31 305 Mobiliteitsbeleid

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 386 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2023

Sinds 2 augustus 2021 is de Europese richtlijn voor schone voertuigen, de «Clean Vehicles Directive» (hierna: CVD) van kracht. In Nederland is deze geïmplementeerd in de Regeling Bevordering Schone Wegvoertuigen (hierna: RBSW) binnen de Wet Milieubeheer. De RBSW bevat eisen die betrekking hebben op de inkoop van schone- en emissievrije voertuigen door aanbestedende diensten, zoals gemeenten, provincies, het Rijk en publiekrechtelijke instellingen.

In deze brief informeer ik uw Kamer over de resultaten die Nederland sinds de invoering van deze regeling heeft behaald. Ik vind het van groot belang dat de overheid het juiste voorbeeld geeft als het gaat om de inkoop van schone voertuigen.

Er zijn sinds de start van de regeling tot eind 2022 in totaal ongeveer 5.800 voertuigen aanbesteed door alle aanbestedende diensten. Ik ben verheugd uw Kamer te kunnen mededelen dat de resultaten in Nederland de eisen binnen de RBSW tot nu toe overtreffen.

  • Over het totaal bezien, is 57 procent van de ingekochte lichte voertuigen schoon, waarvan 89 procent emissievrij is. De regeling schrijft voor dat minimaal 38,5 procent van de lichte ingekochte voertuigen schoon moet zijn.

  • Het percentage ingekochte schone zware voertuigen ligt op 49 procent, waarvan een kwart ongeveer emissievrij is. De regeling schrijft voor dat minimaal 10 procent van deze zware voertuigen schoon ingekocht moet worden.

  • Voor bussen is er 59 procent emissievrij ingekocht en dit overtreft de eis van de regeling, waarin staat dat 45 procent schoon moet worden ingekocht, waarvan de helft emissievrij.

Daarmee voldoet Nederland ruimschoots aan de gestelde norm. In bijlage 1 bij deze brief vindt u de resultaten grafisch weergegeven.

Ik vind het goed om te zien dat een groot deel van de voertuigen die door middelgrote- en grote gemeenten aangeschaft worden schoon en emissievrij zijn. Dat laat zien dat ook binnen de lokale overheden de transitie naar emissievrije mobiliteit flink op gang is. Ook de waterschappen springen er met 100 procent schone inkoop van voertuigen uit.

Het Rijk zelf voldoet weliswaar aan de regeling, maar scoort met ongeveer de helft schoon- en emissievrij ingekochte voertuigen middelmatig. Tussen de departementen is het percentage niet gelijk verdeeld. Dit heeft te maken met de verschillen in (financiële) aard en omvang van de opgave en het beleid. Zo heeft het Ministerie van Defensie een groot aantal voertuigen, waarvan er een aantal operationeel worden ingezet, en is er pas sinds 2020 budget voor 400 emissievrije voertuigen. Door schaarste op de markt en achterblijvende laadinfrastructuur op haar eigen terreinen heeft Defensie nog niet de gewenste aantallen voertuigen kunnen aanschaffen. Defensie heeft mij laten weten dat ze de komende jaren met de «Uitvoeringsagenda duurzaamheid Defensie»1 extra financiële ruimte heeft vrijgemaakt om haar zakelijke mobiliteit te verduurzamen.

Tot slot valt op dat de categorie «Provincie» met 21% schone voertuigen relatief laag scoort. In dit geval betreft het één aanbesteding voor openbaar vervoer bij de provincie Fryslân. Om het ov in Fryslân op peil te houden ten tijde van de onzekerheid van de covidpandemie en leveringstekorten, moest de provincie een noodconcessie doen met dieselbussen. Ook speelt mee dat de laadinfrastructuur op de busstations nog niet op orde is. De provincie Fryslân geeft aan zich te houden aan het Bestuursakkoord Zero Emissie Bus (BAZEB), waarbij zij vanaf 2025 alleen nog nieuwe emissievrije bussen inkoopt, en brengt de laadinfrastructuur op orde.

De RBSW bestaat uit twee perioden. Voor de tweede periode van de regeling, van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2030, zullen de minimale percentages voor schone- en emissievrije inkoop worden aangescherpt. In de Voortgangsbrief Duurzaam Vervoer van 13 januari jongstleden2 heb ik aangekondigd dat dit om een extra aanscherping zal gaan, bovenop de aanscherping die standaard al in de CVD is voorzien. Deze aanscherping moet de RBSW in lijn brengen met andere doelstellingen die de overheid heeft gesteld op het gebied van duurzame mobiliteit. Ik zal uw Kamer hierover bij nieuwe ontwikkelingen op de hoogte houden.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Bijlage 1 Resultaten RBSW van 2 augustus 2021 tot eind 2022


X Noot
1

Kamerstukken 36 124 en 32 813, nr. 25.

X Noot
2

Kamerstukken 31 305 en 32 813, nr. 380.

Naar boven