31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 826 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2020

Op 16 september 2019 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn besluit van 2 augustus 2019.1 Met dat besluit heb ik het instellingsbestuur van de IUASR in kennis gesteld van mijn voornemen om maatregelen te treffen vanwege het niet nakomen van de verplichting het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef van studenten te bevorderen. Zoals wettelijk verplicht, heb ik bij die gelegenheid een waarschuwing gegeven.

Ik heb uw Kamer in dezelfde brief tevens aangegeven dat de IUASR bezwaar heeft gemaakt tegen de waarschuwing en een voorlopige voorziening heeft gevraagd om de waarschuwingstermijn te schorsen. Dit heeft ertoe geleid dat de IUASR gedurende de bezwaarprocedure niet aan de waarschuwing behoefde te voldoen. Na afronding van de bezwaarprocedure heb ik besloten het bezwaar ongegrond te verklaren. Hierbij informeer ik uw Kamer over dat besluit.

Het gevolg van mijn besluit is dat de IUASR binnen drie weken na dagtekening van het besluit moet voldoen aan de waarschuwing conform de in mijn besluit van 2 augustus 2019 genoemde voorwaarden. Tegen mijn besluit staat voor de IUASR de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij de rechtbank open.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstuk 31 288, nr. 785.

Naar boven