31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 521 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2022

In mijn brief van 16 februari jl. (Kamerstuk 31 289, nr. 512) over de toezeggingen gedaan bij het commissiedebat over examens in het voortgezet onderwijs heb ik uw Kamer toegezegd om u voor de zomer te informeren over de mogelijkheden om herkansingen te realiseren voor deelcertificaatkandidaten van het staatsexamen. Dit naar aanleiding van de motie van het lid Van Meenen c.s. over herkansingen voor deelcertificaatkandidaten in het vso.1 In deze brief ga ik in op de uitkomsten van de analyse hiernaar, evenals op de motie van het lid Van Meenen c.s. inzake de duimregeling voor staatsexamenkandidaten in 2023.2 Onderstaand pakket met maatregelen is besproken met vertegenwoordigers van leerlingen, ouders en scholen uit de vso-sector.

Herkansingen

Zoals ik in het debat van 26 januari (Kamerstuk 31 289, nr. 508) aan uw Kamer heb toegezegd, heb ik mij de afgelopen periode tot het uiterste ingespannen om de uitvoering van beide moties mogelijk te maken. Om zeker te weten dat we het maximale realiseren voor kandidaten heeft de analyse en daarmee deze brief iets langer de tijd gevraagd dan voorzien.

Het doel van de motie van het lid Van Meenen c.s. is om deelcertificaatkandidaten middels een herkansing te compenseren voor de gevolgen van corona op hun onderwijs. Voor de zomer heeft het CvTE laten weten dat de uitvoering van deze motie echter grote druk op de examenketen zou betekenen omdat het aantal af te nemen staatsexamens fors zou toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Hiermee zouden onverantwoorde risico’s voor de continuïteit van de examens ontstaan. Na een nadere analyse en goed overleg met de examenketen, het CvTE en DUO, heb ik daarom besloten om diplomakandidaten van het staatsexamen de komende jaren een extra herkansing te bieden en de komende jaren te werken aan een permanente oplossing voor herkansingen voor deelcertificaatkandidaten. Hiermee hebben deelcertificaatkandidaten in het examenjaar dat zij opgaan voor het diploma (en dus op dat moment diplomakandidaat worden) twee herkansingen in plaats van één herkansing3, in ieder geval tot aan het moment dat een permanente oplossing is gevonden. Het doel van de motie om kandidaten te compenseren voor de gevolgen van de coronapandemie bereiken we hiermee, zij het op een andere wijze dan in de motie beoogd. Door kandidaten op deze manier te compenseren beperken we het totaal aantal examenafnames (diplomakandidaten vormen iets minder dan de helft van de totale groep staatsexamenkandidaten) en zorgen we er daarmee ook voor dat er in de uitvoering ruimte overblijft om de acties uit de Verbeteragenda staatsexamen vo4 uit te voeren. Het zoeken naar een oplossing waarmee op een uitvoerbare wijze herkansingen voor deelcertificaatkandidaten geboden kunnen worden is onderdeel van deze agenda. Er wordt door de examenketen de komende tijd middels experimenten en onderzoeken in de examenpraktijk hard gewerkt aan het uitvoeren van de agenda en wordt hierbij prioriteit gegeven aan het vso. Verderop in deze brief ga ik nader in op wat dit concreet betekent.

Motie over staatsexamenkandidaten in 2023 recht geven op de duimregeling

Naast de toekomstige structurele herkansingsmogelijkheid voor deelcertificaatkandidaten wil ik de groep deelcertificaatkandidaten compenseren voor de uitdagingen waarmee zij geconfronteerd werden tijdens de coronajaren in de afronding van hun deelcertificaten. Ik bied deze groep kandidaten compensatie door uitvoering te geven aan de motie van het lid Van Meenen c.s. waarin de regering verzocht wordt staatsexamenkandidaten, inclusief vso-leerlingen, in 2023 recht te geven op de duimregeling, waarbij met terugwerkende kracht een duim gelegd kan worden op een resultaat uit 2020, 2021 of 2022, als zij op die manier hun diploma kunnen halen.5 Dit is onafhankelijk van besluitvorming over eventuele coronamaatregelen in 2023. Staatsexamenkandidaten komen in aanmerking voor deze regeling als zij een resultaat hebben behaald in 2020, 2021 of 2022 en dit resultaat betrekken bij de uitslagbepaling in 2023. Ze mogen in dat geval de resultaten van één vak, niet zijnde een kernvak, buiten beschouwing laten bij het bepalen van de uitslag, ook als dit een vak van voor 2020 of uit 2023 betreft.6

Verbeteragenda staatsexamen vo

In de brief van mijn ambtsvoorganger van 17 december 2021 wordt ingegaan op de drie lijnen van de verbeteragenda staatsexamen vo. De agenda richt zich op het werken aan de optimalisering van het staatsexamensysteem om te zorgen voor meer capaciteit, flexibiliteit, en een betere aansluiting bij de vso-doelgroep. In het najaar ontvangt uw Kamer een voortgangsrapportage voor de projecten onder de verbeteragenda maar hieronder ga ik alvast in op de lopende projecten. Zoals het CvTE beschrijft in bijgevoegde brief vraagt het uitvoeren van deze projecten en de in deze brief aangekondigde maatregelen het uiterste van de examenketen. Met het uitvoeren van de agenda is daarmee ook geen ruimte voor aanvullende beleidsveranderingen.

  • Herkansingen voor deelcertificaatkandidaten

    Zoals hierboven toegelicht is het bieden van herkansingen voor deelcertificaatkandidaten van het staatsexamen onderdeel van de verbeteragenda. Diverse van de hieronder beschreven projecten zijn voorwaardelijk aan het creëren van deze mogelijkheid. Het CvTE betrekt bij het uitwerken van deze mogelijkheid ook de motie van het lid Westerveld c.s.7, waarin gevraagd wordt om herkansingen voor kandidaten die vanwege studie of beroep opgaan voor een certificaat.

  • Spreiding van de mondelinge examens

    In dit project wordt onderzocht of het mogelijk is om de mondelinge college-examens te spreiden over het schooljaar waardoor er voor de kandidaten meerdere examenmomenten door het jaar ontstaan en er voor de organisatie minder piekdrukte in de zomerperiode is.

  • Inzet vso-docenten bij college-examens

    Staatsexamens vo voert een onderzoeksproject uit met het doel om samen met vso scholen en vso docenten te bekijken hoe zij de afname van de college examens anders kunnen inrichten. Er worden nieuwe oplossingen gevonden om alle mondelinge examens jaarlijks af te kunnen blijven nemen en maatwerk te blijven bieden aan kandidaten die dat nodig hebben. In dit project werken vso docenten en staatsexamen-examinatoren samen bij het afnemen van de college examens.

  • Inzicht in reeds behaalde resultaten

    Dit project beoogt kandidaten eerder te informeren over hun resultaten waardoor zij zich beter voorbereiden en beschikbare examencapaciteit effectiever kan worden ingezet.

  • Optimaliseren van de afname van college-examens

    Onderzocht wordt of er naast de bestaande schriftelijke en mondelinge afnames ook andere afnamevormen van meerwaarde kunnen zijn voor kandidaten.

  • Onderzoek terugtrekkingen vso-kandidaten

    Een deel van de vso-kandidaten trekt zich kort voor de afname van het examen terug. In dit project worden de redenen hiervan onderzocht, evenals manieren om het aantal terugtrekkingen te verminderen zodat de beschikbare examencapaciteit beter kan worden benut.

  • Informatievoorziening en scholing

    Het CvTE wil examenkandidaten van begrijpelijke informatie voorzien. Ook voor examenjaar 2022 investeert het CvTE extra in de informatievoorziening aan en scholing over vso-scholen en kandidaten.

  • Aanstelling en vergoeding examenbetrokkenen

    Examenbetrokkenen (waaronder examinatoren en correctoren) zijn essentieel voor het gehele examensysteem, zonder hen kunnen er immers geen examens worden afgenomen of gecorrigeerd. Hierbij horen duidelijke afspraken tussen het CvTE en examenbetrokkenen over wat er over en weer van elkaar verwacht wordt. Zowel de aanstelling als de vergoedingen van examenbetrokkenen zullen worden beoordeeld in het licht van de taak waar staatsexamens vo voor staat.

Tot slot

Door op bovenstaande wijze uitvoering te geven aan beide moties blijft er ruimte in de uitvoering om volop in te zetten op de verbeteragenda staatsexamen. Hiermee gaan we de gehele staatsexamenorganisatie moderniseren en beter laten aansluiten op de behoeften van kandidaten. Tegelijkertijd kunnen we kandidaten compenseren voor zowel de lastige omstandigheden van de afgelopen jaren en het feit dat we deelcertificaatkandidaten op dit moment nog geen herkansingen kunnen bieden. Ik zal in de komende periode zorgen voor goede communicatie aan leerlingen, kandidaten, ouders en vso-scholen over deze maatregelen. Dekking voor de uitvoering van de moties is gereserveerd binnen de OCW-begroting.

Met de maatregelen die ik in deze brief aankondig verwacht ik voor staatsexamenkandidaten een passend pakket te hebben in 2023, onafhankelijk van eventuele ontwikkelingen in dit schooljaar. In het najaar zal ik hier echter nogmaals bij stilstaan en uw Kamer ook informeren over zowel de examenresultaten van 2022 als over eventuele maatregelen voor kandidaten uit het regulier onderwijs en vavo.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 188

X Noot
2

Kamerstuk 31 289, nr. 510

X Noot
3

Met herkansen wordt hier bedoeld: (van in dat examenjaar afgelegde vakken) maximaal alle onderdelen van twee vakken herkansen in plaats van de normale regeling van maximaal twee onderdelen van één of twee vakken.

X Noot
4

Kamerstuk 31 289, nr. 505

X Noot
5

Kamerstuk 31 289, nr. 510

X Noot
6

Mits het resultaat ten tijde van de diplomabeslissing in 2023 niet ouder is dan tien jaar conform de bestaande regelgeving.

X Noot
7

Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 192

Naar boven