31 305 Mobiliteitsbeleid

Nr. 326 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2021

De fiets is een Nederlands vervoermiddel bij uitstek. Er zijn meer fietsen dan mensen in ons land. Nederlanders fietsen jaarlijks 440.000 maal de wereld rond en fietsen uit Nederland worden wereldwijd geëxporteerd. In coronatijd heeft een nog grotere groep Nederlanders de fiets ontdekt. Mensen fietsen meer. Fietsers zijn minder vaak ziek, nemen weinig ruimte in op de weg en houden de lucht schoon. Door de opmars van de elektrische fiets worden grotere afstanden op de fiets bereikbaar. Dat alles biedt kansen. Kansen voor onze gezondheid, onze economie, de luchtkwaliteit, de drukte op de weg en voor het klimaat. Zeker als de mobiliteitsbehoefte na corona weer fors aantrekt, zoals de verwachting is.

Ik heb mij de afgelopen jaren, samen met provincies, vervoerregio’s, gemeenten en de partijen verenigd in de Tour de Force, ingezet voor meer fietsers naar het werk. Ook een netwerk van werkgevers en fietsambassadeurs werkt mee aan meer zakelijke fietskilometers. Tot de coronacrisis uitbrak lagen we goed op koers om het vooraf gestelde doel 200.000 extra fietsforenzen deze kabinetsperiode te halen. Provincies, vervoerregio’s, gemeenten en Rijk hebben de afgelopen jaren ruim een half miljard euro geïnvesteerd in extra en innovatieve fietsparkeerplekken bij stations, zodat de fiets makkelijker onderdeel wordt van de reis naar het werk. Ook is op tal van plekken de schop in de grond voor betere fietsroutes, waar fietsers veilig en snel kunnen doorfietsen. Van deze investering is 100 miljoen (uit hoofde van het regeerakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34)) afkomstig van het Rijk. Dit conform de geldende verantwoordelijkheidsverdeling tussen decentrale overheden – waar de primaire verantwoordelijkheid ligt – en het Rijk.

Om de kansen die de fiets biedt ook de komende jaren te verzilveren, heb ik met provincies, vervoerregio’s en de betrokken gemeenten afgesproken een Nationaal Toekomstbeeld Fiets (NTF) op te stellen. Ik heb u hierover in november 2020 geïnformeerd via de BO MIRT brief. In het Nationaal Toekomstbeeld Fiets brengen Rijk en decentrale overheden gezamenlijk de potentie voor zowel de korte als de langere termijn in beeld. Het gaat zowel om nieuwe fietsinfrastructuur (inclusief stallingen) als om het wegnemen van capaciteits- en verkeersveiligheid knelpunten van bestaande fietsinfrastructuur.

Als het gaat om de verantwoordelijkheidsverdeling voor fietsinfrastructuur geldt dat deze primair bij provincies, vervoerregio’s en gemeenten ligt. Het Rijk is medeverantwoordelijk voor fietsparkeren bij treinstations en fietsroutes lopend over areaal van Rijkswaterstaat. Zoals aangegeven in de MIRT-brief1 van 27 november 2020 hebben Rijk en regio gezamenlijk de ambitie uitgesproken om de potentie van de fiets, als volwaardige modaliteit en oplossing voor een aantal maatschappelijke opgaven, meer structureel onderdeel te maken van bestuurlijke en financiële afspraken zowel binnen de eigen bestuurslaag als ook tussen de verschillende bestuurslagen.

Hierbij stuur ik u, mede namens de provincies, vervoerregio’s en de betrokken gemeenten het Nationaal Toekomstbeeld Fiets op hoofdlijnen toe2. Dit kon onder andere tot stand komen dankzij de inzet van de betrokken partijen van Tour de Force. Het streven is dit toekomstbeeld verder uit te werken richting het najaar.

Investeren in ruimte voor de fiets

Doel van het Nationaal Toekomstbeeld Fiets is het groeiende aantal fietsers veilig de ruimte te geven. En meer mensen te stimuleren de fiets te pakken naar het werk. In het Nationaal Toekomstbeeld Fiets staan daarom drie thema’s centraal:

  • 1. Vlot en veilig doorfietsen

    Een landelijk dekkend netwerk van hoofdfietsroutes waarop vlot en veilig doorgefietst kan worden. Het zijn de hoofdfietsroutes in stad en regio, binnen en buiten de bebouwde kom waarmee snel op werk, school, station of andere belangrijke bestemmingen gekomen kan worden.

  • 2. Moeiteloos en veilig je fiets stallen

    Op knooppunten, in binnensteden en andere drukke plekken waar veel extra huizen (bij)gebouwd worden. Zodat de fiets makkelijk onderdeel wordt van de reis.

  • 3. Benutten van de potentie

    Iedereen die fietst, draagt bij aan de betere doorstroming op de weg, en minder drukte in het OV. Gezien de grote mobiliteitsopgave waar NL voor staat, is flankerend beleid, gericht op het benutten van de potentie van de fiets, van belang. Daarom wordt bijvoorbeeld ingezet op meer fietsers, het fietsen van langere afstanden aantrekkelijker maken en langer doortrappen.

Nationaal Toekomstbeeld Fiets als agenda

Het Nationaal Toekomstbeeld Fiets helpt om de fiets als volwaardige optie mee te nemen bij investeringsbeslissingen, lokaal, regionaal en landelijk. Het Nationaal Toekomstbeeld Fiets op hoofdlijnen, dat is bijgevoegd, is het product van een inventarisatie die de afgelopen drie maanden in alle provincies en de twee vervoerregio’s heeft plaatsgevonden. Zij hebben op basis van expert judgement bekeken wat er in hun regio nodig is om een dekkend netwerk van fietsroutes te realiseren waar fietsers vlot en veilig kunnen doorfietsen. En waar zij op knooppunten moeiteloos en veilig hun fiets kunnen stallen.

Uit deze eerste inventarisatie vanuit provincies en gemeenten blijkt dat de opgave voor fietsmaatregelen, verspreid over alle delen van Nederland, groot is. Het gaat zowel om nieuwe fietsinfrastructuur als om het wegnemen van capaciteits- en verkeersveiligheid knelpunten van bestaande fietsinfrastructuur. Deze eerste inventarisatie levert investeringskansen voor de fiets op met een totale waarde van enkele miljarden euro (t/m 2025), waarbij ook de zojuist beschreven verantwoordelijkheidsverdeling tussen provincies, vervoerregio’s, gemeenten en Rijk geldt. De aanleg van ontbrekend schakels van hoofdfietsroutes is onderdeel van betreffende inventarisatie, en telt in deze eerste inventarisatie op tot ongeveer 1 miljard euro voor de periode t/m 2025. Een deel van de maatregelen is reeds gedekt zoals voor fietsparkeren binnen het kader van het Bestuursakkoord Fietsparkeren.

Maatschappelijke baten

De aanleg van fietsinfrastructuur draagt eraan bij dat meer mensen voor ritten tot circa 15 kilometer de fiets pakken in plaats van de auto. In stedelijke gebieden draagt dit bij aan het verminderen van congestie. Bij de grote binnenstedelijke bouwopgaven zijn investeringen in de fiets en OV vaak aangeduid als primaire vormen van binnenstedelijk vervoer, wat komende jaren op veel plaatsen investeringen in fietsinfrastructuur zal betekenen, gekoppeld aan de ontsluiting van die woningen. In drukke regio’s is investeren in extra fietsinfra van belang voor de verkeersveiligheid. De overstap naar fietsen zorgt ervoor dat het aantal mensen dat voldoet aan de beweegnorm toeneemt en dit is goed voor de gezondheid. Deze overstap is ook goed voor het klimaat en het milieu. Investeringen in fietsinfrastructuur geven een impuls aan de (regionale) economie en zorgen ervoor dat de groei van het fietsgebruik veilig kan worden opgevangen.

Vervolg

Het Nationaal Toekomstbeeld Fiets gaat ons helpen om in de komende jaren de fiets als een gelijkwaardige modaliteit (naast auto en OV) mee te nemen in landelijke en regionale afwegingen rond mobiliteit en ruimtelijke inrichting. Het bijgevoegde Nationaal Toekomstbeeld Fiets op hoofdlijnen is een eerste stap vanuit provincies, vervoerregio’s en gemeenten en schets de contouren van de omvang van de Nederlandse fietsinfrastructuur kansen. Het is nadrukkelijk geen blauwdruk.

Er is nog een aantal vervolgstappen en keuzes te maken, op weg naar een meer concrete uitvoeringsagenda. Deze stappen worden de komende maanden in een gezamenlijk proces verder uitgewerkt. Nieuwe investeringsbeslissingen zijn uiteraard aan een nieuw kabinet.

Het Nationaal Toekomstbeeld Fiets op hoofdlijnen schetst de opgave voor de komende jaren en verder. Het biedt de basis om het oplossend vermogen van de fiets beter te benutten. En nog meer mensen vanzelfsprekend op de fiets te laten stappen om lekker vlot en veilig door te kunnen trappen naar hun bestemming.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 35 570 A, nr. 45

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven