31 293 Primair Onderwijs

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 490 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2019

Middels uw brief van 26 september 2019 verzoekt de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het onderzoek naar de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging in het primair en voortgezet onderwijs de overzeese gebiedsdelen te betrekken. Hartelijk dank voor dit verzoek.

Ook de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging van de scholen in Caribisch Nederland hebben mijn aandacht. In de afgelopen jaren is er, samen met de scholen en besturen in Caribisch Nederland, hard gewerkt aan de aanpassing van de bekostiging in het Voorgezet Onderwijs en aan de herijking van de bekostiging in het Primair Onderwijs.1 In het kader van de aanpassing van de bekostiging voor het Voorgezet Onderwijs is in 2014 ook onderzoek gedaan door de Algemene Bestuursdienst.2 Beide bekostigingstrajecten zijn in de afrondende fase.

Ik ben voornemens de inzichten uit het huidige onderzoek naar de doelmatigheid en de toereikendheid van het funderend onderwijs in Europees Nederland naast de uitkomsten van de aanpassing van de bekostiging in het Voorgezet Onderwijs en de herijking in het Primair Onderwijs in Caribisch Nederland te leggen. Op basis hiervan bepaal ik of aanvullend onderzoek nodig is. Hiermee hoop ik recht te doen aan uw wens om de situatie in Caribisch Nederland ook goed te beschouwen.

Het betrekken van de scholen in Caribisch Nederland in het lopende onderzoek, zoals u vraagt, is op dit moment niet meer mogelijk. Het onderzoek is namelijk al geruime tijd in uitvoering, het eindrapport wordt eerdaags opgeleverd.

Daarnaast acht ik het betrekken van Caribisch Nederland in het casusonderzoek onwenselijk omdat het, vanwege de kleinschaligheid van het onderwijs daar, eerder een effectmeting van individuele scholen wordt dan van het meten van de doelmatigheid en toereikendheid binnen de sectoren. Ook kan dan niet geborgd worden dat de resultaten niet herleidbaar zijn naar individuen of scholen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 212

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 31 568, nr. 147.

Naar boven