31 293 Primair Onderwijs

Nr. 701 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2023

Op 14 september 2023 heb ik het verzoek gekregen van de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op initiatief van het lid Richardson (VVD), om een brief te sturen ten aanzien van de viering van carnaval en de planning van de doorstroomtoets. In mijn brief van 14 september jl. heb ik vervolgens aangekondigd op korte termijn in gesprek te gaan met de betrokken partijen over de afname van de doorstroomtoets en de viering van carnaval.1 Op 18 september heeft dit gesprek plaatsgevonden, met vertegenwoordigers van de samenwerkende carnavalsverenigingen, de carnavalsbonden, de provincie Limburg, ouders, de sectoren primair en voortgezet onderwijs, schoolleiders, de toetsaanbieders, stichting Cito en het CvTE. Dankzij hun bijdragen heb ik een breed beeld gekregen van de zorgen, dilemma’s en afwegingen ten aanzien van de onderwijsinhoudelijke en organisatorische consequenties van een eventuele aanpassing van de afnameperiode.

In deze brief licht ik mijn besluit toe, evenals de dilemma’s die daaraan ten grondslag liggen. Het belang van het kind staat altijd voorop. Een leerling moet in goede omstandigheden een toets kunnen maken. Tegelijkertijd zie ik ook het belang van deelname aan belangrijke tradities. Om hiervoor meer ruimte te maken, verleng ik de periode waarin scholen een doorstroomtoets kunnen afnemen van twee naar drie weken.

Na de afname van de doorstroomtoetsen in 2024 zal ik u een wetswijziging doen toekomen waarin ik deze verruiming van de afnameperiode structureel codificeer.

Wet doorstroomtoetsen po

Vanaf dit schooljaar is de nieuwe Wet doorstroomtoetsen po in werking getreden. Deze wijzigingswet is het resultaat van een gewogen proces, waaraan veel verschillende partijen hebben meegewerkt en over hebben meegedacht, waaronder de PO-Raad en de VO-raad, en is uiteindelijk door u als wetgever gefinaliseerd. Het uitgangspunt van deze wet was en is de kansengelijkheid te vergroten in de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Vanaf dit schooljaar maakt de aanmeldprocedure geen onderscheid meer tussen leerlingen met een ongewijzigd of bijgesteld schooladvies. Zo hebben alle leerlingen dezelfde kans op plaatsing op de vo-school van hun voorkeur.

Met deze wetswijziging is daarom het tijdpad van schooladvies, toetsafname en aanmelding aangepast. Daartoe is een impactanalyse opgesteld, waarin werd geïnventariseerd wat de mogelijkheden waren om het tijdpad te optimaliseren.2 Uit die analyse bleek dat er een bepaalde periode is waarin de toets kan worden afgenomen. Buiten die periode ontstaan problemen. Het is aan de voorkant van belang dat er voor po-scholen voldoende onderwijstijd resteert tussen de kerstvakantie en de toetsafname. Aan de achterkant hebben vo-scholen voldoende tijd nodig voor de lerarenformatie, de plaatsing in het VO en een gedegen overdracht van leerlinggegevens bij de overgang van PO naar VO. Om aan deze verschillende voorwaarden te kunnen voldoen, is ervoor gekozen om een afnameperiode van twee weken vast te stellen. Scholen hebben de vrijheid zelf de doorstroomtoets te plannen binnen die periode. De doorstroomtoets neemt maximaal twee dagdelen in beslag.

Het advies van de Raad van State om deze periode van twee weken op wetsniveau vast te leggen is destijds door mijn ambtsvoorganger overgenomen. Uw verzoek de afnameperiode op deze korte termijn te verruimen kan niet zonder in strijd met de wet te handelen. Om te voorkomen dat we in strijd met de wet blijven handelen, heb ik besloten de wijziging zo spoedig mogelijk in de wet op te nemen.

Doorstroomtoets in de week vóór carnaval

De genoemde periode van twee weken zoals die nu in de wet is opgenomen, biedt de mogelijkheid om de doorstroomtoets af te nemen voorafgaand aan de carnavalsweek en voorafgaand aan de donderdag en vrijdag waarop het carnavalsfeest op scholen vaak wordt gevierd. In 2024 kunnen scholen ervoor kiezen om maandag 5, dinsdag 6 of woensdag 7 februari een doorstroomtoets af te nemen. Uit het gesprek van 18 september bleek echter dat de hierboven geschetste termijn toch onvoldoende ruimte biedt voor de tradities horende bij carnaval. De verschillende vertegenwoordigers van carnaval, waaronder niet alleen carnavalsbonden en -verenigingen, maar ook de provincie Limburg, de PO-Raad, de VO-raad en AVS, benadrukten dat het vieren van carnaval meer is dan alleen de vieringen tijdens de carnavalsweek zelf en het carnavalsfeest op school. Het betreft dynamisch cultureel erfgoed. Leerlingen, vooral die uit groep 8, doen mee aan allerhande activiteiten in de week voorafgaand aan carnaval en kunnen daardoor in die week niet de concentratie opbrengen die ze nodig hebben voor de doorstroomtoets. Dat heeft geleid tot het verzoek om de afnameperiode van de doorstroomtoets met één week te verlengen aan de voorkant (29 januari–4 februari).

Bestuurlijke dilemma’s: overwegingen verruiming afnameperiode

De aanbieders van doorstroomtoetsen, het CvTE en stichting Cito hebben gewezen op de voorwaarden en consequenties van een verruiming van de afnameperiode aan de voorkant. Uit eerdere analyse en adviezen, alsmede uit het overleg van 18 september, blijkt dat een verlenging aan de achterkant niet uitvoerbaar is met instandhouding van de bijstelling van de schooladviezen en de aanmeldperiode voor het VO (die start op 25 maart). Het is niet mogelijk de normering van de toetsen en het opstellen van de leerlingrapporten binnen een kortere periode uit te voeren. De enige ruimte tot verlenging van de afnameperiode is dus de week voorafgaand aan de huidige toetsperiode.

Een verruiming van de afnameperiode moet voor alle scholen in Nederland gelden. De aanbieders van doorstroomtoetsen geven aan dat een verruiming van de afnameperiode aan de voorkant op deze korte termijn mogelijk is, maar alléén voor digitale toetsen. De afname van de twee beschikbare papieren toetsen kan op deze korte termijn niet worden vervroegd. Logischerwijs is het bij een papieren toets van belang dat die gelijktijdig in het hele land plaatsvindt. De papieren toetsen staan nu gepland op 6 en 7 februari a.s. en dat blijft dit jaar zo. Het is niet wenselijk deze toetsen nu nog te verplaatsen, temeer omdat scholen die geen carnaval vieren daarmee verplicht zouden worden hun jaarplanning op korte termijn nog aan te passen. De verruiming van de periode van digitaal toetsen heeft organisatorisch minder zwaarwegende consequenties. Toetsaanbieders geven daarbij aan dat deze vervroeging slechts mogelijk is wanneer er vóór 1 oktober duidelijkheid is. Dat is de datum waarop scholen zich kunnen gaan inschrijven voor de verschillende doorstroomtoetsen.

Met de inwerkingtreding van de Wet doorstroomtoetsen po wordt de periode waarin het schooladvies kan worden gegeven aanzienlijk ingekort ten opzichte van voorgaande jaren (toen mochten scholen tot 1 maart het schooladvies geven). Het schooladvies zou in 2024 tussen 10 en 31 januari gegeven kunnen worden. Scholen die gebruik maken van de met deze brief aangekondigde mogelijkheid om vervroegd de doorstroomtoets af te nemen, zullen ook het schooladvies eerder moeten geven en registreren, uiterlijk de dag voorafgaand aan de afname van de doorstroomtoets. Daarmee resteert scholen minder tijd dit advies op te stellen en te bespreken met ouders en leerlingen. Uit het dringend verzoek vanuit het veld om een verruiming van de afnameperiode, mede verwoord door de PO-Raad, maak ik op dat een verdere inkorting van de adviesperiode geen onoverkomelijk problemen zou moeten opleveren voor scholen.

Omdat met de inwerkingtreding van de Wet doorstroomtoetsen po het tijdpad wijzigt waarin schooladvies, toetsafname en aanmeldweek hun beslag krijgen, onderzoek ik na de eerste afnameperiode van de doorstroomtoets wat de effecten zijn van dit nieuwe tijdpad. Nu de periode om het schooladvies af te geven nog verder wordt ingekort bij scholen die vervroegd de toets afnemen, zal ik ook de effecten van die extra inkorting meenemen in het onderzoek.

Conclusie

Gelet op het standpunt dat verschillende fracties van uw Kamer innemen om de afnameperiode te verruimen, om leerlingen meer ruimte te geven in de week vóór carnaval, heb ik besloten om in 2024 scholen ook toe te staan een digitale doorstroomtoets af te nemen in week 5 (29 januari–4 februari). Er staan scholen zes digitale toetsen ter beschikking. En natuurlijk blijft het gewoon mogelijk een digitale doorstroomtoets af te nemen in de weken die daar al voor stonden (5 – 18 februari). De data waarop de papieren toetsen worden afgenomen (6–7 februari), blijven staan. In totaal zijn er dan drie weken waarin doorstroomtoetsen kunnen worden afgenomen.

Scholen mogen in 2024 voor deze vervroegde afname kiezen mits aan twee voorwaarden wordt voldaan: ten eerste moet het voorlopig schooladvies vóór de afname van de doorstroomtoets zijn gegeven en geregistreerd. Ten tweede dienen scholen zelf zorg te dragen voor een degelijke digitale infrastructuur en een afdoende niveau van digitale vaardigheid bij zowel leerkrachten als leerlingen voor het afnemen van een digitale toets. Scholen kunnen bij de toetsaanbieder van hun voorkeur terecht voor vragen over de randvoorwaarden die aan een digitale afname worden gesteld.

Voor de afname van de doorstroomtoets in 2025 en verder zal ik erop toe zien dat ook de planning van de papieren toetsen ruimte biedt aan belangrijke tradities.

Proces signalen met betrekking tot centrale aanmeldweek

Naast de signalen over de doorstroomtoets, heb ik ook signalen ontvangen over de planning van de centrale aanmeldweek. De data van die week zijn wettelijk vastgesteld van 25 tot en met 31 maart. In diverse schooljaren vallen in deze week echter vrije dagen, zoals Goede Vrijdag, Pasen en weekenden. Dat levert in ieder geval voor 2024 een kortere aanmeldperiode op. Diverse organisaties, zoals organisaties die binnen de G4 verantwoordelijk zijn voor de overgang po-vo, geven aan dat dit risico’s met zich meebrengt voor kansengelijkheid. Over de zorgen en mogelijke aanpassingen rondom de aanmeldweek ga ik op korte termijn in gesprek met de G4-organisaties. De uitkomsten van dit gesprek zal ik ook in breder verband afstemmen. Bijvoorbeeld met betrokkenen als de PO-Raad, de VO-raad, samenwerkingsverbanden en Ouders en Onderwijs. Ik zal de uitkomsten van het gesprek na afloop met u delen.

Tot slot

Ik vertrouw erop met het besluit rond de afnameperiode tegemoet te komen aan de groeiende wens, ook van uw Kamer, om meer rekening te houden met de aanloop naar carnaval en de kansengelijkheid van leerlingen. Een zorgvuldige en professionele afname van de doorstroomtoets is van groot belang. Deze brief is daarom ook bedoeld om duidelijkheid te geven aan alle uitvoeringsorganisaties die daarmee zijn belast en die mij hebben gevraagd vóór 1 oktober duidelijkheid te bieden, zodat alle noodzakelijke voorbereidingen tijdig kunnen plaatsvinden.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

Kamerstuk 21 293, nr. 698.

X Noot
2

Oberon (2020), Nut, wenselijkheid en consequenties van één aanmeldmoment vo. Zie bijv. https://open.overheid.nl/documenten/ronl-239bdd9f-d0fe-4d88–848e-b2156ec5c30f/pdf.

Naar boven