31 293 Primair Onderwijs

Nr. 619 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 20 mei 2022

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de brief van 28 januari 2022 over normering eindtoetsen en referentieniveaus primair onderwijs (Kamerstuk 31 293, nr. 608) en over de brief van 14 maart 2022 over schooladvisering en eindtoetsing po 2022 (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 612).

De vragen en opmerkingen zijn op 24 maart 2022 aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs voorgelegd. Bij brief van 12 mei 2022 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen

Adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic

Inhoud

I

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

 

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de D66-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de SP-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

3

 

Inbreng van de leden van de DENK-fractie

4

       

II

Reactie van Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs

4

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van «Normering eindtoetsen en referentieniveaus primair onderwijs» en hebben hierover nog een vraag.

De leden van de VVD-fractie vragen of men, gezien de afspraken die gemaakt zijn voor de komende twee jaar, ervan uit mag gaan dat binnen twee jaar het nieuwe stelsel is geëffectueerd met het College voor Toetsen en Examens als de centrale kwaliteitsbewaker over het hele stelsel van doorstroomtoetsen en de uitvoering van en advisering over de normering voor alle toetsen bij Stichting Cito ligt.

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het genoemde ontwerpbesluit en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.

Brede brugklassen

De leden van de D66-fractie vragen de Minister of er naar aanleiding van de subsidie voor brede brugklassen in het Nationaal Programma Onderwijs er al een toename zichtbaar is van het aanbod brede brugklassen.

Normering

De leden van de D66-fractie vragen de Minister of hij bekend is met het promotieonderzoek «Van de kat en de bel» van Karen Heij. Zou de Minister in het licht van de nieuwe geharmoniseerde normeringssystematiek en het onderzoek naar de kwaliteit van de normering eindtoetsen primair onderwijs 2022 willen reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek? Voorts vragen deze leden of de nieuwe geharmoniseerde normeringssystematiek effect heeft op het diverse aanbod van doorstroomtoetsen voor het basisonderwijs.

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de normering eindtoetsen en referentieniveaus primair onderwijs en de brief over schooladvisering en eindtoetsing po 2022. Zij hebben hier nog enkele vragen over.

Normering eindtoetsen en referentieniveaus primair onderwijs

Noodzaak nieuw toetsstelsel

De leden van de SP-fractie vragen de Minister of het klopt dat het na ingang van het wetsvoorstel over de doorstroomtoets vanaf 2023 voor scholen niet langer mogelijk is om een doorstroomtoets af te nemen die zich richt op wereldoriëntatie. Zo ja, acht de Minister dit wenselijk aangezien deze toets juist meer inzicht verschaft in de brede ontwikkeling van kinderen dan enkel taal en rekenvaardigheid? Bent u bereid Stichting Cito alsnog de opdracht te geven om een doorstroomtoets wereldoriëntatie te maken? Indien deze toets wel blijft bestaan, hoe en bij welke aanbieder kunnen scholen deze dan aanvragen, zo vragen de leden.

Schooladvisering en eindtoetsing po 2022

Schooladvisering in de lerarenopleiding basisonderwijs

De leden van de SP-fractie merken op dat in de motie van het lid Kwint c.s.1 wordt verzocht in samenwerking met de pabo’s schooladvisering een vast onderdeel te laten zijn van de opleiding voor alle studenten aan de pabo. Uit de brief blijkt dat de Minister verwijst naar het thema schooladvisering en overgang po-vo2 binnen de specialisatie richting het Oudere kind. Waarom voert de Minister de motie niet uit en laat hij schooladvisering niet een vast onderdeel worden voor alle studenten aan de pabo, aangezien volgens de leden alle leraren op de basisschool daar kennis over zouden moeten hebben in welke klas ze ook lesgeven? Kan de Minister deze keuze toelichten, zo vragen de leden.

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het tweetal brieven dat aan het schriftelijk overleg ten grondslag ligt. Deze leden onderschrijven het belang van kinderen een eerlijke kans geven om het beste uit zichzelf te kunnen halen. Zij hebben nog enkele vragen.

Schooladvisering en eindtoetsing po 2022

Oproep kansrijk adviseren en doorontwikkeling Handreiking schooladvisering

De leden van de PvdA-fractie zijn positief over het feit dat nog steeds vooruitgang is op het gebied van kansrijk adviseren en dat het onderwijsveld positief is over de informatie uit de handreiking. Kan de Minister aangeven welke punten van verbetering het veld wellicht ook nog heeft meegegeven? Op welke manier wordt ook de negatievere feedback meegenomen en verwerkt?

Voorgenoemde leden vragen de Minister of hij concreter kan aangeven op welke manier de motie van het lid Segers c.s.3 wordt uitgevoerd om schooladviseringsgesprekken toegankelijker te maken voor ouders van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Kan er al iets over deze «handvatten» worden gezegd, zo vragen de leden

Normering eindtoetsen en referentieniveaus primair onderwijs

Terugblik situatie 2019 en 2021

De leden van de PvdA-fractie betreuren het dat de normeringsverschillen tussen toetsen ertoe heeft geleid dat de referentieniveaus op gebied van taal en rekenen nu niet geheel duidelijk zijn. Kan de Minister verzekeren dat de oorzaak van de problemen met de referentieniveaus in 2021 niet wordt herhaald in 2022 en 2023 wanneer niet kan worden vastgesteld wat de exacte oorzaak was? Op welke manier houdt de Minister vinger aan de pols om te controleren of aanbieders dezelfde uitgangspunten ten behoeve van een duidelijke normering gebruiken, zo vragen de leden.

Inbreng van de leden van de DENK-fractie

De leden van de DENK-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven van de Minister over de normering van eindtoetsen en referentieniveaus in het primair onderwijs. De leden hebben nog enkele opmerkingen en vragen.

De leden van de DENK-fractie merken op dat de Minister in de brief van 14 maart 2022, betreffende de schooladvisering en eindtoetsing po 2022, toelicht hoe er invulling wordt gegeven aan een aantal aangenomen moties van de DENK-fractie over onderadvisering. Hoe geeft de Minister uitvoering aan de motie van het lid Van Baarle4 over op pabo's aandacht geven aan onderadvisering van leerlingen met een migratieachtergrond? In hoeverre acht de Minister de genoemde handreiking schooladvisering en de andere hulpmiddelen genoemd naar aanleiding van de motie van het lid Van Baarle5 over verspreiding van expertise binnen het onderwijs om onderadvisering tegen te gaan, voldoende bekend en benut bij onderwijsinstellingen? Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over het onderzoek naar aanleiding van de motie van het lid Van Baarle6 over onderadvisering bij leerlingen met een migratieachtergrond, zo vragen de leden.

II Reactie van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs

VVD

De leden van de VVD-fractie vragen of het nieuwe stelsel binnen twee jaar is geëffectueerd met het College voor Toetsen en Examens als de centrale kwaliteitsbewaker en Stichting Cito als uitvoerder en adviseur over de normering voor alle toetsen.

Ja, de nieuwe taken van het College voor Toetsen en Examens (hierna: CvTE) en van Stichting Cito treden in werking per 1 januari 2023. Zowel het CvTE als Stichting Cito zijn in staat om vanaf 1 januari 2023 hun nieuwe taken uit te voeren. Vanaf dat moment kunnen toetsen verbonden aan het leerlingvolgsysteem door het CvTE worden erkend. Uiterlijk 1 juni 2023 dienen aanbieders van doorstroomtoetsen het verzoek tot erkenning of jaarlijkse toelating van hun doorstroomtoets in bij het CvTE ten behoeve van de afname in 2024.

D66

De leden van D66 vragen of naar aanleiding van de subsidie voor brede brugklassen in het Nationaal Programma Onderwijs een toename te zien is in het aanbod brede brugklassen.

De subsidieregeling heterogene brugklassen heeft twee aanvraagtermijnen: de eerste van 1 oktober tot en met 12 november 2021, de tweede van 7 maart tot en met 18 april 2022.7 Met de subsidie zullen scholen vanaf het begin van schooljaar 2022/2023 hun aanbod van heterogene brugklassen uitbreiden en/of doorontwikkelen. Tijdens het schooljaar de samenstelling van (brug-)klassen aanpassen is immers niet logisch. Daarom kan er nu, tijdens het schooljaar waarin subsidie aangevraagd wordt, nog geen concrete toename van het aanbod in de praktijk getoond worden. Wel kan ik een voorlopig overzicht geven van de inhoud van de aanvragen. In onderstaande tabel is aangegeven waarvoor de subsidie zal worden ingezet. Aanvragers van de subsidie konden meerdere activiteiten kiezen: daardoor is de som van het aantal aanvragen per soort activiteit groter dan het totaal aantal toegekende aanvragen (506 in het eerste tijdvak).

Subsidie wordt ingezet voor...*

Aantal aanvragen

Introductie van een of meerdere heterogene brugklassen

119

Verlenging van een of meerdere bestaande heterogene brugklassen tot twee of drie leerjaren

187

Verbreding van een of meerdere bestaande heterogene brugklassen met een extra schoolsoort of leerweg

76

Doorontwikkeling en verbetering van een of meerdere heterogene brugklassen

441

Totaal aantal toegekende aanvragen

506

Een uitgebreider overzicht van de resultaten van de eerste aanvraagronde in het najaar van 2021 is te vinden in een infographic die is gepubliceerd op de website van DUS-I.8

De leden van D66 vragen naar mijn reflectie op de uitkomsten van het promotieonderzoek «Van de kat en de bel» van Karen Heij.

Ik heb met interesse kennis genomen van het proefschrift van mevrouw Heij. De historische en systemische analyse over de ontwikkeling van de eindtoets biedt een interessante blik op hoe we omgaan met toetsing. Specifiek het risico van padafhankelijkheid dat mevrouw Heij constateert, waarbij beslissingen uit het verleden beleidsoverwegingen van het heden beïnvloeden, vind ik waardevol. Het is van belang om eerdere beslissingen duidelijk en op een rij te hebben zodat de overwegingen van toen niet als aannames het beleid van de toekomst sturen. Ook in de ontwikkelingen rondom de doorstroomtoets zijn wij ons bewust van de link met het verleden en kijken we elkaar jaar opnieuw naar onderzoeken en eerdere beslissingen.

Op basis van het proefschrift van mevrouw Heij zou men de conclusie kunnen trekken dat van tevoren is vastgesteld hoeveel procent van de leerlingen elk toetsadvies krijgt. Dat klopt niet: in werkelijkheid worden de toetsadviezen bepaald aan de hand van doorstroomonderzoek van Stichting Cito. In dergelijk onderzoek wordt na drie jaar voortgezet onderwijs gekeken welk onderwijsniveau de leerling volgt. Dit gegeven wordt gerelateerd aan de eerder door de leerling behaalde eindtoetsscore, om te bepalen welke grenzen tussen de toetsadviezen het best passend zijn. Het is daarmee van tevoren niet bepaald welk percentage leerlingen een specifiek toetsadvies zal gaan behalen. Weliswaar zien we door de tijd heen een redelijk constante verdeling van toetsadviezen over de leerlingenpopulaties, maar dat komt niet door een normering die daar expliciet op aanstuurt.

Tevens vragen de leden van de fractie van D66 of de geharmoniseerde normeringssystematiek effect heeft op het diverse aanbod van doorstroomtoetsen voor het basisonderwijs.

In de nieuwe geharmoniseerde normeringssystematiek worden, net als in de eerder toegepaste normering, de prestaties op de eindtoetsen gerelateerd aan de resultaten van het doorstroomonderzoek van Stichting Cito. De nieuwe geharmoniseerde normeringsmethodiek heeft geen effect op de diversiteit in het aanbod van eindtoetsen. Scholen hebben in de jaren 2022 en 2023 keuze uit hetzelfde aanbod van toetsen als in voorgaande jaren. Het aanbod van toetsen wordt gereguleerd door de beoordelingskaders van de Expertgroep Toetsen PO (hierna: EPO), welke niet zijn aangepast als gevolg van de nieuwe normeringssystematiek. In het nieuwe stelsel, vanaf schooljaar 2023–2024, wordt het CvTE de centrale kwaliteitsbewaker van alle doorstroomtoetsen. Het CvTE wordt onder meer verantwoordelijk voor de beoordeling en toelating van de doorstroomtoetsen. Het CvTE ontwikkelt hiervoor op dit moment een beoordelingskader, waarbij de huidige beoordelingskaders van de EPO als basis dienen. Alle toetsen die voldoen aan de eisen van dit beoordelingskader zullen ook in het nieuwe stelsel voor scholen beschikbaar zijn. In het nieuwe stelsel ziet het CvTE er op toe dat alle aanbieders de geharmoniseerde normeringsmethodiek volgen. We ondersteunen de aanbieders in de jaren 2022 en 2023 via een groeimodel zodat deze methodiek voor alle aanbieders tot passende uitkomsten leidt. Er zijn op dit moment geen indicaties waardoor we verwachten dat er in het nieuwe stelsel een minder divers aanbod van doorstroomtoetsen zal zijn.

SP

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat het voor scholen na ingang van het wetsvoorstel doorstroomtoetsen niet langer mogelijk is om een doorstroomtoets af te nemen die zich richt op wereldoriëntatie. Daarnaast vragen zij of ik bereid ben om Stichting Cito alsnog de opdracht te geven om een doorstroomtoets wereldoriëntatie te maken.

Net als in het huidige systeem blijft wereldoriëntatie na ingang van de nieuwe wet een facultatief onderdeel van de doorstroomtoets. Het is geen verplicht onderdeel zoals taal en rekenen, maar het staat toetsaanbieders vrij om Wereldoriëntatie aan te bieden als onderdeel van de doorstroomtoets. Omdat de markt kan voorzien in dit aanbod, past vanuit de overheid een soberder inzet. De overheidstoets van Stichting Cito zal zich daarom enkel richten op de verplichte onderdelen van het referentiekader Taal en Rekenen. Indien scholen de wens uiten om een doorstroomtoets af te nemen met als onderdeel wereldoriëntatie kan dit worden opgepakt door de aanbieders die middelen ontvangen via de subsidieregeling voor andere eindtoetsen.

De leden van de SP-fractie vragen naar de uitvoering van de motie van het lid Kwint c.s.9 en vragen waarom de schooladvisering geen vast onderdeel is voor alle studenten aan de pabo.

Schooladvisering is wel een vast onderdeel voor alle studenten aan de pabo. Schooladvisering is namelijk onderdeel van de kennisbasis. Elke pabo leidt alle afgestudeerden op tot de vereisten die via deze kennisbasis zijn gesteld. Ongeacht de specialisatierichting leert elke student het kunnen geven van een passend schooladvies, zonder vooroordelen en met hoge verwachtingen. Binnen de specialisatie oudere kind wordt extra aandacht besteed aan schooladvisering en schoolovergangen, dit komt dus bovenop de stevige fundering die elke student aangeleerd krijgt.

In vervolg op de motie-Kwint c.s. is met een vertegenwoordiging van de pabo’s gesproken over onder meer schooladvisering, onderadvisering, vooroordelen en het opleiden van leraren. De opleidingen hebben inzicht gegeven in hoe zij hun studenten onbevooroordeeld en bias-bewust opleiden. Zoals in de brief aan uw Kamer wordt toegelicht heeft dit gesprek ertoe geleid dat specifiek het thema onderadvisering wordt meegenomen in de volgende herijking van de generieke kennisbasis pabo.10 Pabo’s werken – intrinsiek gemotiveerd en doordacht – aan goede schooladvisering en het voorkomen van onderadvisering. De motie van uw Kamer is een aanmoediging om over dit belangrijke thema met de opleidingen in gesprek te blijven.

PvdA

De leden van de PvdA-fractie vragen of ik kan aangeven welke punten van verbetering het veld mij heeft meegegeven over de informatie in de handreiking schooladvisering en hoe ik omga met negatievere feedback. Ten slotte vragen zij hoe ik de motie van het lid Segers c.s.11 heb uitgevoerd.

De Handreiking schooladvisering wordt vernieuwd. Hiervoor voeren mijn ambtenaren en het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO) gesprekken met verscheidene po-scholen en een aantal 10–14 scholen. Onderdeel van dit gesprek zijn feedbackvragen die onder meer ingaan op hun visie van de bruikbaarheid van de handreiking, maar ook op signalen die leraren ontvangen van collega’s en de mate van vindbaarheid. Deze feedback nemen we mee in de update van de handreiking. Met de wet doorstroomtoetsen po wordt geregeld dat scholen verplicht zijn de schooladviesprocedure in de schoolgids op te nemen, en om ouders hier actief over te informeren. Handvatten om dit gesprek te voeren vormen ook onderdeel van de Handreiking schooladvisering en de voorgenoemde vernieuwing hiervan. De handreiking krijgt een steeds groter bereik en ik ben van mening dat het daarom goed is om in samenwerking met scholen en onderwijspartijen deze handreiking als basis te blijven gebruiken in plaats van nieuwe documenten op te tuigen. In het kader van uitvoering van de motie van het lid Segers c.s. zijn we in gesprek met onder meer Ouders & Onderwijs over de informatiebehoefte van leerkrachten en ouders, specifiek waar het leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte betreft. Ook nemen we deze vragen informatie mee in gesprek met verscheidene scholen om middels de Handreiking schooladvisering leerkrachten handvatten te bieden bij ouders die minder goed de weg weten naar de school.

De leden van de PvdA-fractie geven aan dat de normeringsverschillen tussen toetsen ertoe hebben geleid dat de referentieniveaus op gebied van taal en rekenen nu niet geheel duidelijk zijn. Zij vragen of ik kan verzekeren dat de oorzaak van de problemen niet wordt herhaald in 2022 en 2023 wanneer niet kan worden vastgesteld wat de exacte oorzaak was. Daarnaast vragen zij op welke manier ik ga controleren of aanbieders dezelfde uitgangspunten ten behoeve van een duidelijke normering gebruiken.

Zoals beschreven in mijn brief van 14 maart 2022 inzake schooladvisering en eindtoetsing po, hebben Stichting Cito en de EPO gezamenlijk een geharmoniseerde normeringssystematiek ontwikkeld. De reden voor de ontwikkeling van deze systematiek is om de problemen zoals die voor 2019 en 2021 zijn geconstateerd in de toekomst te voorkomen. Om mij verder vertrouwen te geven in de normeringssystematiek van 2022 en 2023 heb ik ook het RCEC om een onafhankelijk oordeel gevraagd. RCEC stelt dat de aanpak valide en bruikbaar is. Dit geeft mij het vertrouwen dat de problematiek zich komende jaren niet herhaalt. In de Stuurgroep Doorstroomtoetsen PO voeren we de afgesproken werkwijzen met alle aanbieders van eindtoetsen, Stichting Cito en de EPO uit. Zodoende bewaak ik dat aanbieders dezelfde uitgangspunten volgen.

Denk

De leden van de Denk-fractie vragen hoe ik uitvoering geef aan de motie van het lid Van Baarle12 over aandacht op pabo’s aan onderadvisering van leerlingen met een migratieachtergrond. Zij vragen in hoeverre de handreiking schooladvisering en andere hulpmiddelen over verspreiding van expertise binnen het onderwijs om onderadvisering tegen te gaan voldoende bekend en benut wordt bij onderwijsinstellingen. Tevens vragen zij wanneer de kamer geadviseerd zal worden over het onderzoek naar aanleiding van de motie van het lid Van Baarle13 over onderadvisering bij leerlingen met een migratieachtergrond.

Naar aanleiding van de motie van het lid Van Baarle is gesproken met het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (LOBO) en 10voordeleraar. Zoals ik in het antwoord op de tweede vraag van de leden van de SP-fractie toelicht, wordt het thema onderadvisering specifiek meegenomen in de volgende herijking van de generieke kennisbasis pabo.

Mijn ambtenaren gaan samen met het SLO in gesprek met diverse scholen om op te halen welke afwegingen scholen maken bij het heroverwegen en mogelijk bijstellen van het schooladvies. Deze gesprekken en het afwegingskader hebben tot doel om ondersteuning te bieden wanneer leerlingen een lager schooladvies hebben ontvangen dan het toetsadvies. De vernieuwde Handreiking schooladvisering neemt op basis daarvan handvatten en best practices op. Ik beoog om de vernieuwde handreiking, op basis van input uit de gesprekken met de SLO en scholen, vóór de periode dat scholen schooladviezen geven, rond januari 2023, te publiceren en te verspreiden.


X Noot
1

Kamerstuk 35 671, nr. 17

X Noot
2

Vo: voortgezet onderwijs

X Noot
3

Kamerstuk 35 671, nr. 18

X Noot
4

Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 63

X Noot
5

Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 64

X Noot
6

Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 242

X Noot
9

Kamerstuk 35 671, nr. 17

X Noot
10

Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 612

X Noot
11

Kamerstuk 35 671, nr. 18

X Noot
12

Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 63

X Noot
13

Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 242

Naar boven