31 322 Kinderopvang

Nr. 426 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 17 februari 2021

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 22 januari 2021over voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang en het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse opvang en personenregister kinderopvang (Kamerstuk 31 322, nr. 423).

De vragen en opmerkingen zijn op 9 februari 2021 aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorgelegd. Bij brief van 17 februari 2021 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Van Toorenburg

De adjunct-griffier van de commissie, Van Tilburg

I Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang en het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse opvang en personenregister kinderopvang (Kamerstuk 31 322, nr. 423). Deze leden hebben een tweetal vragen over dit ontwerpbesluit.

Tijdens de behandeling is besloten om de termijn voor een ouderparticipatiecrèche terug te brengen van twee jaar naar 15 maanden. In de uitvoeringstoetsen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en GGD wordt nog uitgegaan van twee jaar. Leidt het terugbrengen van die termijn tot nieuwe inzichten? Daarnaast wordt in de uitvoeringstoetsen gerefereerd aan de beoogde inwerkingtreding per 1 januari 2021, maar die datum is al geweest. Wat is nu de beoogde invoeringsdatum?

Tot slot waarderen de leden van de VVD-fractie een uitgebreide Uitvoeringstoets van het ontwerpbesluit zeer.

II Antwoord / Reactie van de Minister

Met interesse heeft de regering kennisgenomen van de inbreng van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang en het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse opvang en personenregister kinderopvang.

1.

Tijdens de behandeling is besloten om de termijn voor een ouderparticipatiecrèche terug te brengen van twee jaar naar 15 maanden. In de uitvoeringstoetsen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en GGD wordt nog uitgegaan van twee jaar. Leidt het terugbrengen van die termijn tot nieuwe inzichten?

1.

Belangrijk is dat in de aanloopperiode van een ouderparticipatiecrèche ten minste twee onderzoeken, het onderzoek na registratie en het vervolgonderzoek, worden gedaan. Deze onderzoeken zijn nodig voor het controleren van de opvangkwaliteit en de oordeelsvorming zodat de toezichthouder zich een reëel beeld kan vormen van de opvanglocatie. Het terugbrengen van de aanloopperiode is met de VNG en de GGD GHOR Nederland besproken. Uitkomst daarvan is dat het uitvoeren van de genoemde onderzoeken in de aanloopperiode van 15 maanden haalbaar is. Omdat in de huidige praktijk van de toezichthouder het uitvoeren van de twee onderzoeken meestal een langer tijdsbestek beslaat, is het daarbij van belang dat de toezichthouder bij de planning van de inspecties bij ouderparticipatiecrèches rekening houdt met de termijn van 15 maanden.

2.

Daarnaast wordt in de uitvoeringstoetsen gerefereerd aan de beoogde inwerkingtreding per 1 januari 2021, maar die datum is al geweest. Wat is nu de beoogde invoeringsdatum?

2.

De beoogde inwerkingtredingsdatum van het ontwerpbesluit is 1 juli 2021. De Uitvoeringstoets voor het Besluit kwaliteit kinderopvang heeft eerder plaatsgevonden dan de Uitvoeringstoets voor het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse opvang en personenregister kinderopvang. Op het moment van de Uitvoeringstoets voor het Besluit kwaliteit kinderopvang was de beoogde inwerkingtredingsdatum 1 januari 2021. Later is deze datum in overleg met de betrokken uitvoeringspartijen bijgesteld naar 1 juli 2021.

Naar boven