Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2020
Hartelijk dank voor uw brief (Kamerstuk 31 305, nr. 317) waarin u de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) vraagt om advies uit
te brengen over mobiliteit- en bereikbaarheidsvraagstukken. De raad wil graag voldoen
aan dit adviesverzoek.
Uw Kamer wenst advies over hoe in de praktijk de transitie naar een toekomstbestendige
en integrale afweging van mobiliteit-/bereikbaarheidsvraagstukken kan worden gerealiseerd.
De Tweede Kamer vraagt daarbij in het bijzonder aandacht voor institutionele belemmeringen
en het gebruik van diverse afwegingsinstrumenten bij nationale, regionale en grensoverschrijdende
mobiliteitsopgaven.
De Rli adviseerde recent over de thema’s bereikbaarheid en mobiliteit in de adviezen
Dichterbij en Sneller (2016), Van B Naar Anders (2018), Groen uit de crisis (2020)
en Toegang tot de stad (2020). Hierin zijn reeds verschillende aanbevelingen gedaan
om vanuit de overheid meer integraal te sturen op bereikbaarheid en mobiliteit vanuit
verschillende perspectieven. Een deel van die aanbevelingen is ook terug te vinden
in de beleidswijzigingen die de Minister van Infrastructuur en Waterstaat op dit moment
doorvoert binnen het mobiliteitsdomein, zoals de recent door de Kamer aangenomen Wet
Mobiliteitsfonds (Kamerstuk 35 426).
Bij de beantwoording van uw adviesvraag zal de raad voortbouwen op zijn eerdere adviezen.
De raad zal vooral dieper ingaan op de beschikbare instrumenten voor het maken van
een integrale afweging en hoe de Kamer deze instrumenten kan gebruiken. En daarnaast
neemt de raad zich voor om aanbevelingen doen over een aantal andere belemmeringen
voor integraal bereikbaarheidsbeleid, hoe deze kunnen worden weggenomen en hoe de
Kamer daaraan kan bijdragen. De raad heeft daarvoor de volgende adviesvraag geformuleerd:
«Hoe kan een meer integrale afweging van bereikbaarheidsopgaven en -oplossingen worden
gerealiseerd; wat zijn daarbij de belangrijkste belemmeringen voor instituties in
het algemeen en de Tweede Kamer in het bijzonder, en hoe kunnen die belemmeringen
worden weggenomen?»
De raad heeft een raadscommissie voor dit advies ingesteld onder voorzitterschap van
de heer Erik Verhoef, raadslid van de Rli. De raad streeft ernaar het advies kort
na de jaarwisseling af te ronden.
De raad hoopt van harte dat het advies zal bijdragen aan het verstevigen van het kennisfundament
en de strategische oriëntatie van de Kamer bij de besluitvorming over mobiliteits-
en bereikbaarheidsvraagstukken in de toekomst.
Een afschrift van deze brief zenden wij aan de bewindspersonen van Infrastructuur
en Waterstaat en aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Voorzitter, J.J. (Jan Jaap) de Graeff
Algemeen secretaris, R. Hillebrand