31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 431 Brief van de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2020

Op 9 september jl. informeerde ik u over de zeer zorgwekkende situatie op het Avicenna College, waar de Stichting voor Islamitisch Voortgezet Onderwijs in Rotterdam e.o. het bevoegd gezag van is (Kamerstuk 31 289, nr. 429). Leerlingen kregen op dat moment door bestuurlijke onrust geen onderwijs, wat ik onacceptabel vind. Ook heb ik toen aangegeven dat het bevoegd gezag opvolging zou geven aan de aanbevelingen van professor Vermeulen, die op verzoek van het bevoegd gezag was aangesteld. Dit is van het grootste belang voor de leerlingen van deze school. Graag informeer ik u over de laatste stand van zaken.

Het bevoegd gezag is inderdaad aan de slag gegaan met de adviezen. De interim-directeur is vertrokken, de procedure voor een nieuwe interim-directeur is in gang gezet, evenals voor een nieuwe interim-bestuurder. Ook is een ervaren adviseur gevonden die de afgelopen weken goed werk heeft verricht als klankbord voor het bevoegd gezag. De Inspectie voor het Onderwijs (hierna: inspectie) volgt de school ook nauwgezet. De afgelopen tijd is de inspectie meerdere malen op school geweest en informeert mij regulier over de actuele situatie. Over enkele weken zal de inspectie haar rapport over de school publiceren. Helaas kwam afgelopen maandag het bericht dat een deel van het personeel zich opnieuw ziek gemeld had. Gevolg hiervan was dat de leerlingen naar huis werden gestuurd. Zoals in de vorige brief ook aangegeven, is dit voor mij onacceptabel. Dit is voor mij reden geweest om direct weer met het bevoegd gezag in overleg te treden. Dit is in nauw contact met de gemeente Rotterdam gebeurd.

Na diverse overleggen is gebleken dat er drie stappen gezet moeten worden om de lessen weer te hervatten. Deze stappen zijn inmiddels ook in gang gezet:

  • De huidige bestuurder is uit eigen beweging tot de conclusie gekomen dat het beter voor de school zou zijn als hij zou opstappen. Uiteraard respecteer ik zijn besluit. Daarop heeft het ministerie een interim-bestuurder van buiten voorgedragen die bereid is de komende maanden aan de slag te gaan. De RvT neemt deze voordracht over. Deze interim-bestuurder is zeer ervaren, heeft geen directe relatie met de school en de RvT, en zal volgende week aan de slag gaan. Deze persoon zal oog hebben voor de verschillen van opvattingen binnen de school en hiervoor een adequaat proces het herstel van vertrouwen in gang zetten.

  • Deze nieuwe interim-bestuurder zal zorgvuldig en met alle partijen een nieuwe procedure starten om op korte termijn tot een nieuwe interim-directeur te komen. Dit betekent dat de huidige lopende procedure onder leiding van Colourful People zal worden stopgezet. Ik hecht eraan te benadrukken dat Colourful People haar opdracht professioneel en onafhankelijk heeft opgepakt, en geen blaam treft. Het is echter beter om een nieuwe procedure onder leiding van de nieuwe interim-bestuurder te starten.

  • Het ministerie zal ook helpen bewerkstelligen dat er een nieuwe voorzitter van de RvT zal komen. Deze nieuwe, externe voorzitter zal worden benoemd door de huidige RvT-leden, aangezien zij hiervoor bevoegd zijn, waarna zij per 1 oktober opstappen. De nieuwe voorzitter zal met de bestaande leden vòòr 1 oktober twee nieuwe leden zoeken die, onder leiding van de interim-voorzitter, gedrieën vanaf 1 oktober het toezicht op de school op zich nemen. Een van de belangrijke taken van deze interim RvT zal het benoemen van een vaste bestuurder en directeur zijn. Daarnaast zullen zij ook zorgdragen voor het op orde brengen van de governance.

De vakbonden AOB en CNV zijn betrokken en hebben contact met verschillende geledingen binnen de school. Zij zullen met het oog op het belang van het onderwijs voor de leerlingen ook spreken met de MR van de school.

Dit zijn onvermijdelijke stappen richting herstel van het onderwijs op school. Hiermee zijn natuurlijk niet alle zorgen weggenomen. Maar het is nu meer dan tijd om de leerlingen eindelijk onderwijs te geven, in een veilige omgeving. Ze verdienen dit. Ik reken erop dat de docenten weer les gaan geven. De eerste berichten hierover zijn positief. Wel geldt hierbij de waarschuwing dat als toch mocht blijken dat leerlingen weer naar huis gestuurd moeten worden, ik niet zal schromen om samen met de wethouder voor onderwijs van de gemeente Rotterdam vanuit het belang van de leerlingen andere stappen te zetten. Continuïteit van het onderwijs voor de leerlingen is boven ieders belang verheven.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven