31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 1153 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2024

Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer toegezegd om een visie op jonge onderzoekers uit te werken.1 In het kader van de uitwerking van de visie heeft mijn ambtsvoorganger het Rathenau Instituut gevraagd om vanuit hun onafhankelijke positie een kwalitatieve verkenning uit te voeren naar de knelpunten van jonge onderzoekers. Het Rathenau Instituut heeft in april jl. het rapport «Een onzekere start; Startende onderzoekers over hun belemmeringen» gepubliceerd.2 Het rapport is bijgevoegd bij deze brief.

Het rapport vergroot het inzicht in de werkomstandigheden van startende onderzoekers. Dat is belangrijk omdat die inzichten gebruikt kunnen worden voor de inzet op het aantrekken, ontwikkelen en behouden van talent in de wetenschap. Het rapport laat zien dat er ruimte voor verbetering is. Baanonzekerheid en onduidelijke verwachtingen en vereisten zijn belangrijke belemmeringen voor startende onderzoekers. Instellingen kunnen de bevindingen vanuit het principe van goed werkgeverschap meenemen in de doorontwikkeling van hun beleid voor startende onderzoekers.

Ik gebruik dit rapport voor mijn beleidsbrief met mijn beleidsinzet voor de komende jaren. Ik verwacht in het eerste kwartaal van 2025 mijn beleidsbrief aan uw Kamer te sturen waarin ik hier nader op in zal gaan.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins


X Noot
1

Deze toezegging is gedaan tijdens de OCW begrotingsbehandeling op 24 november 2022 en tijdens het commissiedebat over de Beleidsbrief Hoger onderwijs en wetenschap d.d. 18 april 2023 (Kamerstuk 31 288, nr. 1037).

Naar boven