31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 534 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2023

De Vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een brief ontvangen van een docent in het voortgezet onderwijs, over het havo-bovenbouwprofiel natuur en techniek (NT). In de procedurevergadering van 10 november 2022 heeft de commissie besloten graag een reactie van mij op deze brief te ontvangen. Op 14 november 2022 heeft de griffier van de vaste commissie dit verzoek aan mij overgebracht In deze brief ga ik in op uw verzoek. Daarbij leg ik ook een relatie met mijn voornemens ten aanzien van periodiek curriculumonderhoud, waarover ik uw Kamer onlangs in een brief met een «tussenbalans» van de curriculumherziening heb geïnformeerd1. Dat is de reden dat u relatief lang op deze reactie heeft moeten wachten.

Ervaren knelpunten in de havo-N-profielen

De docent adresseert in zijn mail een tweetal knelpunten die er volgens hem zouden zijn bij de keuzemogelijkheden van havoleerlingen die het profiel natuur en techniek (NT) volgen (waarvan het eerste punt ook van toepassing zou zijn voor leerlingen die het profiel natuur en gezondheid (NG) volgen).

Ten eerste zou er bij de profielen natuur en techniek (NT) en natuur en gezondheid (NG) sprake zijn van twee struikelvakken voor de «typische» NT-en NG-leerlingen, namelijk Nederlands en Engels. Hij stelt dat het aantal leerlingen met dyslexie in de NT- en NG-profielen procentueel groter zou zijn dan bij de andere profielen. Voor deze leerlingen, die meer moeite hebben met taal, zijn toch twee talen verplicht als examenvak. NG- en NT-leerlingen hebben ook niet de mogelijkheid om de vakken Nederlands en Engels in een «lichtere» variant te volgen en met een examen af te ronden, terwijl zo’n mogelijkheid er wel is bij wiskunde in de havo-profielen cultuur en maatschappij (CM) en economie en maatschappij (EM)2. Voor veel «typische» leerlingen in die profielen is vooral wiskunde (dus maar één vak) een «struikelvak». Havo-EM-leerlingen kunnen kiezen tussen wiskunde A en wiskunde B en havo-CM-leerlingen kunnen er zelfs voor kiezen om géén wiskunde te volgen. De docent geeft in zijn mail aan dat hij vindt dat hier een grote oneerlijkheid in zit. Hij stelt voor om ook voor de vakken Nederlands en Engels een lichtere variant te ontwikkelen of de kernvakkenregeling aan te passen door toe te staan dat leerlingen met een N-profiel twee vijven of een 4 en een 5 op de eindlijst hebben (mits gecompenseerd).

Het tweede punt dat door hem wordt geadresseerd is de status van het examenvak scheikunde. Scheikunde is in beide N-profielen (NG en NT) een verplicht examenvak. De docent stelt dat scheikunde geen «keihard technisch vak is dat zou passen bij het NT-profiel»: het vak zou niet noodzakelijk zijn voor een groot aantal vervolgopleidingen waar het NT-profiel specifiek op voorbereidt. Het vak is echter wel verplicht voor alle leerlingen in de N-profielen, ook leerlingen die het NT-profiel hebben gekozen. Doordat het niet mogelijk is om een N-profiel te kiezen zonder scheikunde zouden leerlingen die «een echt technisch profiel» zouden willen kiezen volgens hem feitelijk geen keuze hebben. Voor leerlingen die moeite hebben met het vak scheikunde zou de mogelijkheid om het profiel NT te kiezen volgens hem onnodig beperkt worden. Daarnaast geeft hij aan dat in het NT-profiel ten opzichte van de andere profielen sprake is van de minste vrijheid voor leerlingen om eigen keuzes te maken voor te kiezen vakken. Daarom stelt hij voor in het NT-profiel alleen wiskunde B en natuurkunde verplichte profielvakken te laten zijn, en van scheikunde een profielkeuzevak te maken (een examenvak dat een leerling in dit profiel kán kiezen) in plaats van een profielvak (dat alle leerlingen in dit profiel móéten kiezen).

Geen overhaaste aanpassingen in de profielen

De punten die de docent noemt zijn zonder meer relevant. Grotendeels vaststaande vakkenpakketten perken de keuzevrijheid van leerlingen inderdaad in. De profielstructuur in havo en vwo, die in de huidige vorm stamt uit 2007, is echter weloverwogen tot stand gekomen.3 Belangrijke aanleiding daarvoor waren door het hoger onderwijs geconstateerde aansluitingsproblemen: doordat leerlingen vóór de invoering van de profielenstructuur zelf hun vakkenpakket konden kiezen bleek dat een deel van de leerlingen in het voortgezet onderwijs onvoldoende was toegerust zodra zij instroomden in het vervolgonderwijs.

De motivatie voor de wet waarmee de profielen in de bovenbouw van havo en vwo zijn ingevoerd was dat het om «de aansluiting van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en het hoger algemeen voortgezet onderwijs op het hoger onderwijs te verbeteren» wenselijk was om «het onderwijsprogramma in de hogere leerjaren van deze onderwijssoorten te moderniseren en leerlingen in beter herkenbare en meer samenhangende programma’s gerichter voor te bereiden op bepaalde opleidingen in het hoger onderwijs».4

Met de samenstelling van de profielen is een zo goed mogelijke doorstroom van het voortgezet onderwijs naar het vervolgonderwijs beoogd. Dat heeft geleid tot de huidige structuur en inhoud van de profielen. Daarbij geldt dat gedegen beheersing van de Nederlandse en Engelse taal en (een vorm van) wiskunde voor bijna alle vervolgstudies in het hoger onderwijs relevant en nodig zijn en dat deze vakken leerlingen bovendien toerusten voor persoonlijk en maatschappelijk functioneren. Dus hoewel ik er begrip voor heb dat de docent die uw Commissie mailde (en waarschijnlijk ook andere betrokkenen) knel- of verbeterpunten ervaart, zie ik op dit moment nog onvoldoende grond om deze punten mee te nemen in de curriculumherziening.

Periodiek curriculumonderhoud

In mijn brief van 23 februari jl. aan uw Kamer met een «tussenbalans» van de curriculumherziening heb ik geschetst hoe ik een systematiek van periodiek curriculumonderhoud voor me zie. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de Onderwijsraad en voor een (nieuw te organiseren) Curriculumcollege. De vraag of het wenselijk is de inhoud en structuur van de profielen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs te herzien, en zo ja: op welke wijze, is een vraagstuk dat in het kader van periodiek curriculumonderhoud kan worden voorgelegd aan zo’n Curriculumcollege of aan de Onderwijsraad. De punten die de Vaste Kamercommissie OCW bij mij onder de aandacht heeft gebracht zouden daarbij ook aan de orde kunnen komen. Ik ga hierover te zijner tijd graag met uw Kamer in gesprek.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 658.

X Noot
2

Voor alle vwo-leerlingen is wiskunde verplicht. Vwo-leerlingen die het vwo-profiel CM volgen kunnen echter ook het als lichter ervaren examenvak wiskunde C kiezen.

X Noot
3

Dat blijkt al uit het grote aantal Kamerstukken en Handelingen in het dossier Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (via https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/30187_aanpassing_profielen_tweede). De profielenstructuur en bijbehorende vakkenpakketten in het vbo en mavo zijn ook weloverwogen tot stand gekomen, maar kennen een andere geschiedenis.

X Noot
4

Stb. 1997, nr. 322, considerans.

Naar boven