31 289 Voortgezet Onderwijs

31 293 Primair Onderwijs

Nr. 560 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2023

Op 26 september stuurde ik uw Kamer een brief waarin ik u informeerde over de planning van de doorstroomtoets in groep 8 van het primair onderwijs.1 In die brief meldde ik ook dat ik signalen heb ontvangen over de planning van de nieuwe centrale aanmeldweek (25 tot en met 31 maart)2 in relatie tot de vrije dagen rond Pasen. Ik heb uw kamer toegezegd u na gesprekken met de betreffende organisaties hier nader over te informeren.

Op 28 september is ambtelijk gesproken met vertegenwoordigers van de vier organisaties die in de G4 verantwoordelijk zijn voor de overstap van leerlingen van het primair onderwijs (po) naar het voortgezet onderwijs (vo). De G4-organisaties wezen er in het gesprek op dat de planning van de centrale aanmeldweek, die op wetsniveau is vastgelegd, in bepaalde regio’s vanwege de schaalgrootte op uitvoeringsproblemen stuit. Verwacht wordt dat het een significante groep ouders niet zal lukken hun kind aan te melden tijdens de centrale aanmeldweek, die in 2024 in de praktijk vier of vijf werkdagen telt. Daarmee vormt de planning van deze week volgens hen een risico voor kansengelijkheid, terwijl de centrale aanmeldweek nu juist is ingesteld om de kansengelijkheid bij de aanmelding van leerlingen voor het vo te bevorderen. Ik heb mogelijkheden gevonden om scholen in 2024 meer ruimte te bieden rond de aanmeldingen van leerlingen voor het vo.3

1. Ruimte voor aanmelding van leerlingen vóór de centrale aanmeldweek

Scholen mogen ouders de mogelijkheid bieden om hun kind al vóór 25 maart aan te melden bij het vo. Het gaat daarbij om leerlingen die al eerder dan 25 maart een definitief schooladvies in bezit hebben. Voorwaarde voor aanmelding bij het vo is immers dat een definitief schooladvies overlegd kan worden. Alle leerlingen die uiterlijk 31 maart bij het vo zijn aangemeld, worden door het vo beschouwd als zijnde gelijktijdig aangemeld. Dus leerlingen die op 25 maart of eerder worden aangemeld, krijgen geen voorrang op leerlingen die op 31 maart worden aangemeld (en ook geen nadeel).

Verlenging van de aanmeldperiode ná 31 maart zou praktische en mogelijk ook juridische problemen opleveren. Vanaf 1 april beginnen vo-scholen met het indelen van de klassen en het plaatsen van leerlingen. Daar hebben ze formeel zes weken voor, maar in deze periode valt ook de meivakantie. Het is dus zaak dat het plaatsingsproces snel kan beginnen. Daarnaast zou uitbreiding van de aanmeldperiode ná de vastgestelde week ook op juridische problemen (kunnen) stuiten. Ouders van uitgelote leerlingen die binnen de wettelijke week van 25 maart tot en met 31 maart zijn aangemeld zouden namelijk bezwaar kunnen maken als leerlingen die ná 31 maart zijn aangemeld wél ingeloot worden. De datum van 31 maart is immers wettelijk vastgelegd. Daarom is het belangrijk eraan te werken dat alle ouders vóór 1 april hun kind hebben aangemeld bij het vo, en dat (po-)scholen ouders daar indien nodig bij kunnen ondersteunen.

2. Ruimte voor aanmelding van leerlingen ná de centrale aanmeldweek

Door allerlei omstandigheden kan het toch voorkomen dat leerlingen pas na 31 maart bij het vo worden aangemeld. Het betreft hier bijvoorbeeld leerlingen van ouders die minder of niet digitaal vaardig zijn of die om een andere reden moeite hebben met aanmelden, maar ook om bijvoorbeeld leerlingen die rond deze periode verhuizen of die te maken hebben met persoonlijke omstandigheden. Ook deze leerlingen hebben recht op plaatsing in het vo. Voor leerlingen die pas na 31 maart bij het vo worden aangemeld, kunnen scholen een tweede aanmeldmogelijkheid organiseren. Deze leerlingen kunnen wel minder kans hebben op plaatsing op de school van eerste voorkeur. De gewenste school kan dan immers (eventueel na loting) vol zitten. Deze leerlingen kunnen echter wel geplaatst worden op een school waar dan nog wél plaats is.

Deze oplossingen kunnen bij zowel scholen in het po en vo als bij de aanmeldorganisaties op draagvlak rekenen. De uitkomsten van dit gesprek heb ik afgestemd met onder meer de PO-Raad en de VO-raad. Gezamenlijk zorgen we ervoor dat de genoemde ruimte rond de aanmelding bij scholen onder de aandacht wordt gebracht.

Tot slot, in deze brief heb ik de ruimte geschetst voor scholen om in 2024 pragmatisch om te gaan met de planning en inrichting van de aanmeldingen bij het vo. Hiermee kan binnen de wettelijke kaders op een praktische manier invulling worden gegeven aan de intentie van de wet: het bevorderen van kansengelijkheid bij de plaatsing van leerlingen in het vo. Uitgangspunt is daarnaast dat alle leerlingen die het po hebben afgerond na de zomervakantie hun onderwijsloopbaan in het vo kunnen vervolgen. De ervaringen met het nieuwe tijdpad waarin schooladvies, toetsafname en aanmelding hun beslag krijgen, zullen in schooljaar 2023/2024 nauwgezet gevolgd worden en deze zullen worden betrokken bij de evaluatie van de Wet doorstroomtoetsen po.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

Kamerstuk 31 293, nr. 701.

X Noot
2

De centrale aanmeldweek is ingesteld door inwerkingtreding van de Wet doorstroomtoetsen po, vanaf 1 augustus 2023.

X Noot
3

Waar in deze brief «scholen» genoemd staat, kan ook gelezen worden: regio’s of organisaties die zich lokaal of regionaal bezighouden met de overstap van po naar vo.

Naar boven