31 289 Voortgezet Onderwijs

31 293 Primair Onderwijs

Nr. 248 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2015

In het ordedebat van uw Kamer op 16 juni 2015 heeft het lid Van Dijk (SP) verzocht om een debat met mij over het bericht «dat middelbare scholen de Cito-toets nog steeds laten meewegen, terwijl dit wettelijk verboden is» (Handelingen II 2014/15, nr. 96, Regeling van Werkzaamheden). Dit bericht was gebaseerd op een nieuwsbericht van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) over een door deze belangenorganisatie georganiseerde internetpeiling onder schoolleiders.

De meerderheid van uw Kamer steunde dit verzoek om een debat te houden. Daarbij bleek behoefte te bestaan om voorafgaand aan dat debat een brief van mij te ontvangen, waarin uiteengezet wordt wat er is gewijzigd ten opzichte van de situatie op 25 februari 2015. Toen sprak ik met uw Kamer over dit onderwerp tijdens het debat «omzeilen schooladvies».

Informatieverstrekking aan scholen

Vooruitlopend op het Kamerdebat van 25 februari heb ik uw Kamer een brief gestuurd waarin de nieuwe wet- en regelgeving met betrekking tot de overgang van primair naar voortgezet onderwijs werd geschetst.1 Hierin zijn sedertdien geen wijzigingen opgetreden.

Alle basis- en middelbare scholen zijn op verschillende manieren over de nieuwe wet- en regelgeving geïnformeerd. Zo heb ik begin maart aan alle PO- en VO-scholen een brief gestuurd waarin de nieuwe regelgeving werd uiteengezet en toegelicht. Deze brief is mede verstuurd naar aanleiding van de in het Kamerdebat van 25 februari ingediende en daarna aangenomen motie-Ypma, waarin wordt gevraagd om duidelijk te communiceren over wat wel en niet is toegestaan onder de gewijzigde regelgeving.2

Op de website www.vanponaarvo.nl, een gezamenlijk initiatief van de PO-Raad en de VO-raad, kunnen scholen precies zien wat niet mag, wat wél is toegestaan en welke uitzonderingen er zijn. Op die website is ook praktische informatie te vinden om de overgang van leerlingen van de basisschool naar de middelbare school zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarnaast kunnen scholen bij verschillende partijen terecht met vragen, waaronder het Informatiecentrum Onderwijs van DUO, de Inspectie van het Onderwijs (verder: de inspectie), de VO-raad en de PO-raad. Ouders kunnen bij ouderorganisatie Ouders & Onderwijs terecht voor advies.

Om te bewerkstelligen dat scholen voor voortgezet onderwijs vanaf dit voorjaar hun feitelijke toelatingsbeslissingen baseren op een juiste toepassing van de regelgeving heeft de inspectie begin dit jaar bovendien proactief scholen benaderd. Eventuele tekortkomingen konden zo nog bijgesteld worden, zonder dat handhavend opgetreden behoefde te worden. De inspectie volgt op grond van signalen nu tevens het feitelijke verloop van de plaatsing en toelating van leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Ervaringen tot nu toe

Intussen is de plaatsing van leerlingen in volle gang en in veel gevallen ook al afgerond. In verreweg de meeste gevallen lijkt dat te zijn gegaan volgens wens en verwachting van zowel de leerlingen en hun ouders, als van de basis- en middelbare scholen. Waar zich problemen voordeden konden deze bij de inspectie worden gemeld. De inspectie heeft op basis van dergelijke signalen contact opgenomen met enkele scholen die in hun toelatingsbeleid de regelgeving niet (volledig) naleefden. Hoewel er helaas enkele incidenten zijn geweest, heeft de inspectie weinig klachten ontvangen.

Omdat de toelating en plaatsing van leerlingen nog in gang is, beschik ik nu nog niet over een definitief beeld over hoe dit is verlopen. Zoals ik uw Kamer eerder hebt toegezegd, zal ik na de zomer over deze gegevens beschikken en wordt u hierover in oktober 2015 nader geïnformeerd. Het betreft hier gegevens uit een kleinschalig onderzoek van de inspectie, waarbij ook de werking van enkele regionale plaatsingswijzers wordt betrokken, en (de analyse van) de gegevens die scholen in BRON registreren over de eindtoetsresultaten en de schooladviezen. Tot die tijd kan ik wel alvast ingaan op een paar onderwerpen waar leerlingen, ouders en scholen nog aan moesten wennen in dit eerste invoeringsjaar, of waarover in de media is bericht.

Plaatsing na heroverweging

Er was het bericht – op basis waarvan uw Kamer een debat en deze brief heeft aangevraagd – dat middelbare scholen de Cito-toets nog steeds zouden laten meewegen, terwijl dit wettelijk verboden is. Dat bericht was gebaseerd op een nieuwsbericht van AVS op basis van een internetpeiling onder schoolleiders.

We moeten voorzichtig zijn om aan deze peiling de conclusie te verbinden als zouden middelbare scholen de eindtoets nog steeds oneigenlijk laten meewegen bij de toelating. Die conclusie kan namelijk niet getrokken worden uit de internetpeiling die de AVS heeft uitgevoerd. AVS heeft schoolleiders in het basisonderwijs gevraagd of de uitslagen van de eindtoets hebben geleid tot wijziging in de plaatsing van leerlingen. De helft van de respondenten heeft daar bevestigend op geantwoord.3

Dat is ook niet verwonderlijk. Het komt immers op de meeste basisscholen voor dat de basisschool op basis van de uitslag van de eindtoets, schooladviezen heroverweegt en eventueel naar boven toe bijstelt. Daarna wordt de leerling in het voortgezet onderwijs alsnog in een andere schoolsoort geplaatst. Dat betekent nog niet dat de middelbare school eigenstandig, en daarmee dus oneigenlijk, de eindtoets meeweegt in de plaatsing van leerlingen. Dergelijke berichten hebben mij en de inspectie, na de afronding van de hiervoor genoemde preventieve acties, niet bereikt. Wanneer de inspectie onregelmatigheden signaleert, zal ze uiteraard optreden.

Wel is het voorgekomen dat scholen voor voortgezet onderwijs geen plaatsruimte meer hadden binnen de andere schoolsoort nadat leerlingen een heroverwogen schooladvies hadden gekregen, en dat leerlingen daardoor moesten uitwijken naar een andere school. Ik begrijp dat dit een teleurstelling kan zijn voor deze leerlingen. Uiteindelijk is er wel voor alle leerlingen voldoende aanbod beschikbaar. Op lokaal of regionaal niveau kunnen afspraken gemaakt worden over matching en plaatsing, en wordt hieraan uitvoering gegeven. Zolang deze afspraken en werkwijzen passen binnen de wettelijke kaders, zal ik mij niet in deze afspraken en praktijk mengen.

Heroverwegingen na eindtoets

Heroverwegingen van basisschooladviezen lijken in sommige gevallen voor spanningen te hebben gezorgd tussen ouders, basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. De leerling heeft bij een «hoger» resultaat op de gemaakte eindtoets in het primair onderwijs het recht op een heroverweging van het basisschooladvies, maar niet het recht op een bijstelling. Dat is voor sommige ouders en basisscholen een lastige balans.

Het is aan de basisschool om op basis van het eigen professionele inzicht in het belang van de leerling het initiële schooladvies wel of niet aan te passen. Ik begrijp echter dat leerlingen en hun ouders teleurgesteld kunnen zijn als het schooladvies niet wordt bijgesteld. Tegelijk is er een spanning tussen de basisschool die een schooladvies heeft bijgesteld en de school voor voortgezet onderwijs die ineens leerlingen in een andere schoolsoort moet plaatsen, terwijl de brugklassen al vol zitten of wanneer de school twijfelt over het aangepaste niveau van de leerling. Het is niet verwonderlijk dat dergelijke spanningen zich kunnen voordoen in het eerste jaar waarin de rollen van de basisschool en van de school voor voortgezet onderwijs anders zijn dan men gewend was.

Aanpassing berekening onderbouwrendement

Per brief van 25 juni 2015 heb ik uw Kamer laten weten hoe ik voornemens ben de rendementsberekening in het voortgezet onderwijs aan te passen.4 Met deze aanpassing wordt recht gedaan aan leerlingen die het voordeel van de twijfel krijgen van de basisschool en aan leerlingen met een dubbel advies, zonder dat dit nadelig uitpakt voor het rendement van de middelbare school.

Meer volledig beeld volgt in het najaar

Zoals ik uw Kamer eerder heb toegezegd in reactie op de eerder genoemde motie van het lid Ypma zult u in oktober 2015 nader worden geïnformeerd over de eerste praktijkervaringen met het nieuwe systeem. Daarin zal een completer beeld kunnen worden geschetst, dan nu mogelijk is. Ik geef u in overweging mee om die brief af te wachten en te betrekken bij het door u gevraagde debat, zodat het debat kan worden gevoerd op basis van een meer volledig beeld over hoe de overgang po-vo dit schooljaar is verlopen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 31 289, nr. 216.

X Noot
2

Kamerstuk 31 289, nr. 217.

X Noot
3

De respons was circa 300 schoolleiders.

X Noot
4

Kamerstuk 31 289, nr. 246.

Naar boven