31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 139 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2011

Met deze brief informeer ik u over de wijze waarop de regering de uitvoering van de gewijzigde motie Van der Ham (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 288, nr. 126) ter hand zal nemen. Deze motie is ingediend in het spoeddebat van 3 november 2010 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2010–2011, nr. 17, blz. 27–41) over salarissen van bestuurders in het hoger onderwijs en heeft als strekking: indien mogelijk de opbrengst van het terug te vorderen geld aan te wenden voor prestatiebeloning voor het primaire proces in het hoger onderwijs, en spreekt de wens uit dat het terugvorderen van geld niet ten koste gaat van het primaire proces.

In het overleg van 3 november jl. heb ik gemeld dat ik terugvorder op instellings-niveau omdat dit voor mij, tot het moment waarop de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van kracht is, de enige mogelijkheid is. De beschikbare middelen komen vervolgens weer beschikbaar voor het hoger onderwijs, gegeven de mogelijkheden die de huidige bekostigingssystematiek biedt. Hierbij wordt het te vorderen bedrag op de instelling die het aangaat, in mindering gebracht op de rijksbijdrage van deze instelling onder gelijktijdige ophoging van het totale budgettaire macrokader van alle bekostigde instellingen. Hierdoor worden deze middelen weer verdeeld over alle instellingen en blijven daarmee behouden voor het primaire proces in het hoger onderwijs.

In de bekostiging hoger onderwijs is er geen prestatiebeloning voor het primaire proces. Wel zal ik in het kader van de uitwerking van het advies Veerman (Advies van de Commissie Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel; Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 31 288, nr. 96) onderzoeken hoe een meer op kwaliteit gerichte bekostiging in het hoger onderwijs gecreëerd kan worden.

Zoals in het Regeerakkoord is aangegeven, zal het moeten gaan om een bekostiging met minder perverse financiële prikkels en het stimuleren van meer excellentie. Een dergelijke bekostiging zal specialisatie («profilering») bij de instellingen bevorderen door profiel-gerelateerde prestaties te belonen zodat instellingen kunnen uitgroeien tot topinstellingen op een bepaald gebied.

Zoals ik in het debat heb aangegeven zal ik eventuele teruggevorderde middelen van een te hoge bezoldiging, na invoering van een kwaliteitsbekostiging in het ho, toevoegen aan de daarvoor beschikbare middelen. Tot die tijd blijf ik de teruggevorderde middelen toevoegen aan de rijksbijdrage ho.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Naar boven