telt het mee voor het behalen van het diploma. Het invoeren van een tussenoplossing in de transitiefase is van belang om de opgebouwde kennis over en motivatie voor het rekenonderwijs vast te houden totdat het herijkte curriculum daadwerkelijk aangepast is.
3
Wordt het vooralsnog voortzetten van de bestaande centrale digitale rekentoets gerechtvaardigd doordat deze niet langer omstreden is?
Het verbeteren en inzichtelijk maken van rekenvaardigheden van leerlingen is en blijft belangrijk. Om die reden wordt de bestaande centrale rekentoets afgenomen tot de tussenoplossing wordt ingevoerd. Het cijfer dat leerlingen behalen op de rekentoets telt niet mee voor het behalen van het diploma, maar het cijfer wordt wel vermeld op de cijferlijst. Deze vermelding heeft als doel om de rekenvaardigheden van een leerling inzichtelijk te maken voor de leerling zelf en voor het vervolgonderwijs.
4
Wat is op dit moment de omvang van de organisatorische overlast van de centrale digitale rekentoets op scholen?
Het Steunpunt taal en rekenen vo ontvangt weinig signalen van organisatorische overlast als gevolg van de huidige rekentoets. Een enkele school geeft aan dat de ICT-voorzieningen onder druk komen te staan tijdens afnameperiodes, maar het merendeel van de scholen geeft aan routine te hebben ontwikkeld in het afnemen van digitale toetsen waardoor in de praktijk geen of weinig sprake is van organisatorische overlast.
5
Vormt een rekentoets op schoolniveau nu al geen zinvol alternatief voor de bestaande centrale digitale rekentoets?
Ik informeer uw Kamer nog dit voorjaar over de invulling en het tijdpad van de tussenoplossing.
6
Wat zijn de consequenties van het voorlopig handhaven van de centrale digitale rekentoets voor de gewenste integratie van rekenen met wiskunde en de andere vakken?
Scholen zijn vrij in de manier waarop zij hun rekenonderwijs vormgeven. Zij kunnen er in de huidige situatie al voor kiezen om rekenen te integreren in andere vakken, daar heeft het voorlopig handhaven van de huidige digitale rekentoets geen invloed op. Er zijn ook goede voorbeelden van scholen die hun rekenonderwijs op deze manier inrichten.
8
Wordt er in een nieuw perspectief voor rekenen in het voorgezet onderwijs daadwerkelijk getoetst?
Het voorstel «Een nieuw perspectief voor de rekenen in het voortgezet onderwijs» van de Nederlandse Vereniging voor Wiskundedocenten (NVvW) adviseert om rekenen te toetsen via het vak wiskunde en andere daarvoor geschikte vakken, waarbij voor leerlingen die geen wiskunde volgen een aparte oplossing gevonden moet worden. Dit voorstel wordt als input meegenomen door het ontwikkelteam rekenen en wiskunde van curriculum.nu.
9
Bestaat gedurende de transitiefase de huidige rekentoets naast de tussenoplossing voor de rekentoets en wordt dan zowel de tijdelijke oplossing getoetst, als de huidige rekentoets?
Dit voorjaar informeer ik uw kamer over de invulling en tijdpad van de tussenoplossing en in hoeverre de huidige rekentoets een rol blijft spelen in de tussenoplossing.
10
Als de tussenoplossing vanaf schooljaar 2019–2020 gaat gelden, betekent dit dat de huidige rekentoets zonder aanpassingen afgenomen blijft worden in schooljaar 2018–2019? Blijft het cijfer dan gelden voor het diploma?
Zoals ik uw Kamer heb geïnformeerd in mijn brief van 7 maart jongstleden blijft de huidige situatie van kracht tot en met het schooljaar 2018–2019. In de huidige situatie wordt de rekentoets wel afgenomen en wordt het cijfer vermeld op de cijferlijst, maar telt het cijfer niet mee voor het behalen van het diploma.
11
Op welke termijn zal «een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs» kunnen worden ingevoerd?
«Een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs» is input voor curriculum.nu. Het is aan de ontwikkelteams in dit traject hoe zij deze input meenemen in de ontwikkeling van de bouwstenen. Deze bouwstenen zullen in het voorjaar van 2019 worden opgeleverd, waarna het formele curriculum zal worden herijkt aan die bouwstenen. Dan zal uw Kamer worden geïnformeerd over het vervolgtraject.
12
Krijgt door de invoering van «nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs» zowel rekenen een structurele plaats in het curriculum, als het toetsen van de rekenvaardigheden?
«Een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs» is input voor curriculum.nu. Het is aan de ontwikkelteams hoe zij deze input meenemen in het ontwikkelen van de bouwstenen voor het herijkte curriculum en hoe zij rekenen positioneren binnen het curriculum. Op de uitkomsten van dit traject kan ik nu niet vooruitlopen.
13
Komt er voor alle schoolniveaus een aparte rekentoets die tenminste even zwaar meetelt als de huidige rekentoets wanneer de curriculumwijziging wordt ingevoerd?
De wijze waarop rekenen in het curriculum wordt gepositioneerd en waarop de rekenvaardigheden van leerlingen kunnen worden getoetst is onderwerp van het bredere debat over herijking van het curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs in het kader van curriculum.nu. Op de uitkomsten daarvan kan ik nu niet vooruitlopen.
14
Wat betekent het voorlopig handhaven van de centrale digitale rekentoets voor de wens van de NVvW1 dat de focus komt te liggen op het rekenonderwijs in plaats van de rekentoets en zo snel mogelijk een doorlopende leerlijn rekenen te ontwikkelen van primair tot voortgezet onderwijs? Wordt dit streven hiermee in de vertraging gegooid?
Het referentiekader rekenen beschrijft een doorlopende leerlijn rekenen van het primair onderwijs tot aan het middelbaar beroepsonderwijs. De rekentoets maakt aan het eind van deze leerlijn in het vo en het mbo inzichtelijk in hoeverre een leerling de referentieniveaus beheerst en is daarmee een instrument voor scholen om te bezien in hoeverre hun doorlopende leerlijn rekenen functioneert en voor leerlingen om inzichtelijk te maken hoe rekenvaardig zij zijn. Scholen zijn daarbij zelf verantwoordelijk voor de inrichting van hun rekenonderwijs. Het voorlopig handhaven van de centrale digitale rekentoets heeft geen invloed op deze situatie.
15
Waarom kiest de Minister voor een langere transitieperiode, namelijk door de uitkomsten van de curriculumherziening af te wachten, in tegenstelling tot de NVvW die staan voor een korte transitieperiode, omdat zij snel de integratie van rekenen met wiskunde en andere vakken willen bereiken en dus pleiten voor snellere implementatie?
De NVvW pleit ervoor om rekenen te integreren in andere vakken (examenprogramma’s). Verschillende examenprogramma’s zouden dan herijkt moeten worden. Als in de eindtermen voor die programma’s meer aandacht zou moet komen voor rekenen, kan dat betekenen dat er minder tijd beschikbaar is voor andere (vakspecifieke) onderdelen van deze examenprogramma’s. Dat vergt dus zorgvuldige afweging, met betrokkenheid van vakdocenten en andere vakspecifieke experts. Vakvernieuwingstrajecten die nodig zouden zijn om het rekenonderwijs in verschillende vakken te integreren zouden daardoor grofweg net zoveel tijd kosten als het proces van curriculum.nu en het vervolg daarop.
In het proces van curriculum.nu wordt op een integrale wijze het curriculum herzien, waarbij één van de hoofddoelstellingen is om meer samenhang binnen de onderwijsinhoud te bevorderen. Het is niet logisch om rekenen (en o.a. wiskunde) los te koppelen van dit proces en daarmee vooruit te lopen op de uitkomsten van curriculum.nu.
Wel is het belangrijk dat de kennis en motivatie voor rekenen in de tussentijd niet verloren gaat. Dit voorjaar informeer ik uw Kamer over de invulling en het tijdpad van een tussenoplossing ter overbrugging tot de invoering van curriculum.nu.
16
In hoeverre wordt het tijdspad uit de notitie van de NVvW van 26 maart 20182 overgenomen door de Minister?
Het tijdpad zoals voorgesteld door de NVvW wordt niet overgenomen omdat zoals in de beantwoording op voorgaande vragen is aangegeven het voorstel «een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs» input is voor curriculum.nu, en vervolgens voor de integrale herijking van het formele curriculum van het primair en voortgezet onderwijs.
17
Worden in zowel de tussentijdse oplossing, als in het eindproduct alle leerlingen getoetst of zijn er groepen leerlingen die uitgezonderd worden?
In de tussenoplossing wordt rekenen onderdeel van het examen voor alle leerlingen in alle niveaus, zoals is opgenomen in het regeerakkoord. Over de verdere invulling van de tussenoplossing informeer ik uw Kamer komend voorjaar.
18
Welke stappen worden ondernomen om het rekenonderwijs in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) te verbeteren en dit te toetsen?
Het kabinet vindt het belangrijk dat ook in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) er goed rekenonderwijs is, zodat de rekenvaardigheden van studenten op orde zijn bij diplomering. Daarbij hoort ook examinering die passend is bij het mbo. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en ik zullen u later dit voorjaar verder informeren over hoe wij hier vorm aan willen geven.
19
Op welke termijn verwacht de Minister dat het alternatief voor de rekentoets wordt ingevoerd? Per wanneer verwacht de Minister dat het beroepsgerichte rekenonderwijs in het mbo kan worden ingevoerd?
Uw Kamer wordt nog dit voorjaar geïnformeerd over de invulling van de tussenoplossing inclusief tijdpad. In de uitwerking hiervan wordt ook het rekenonderwijs en de examinering in het mbo meegenomen, om de doorlopende leerlijn te behouden en waarborgen.
20
Hoeveel verschillende onderwijslijnen rekenen zijn er sinds schooljaar 2012–2013 ontwikkeld?
De term «onderwijslijnen» kan in deze context op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Als onderwijslijnen geïnterpreteerd wordt als de variatie in rekenmethodes die op scholen gehanteerd worden, kan gesteld worden dat er naar schatting een tiental verschillende methodes worden toegepast. Deze variëren van digitaal tot boekvorm en van remediërend tot complete lesmethodes.
In het geval dat onderwijslijnen opgevat wordt als de manier waarop scholen hun rekenonderwijs inrichten, kan gesproken worden over een veel breder spectrum van onderwijslijnen. Iedere school is vrij om, op basis van zijn eigen visie op rekenonderwijs, het onderwijs vorm te geven. Om deze reden is er sprake van een grote verscheidenheid aan manieren waarop rekenonderwijs wordt gedoceerd.
21
Hoe uiten de negatieve gevolgen van het niet meer meetellen van de rekentoets op de motivatie van leerlingen en docenten zich? Wat wordt er ondernomen om dit tegen te gaan?
Om de negatieve gevolgen van het niet meer meetellen van de rekentoets op de motivatie van leerlingen en docenten te minimaliseren, wordt er actief gecommuniceerd naar scholen dat zij moeten blijven inzetten op goed rekenonderwijs omdat rekenen op korte termijn weer gaat meetellen in de uitslagbepaling. Het streven is om aan het begin van het schooljaar 2018–2019 scholen te informeren over de definitieve invulling van de tussenoplossing zodat scholen kunnen blijven inzetten op goed rekenonderwijs.
22
Gaat de tussentijdse toetsvariant tenminste even zwaar meetellen als de huidige rekentoets?
Uw Kamer wordt in het voorjaar geïnformeerd over de verdere invulling van de transitiefase en in hoeverre de tussenoplossing gaat meetellen voor het behalen van het examen.
23
Leidt de definitieve curriculumwijziging inzake rekenonderwijs tot een rekentoets die tenminste even zwaar meetelt als de huidige rekentoets?
Lopende de ontwikkeling van de bouwstenen door de ontwikkelteams kan ik hier nog geen uitspraak over doen.
24
Wat gaat de Minister doen voor docenten met een bevoegdheid rekenen, die wellicht geen rol meer kunnen spelen in het rekenonderwijs op hun school indien deze plannen doorgaan?
Ook in de toekomst spelen alle rekendocenten, waaronder docenten die zich hebben omgeschoold tot rekendocent, een belangrijke rol in het vormgeven van rekenonderwijs op school. Rekenen is en blijft belangrijk, zowel op de korte als op de lange termijn. Ik informeer uw Kamer nog dit voorjaar over de verdere invulling van de tussenoplossing, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de positie van deze docenten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31332-87.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.