Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2020
In mijn brieven van 9, 24 en 30 september 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de
situatie op het Avicenna College en de maatregelen die ik heb genomen omdat leerlingen
de dupe werden van een bestuurlijk conflict.1
Zoals aangekondigd voert de Inspectie van het Onderwijs (inspectie) dit jaar verschillende
onderzoeken uit bij het Avicenna College en bij het bevoegd gezag, de Stichting voor
Islamitisch Voortgezet Onderwijs in Rotterdam e.o. (SIVOR). Het rapport van het onderzoek
naar het bestuurlijk handelen is op 6 oktober 2020 gepubliceerd.2 Op 6 november 2020 heeft de inspectie het rapport van het vierjaarlijks onderzoek
bij SIVOR en Avicenna College gepubliceerd.3
De rapporten bevestigen de ernstige zorgen die ik had. Zowel de onderzochte aspecten
bij het bestuur als de kwaliteit van de verschillende afdelingen van de school hebben
het oordeel onvoldoende gekregen.
De interim bestuurder en de interim voorzitter van de raad van toezicht hebben veel
werk te verrichten om aan de herstelopdrachten van de inspectie te voldoen. Ondertussen
wordt ook gezocht naar permanente invulling van de posities van bestuurder en leden
van de raad van toezicht.
Zoals bij elke school voor voortgezet onderwijs die het oordeel onvoldoende (of zeer
zwak) krijgt, bied ik de school via Leren Verbeteren externe begeleiding aan voor
de benodigde verbeteringen. Zodat de leerlingen zo snel mogelijk weer het onderwijs
krijgen dat zij mogen verwachten, in een veilige omgeving.
In mijn brief van 9 september 2020 heb ik uw Kamer gemeld dat de inspectie dit dossier
werd geëscaleerd van niveau D naar E, waardoor het onder regie van het bestuursdepartement
kwam.4 Nu de leerlingen weer les krijgen en de interimmers met de school aan de slag zijn
met het herstel, is regie door het bestuursdepartement niet meer noodzakelijk. Deze
casus gaat daarom terug naar niveau D van de escalatieladder.
De regie komt daarmee weer in handen van de inspectie. De inspectie en ik blijven
de ontwikkelingen nauwgezet volgen.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob