31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 718 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2019

Hierbij reageer ik op uw brief van 14 maart 2019 waarin u mij verzoekt het ontwerp van de Strategische agenda hoger onderwijs en onderzoek (hierna: de Strategische agenda) voor 30 juni a.s. naar uw Kamer te sturen.

Zoals u in uw brief ook aangeeft, moet volgens de WHW elke vier jaar een Strategische agenda (Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan) naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd worden. Aangezien de vorige Strategische agenda de periode vanaf 1 januari 2016 betrof, zou de volgende op 1 januari 2020 vastgesteld moeten worden. Dat betekent dat ik – uiterlijk zes maanden voorafgaand daaraan – op 30 juni 2019 een ontwerp van het plan aan beide Kamers moet sturen.

Ik wil u vragen om akkoord te gaan met uitstel van een half jaar. De wet biedt daar ruimte voor, na overleg met beide Kamers. Deze brief stuur ik parallel ook aan de Eerste Kamer.

De belangrijkste reden voor dit uitstel is dat een aantal voor de Strategische agenda belangrijke adviezen dit voorjaar gepubliceerd wordt. Dat betreft in ieder geval het advies van de Commissie Van Rijn over de bekostiging, het Interdepartementaal Beleidsonderzoek over internationalisering en de OECD-stelsel benchmark. Deze laatste betreft een internationaal vergelijkende studie waarin het Nederlandse hogeronderwijsstelsel (samen met Estland, Noorwegen en Vlaanderen) vergeleken wordt met de rest van de OECD landen. Een goede beoordeling van deze adviezen, vraagt om tijd en zorgvuldig overleg met alle betrokken partijen: studenten, docenten, bestuurders en andere belanghebbenden.

Ik zal in mijn Strategische agenda in ieder geval ook reflecteren op de impact die belangrijke trends, zoals digitalisering en demografische ontwikkelingen, hebben op het hoger onderwijs en onderzoek. Verder zal ik in de Strategische agenda in ieder geval ingaan op:

  • Mijn visie op studiesucces, waarbij kansengelijkheid met behoud van kwaliteit centraal zal staan;

  • De ambitie uit het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) om een doorbraak op het gebied van Leven lang ontwikkelen te bereiken, onder meer door flexibilisering van het aanbod;

  • Versteviging van de verbinding van het hoger onderwijs met de samenleving, waaronder de arbeidsmarkt.

Ik zie ernaar uit om de komende periode te gebruiken om met alle betrokken partijen in gesprek te gaan over de toekomst van het hoger onderwijs en onderzoek. Ik hoop dat uw Kamer mij de mogelijkheid biedt om dit proces zorgvuldig vorm te geven, zodat dat ik u eind 2019 een goede en gedragen Strategische agenda kan aanbieden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven