31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 321 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2012

In de procedurevergadering van 15 november 2012 van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is gesproken over een gezamenlijk persbericht van OCW en NWO met de titel «Rijk investeert 167 miljoen in Nederlands top-onderzoek». Het verzoek van de commissie om uw Kamer voor de OCW-begrotingsbehandeling 2013 te informeren over de status van het persbericht doe ik hiermee gestand.

Het voor de goede orde bijgevoegde persbericht (Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer) betreft de bekendmaking van de toekenningen in het kader van het Zwaartekrachtprogramma ronde 2012. Dit programma vloeit voort uit de Strategische Agenda hoger onderwijs, onderzoek en wetenschap «Kwaliteit in verscheidenheid» (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2102, Kamerstuk 31 288, nr. 194) waarin de regering vanaf het begrotingsjaar 2012 jaarlijks € 20 miljoen additioneel beschikbaar heeft gesteld voor toponder-zoeksscholen. NWO heeft desgevraagd het vernieuwde instrument uitgewerkt dat verder gaat onder de naam Zwaartekracht. In het programma is voorzien in de selectie van excellente consortia. Deze moeten zorgen voor profilering van universitair toponderzoek. De consortia leveren daarmee ook bijdragen aan de topsectoren en de «grand challenges» van de EU Kaderprogramma’s.

In het kader van het Zwaartekrachtprogramma ronde 2012 zijn in totaal 42 voorstellen ingediend. Het Algemeen Bestuur van NWO heeft, op basis van een beoordeling door een internationale beoordelingscommissie, voorgesteld zes voorstellen te honoreren. Dat advies is overgenomen en dat heeft geleid tot de toekenningen die in het persbericht zijn genoemd. De rijksbijdrage van de betrokken penvoerende universiteiten wordt daarmee verhoogd op grond van artikel 4.23, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008. De meerjarige verplichting is vastgelegd in de Regeling financiën hoger onderwijs en betreft een bedrag van maximaal € 167 miljoen in de periode 2012–2021. In 2013 is een volgende ronde voorzien die vanaf 2014 zal leiden tot toekenningen; elke twee jaar vindt een ronde plaats. De hiermee gemoeide bedragen zijn onderdeel van het onderzoekdeel wo, de eerste geldstroom van de universiteiten.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven