31 322 Kinderopvang

Nr. 536 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2024

De kinderopvang hoort een veilige plek te zijn, waar ouders hun kinderen met een gerust hart heen brengen. Zodat kinderen zich kunnen ontwikkelen en ouders kunnen participeren in de arbeidsmarkt. Daarom hebben we in wet- en regelgeving kwaliteit- en veiligheidseisen opgenomen en wordt er toezicht gehouden en gehandhaafd door GGD’en en gemeenten. Onderdeel van deze veiligheidseisen is de meld-, overleg- en aangifteplicht. De meld-, overleg- en aangifteplicht geldt bij een vermoeden van seksueel misbruik of mishandeling van een opgevangen kind door een medewerker of gastouder (artikel 1.51b van de Wet kinderopvang). Elk geval van misbruik en mishandeling is er een te veel en betreur ik ten zeerste. Daarom is ook deze kwaliteitseis van belang om de veiligheid van kinderen te waarborgen binnen de kinderopvang.

De meldplicht ligt bij medewerkers. Zij melden een vermoeden van seksueel misbruik of mishandeling van een opgevangen kind door een medewerker of gastouder, bij de houder van de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau. De houder van de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau is dan verplicht om direct te overleggen met de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs (IvhO). De vertrouwensinspecteur overlegt met de houder in hoeverre er sprake is van een redelijk vermoeden van een mogelijk strafbaar feit en adviseert of er aangifte gedaan moet worden. Als uit het overleg inderdaad een redelijk vermoeden van een mogelijk strafbaar feit wordt vastgesteld, dan heeft de houder een aangifteplicht. De vertrouwensinspecteurs zien erop toe dat er ook daadwerkelijk aangifte wordt gedaan. Naast deze wettelijke verplichting kunnen ouders en andere professionals vrijblijvend advies inwinnen bij de vertrouwensinspecteurs bij vermoedens van misbruik of mishandeling tijdens de opvang.1 Ouders en andere professionals kunnen uiteraard altijd direct aangifte doen bij de politie bij vermoedens.

Vandaag heeft de IvhO het jaarlijkse overzicht van het aantal dossiers in het kader van de meld-, overleg- en aangifteplicht gepubliceerd. In de bijlage bij deze brief treft u het «Overzicht dossiers vertrouwensinspecteurs kinderopvang over de jaren 2021–2023» aan. Het vorige overzicht heb ik uw Kamer op 22 januari 2024 toegezonden.2

In 2023 was het totaal aantal dossiers voor de kinderopvang 271, een toename van 38 dossiers ten opzichte van 2022. In 32 van de dossiers ging het over een vorm van mogelijk seksueel misbruik, 54 dossiers over seksuele intimidatie, 44 over psychisch geweld, 139 over fysiek geweld en 2 dossiers over discriminatie.

Uit de cijfers komt een lichte daling van het aantal dossiers rondom seksueel misbruik naar voren. Het aantal dossiers rondom psychisch geweld is vrijwel gelijk (+1) aan 2022. Het aantal dossiers rondom seksuele intimidatie en fysiek geweld is gestegen.

Zoals aangekondigd in mijn brief van januari, ben ik met de sectorpartijen en de IvhO in gesprek over de meld-, overleg- en aangifteplicht en de rode draden achter de meldingen. Ook heb ik in die brief aangekondigd uw Kamer te zullen informeren over de verdere stappen om de kennis rondom de meld-, overleg- en aangifteplicht te vergroten. Recent is de informatievoorziening op Rijksoverheid.nl geactualiseerd.3 Verder wordt er gewerkt aan andere communicatiemiddelen om de meld-, overleg- en aangifteplicht en de rol van de vertrouwensinspecteurs onder de aandacht te brengen. Hierbij is ook aandacht voor de adviesrol die de vertrouwensinspecteurs heeft voor ouders en andere professionals. Dit doe ik in overleg met de sectorpartijen in de kinderopvang, zodat de informatie terechtkomt daar waar dit het meest van belang is. Want samen blijven we ons inzetten voor een veilige kinderopvang.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven