31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 1104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2024

Hierbij stuur ik uw Kamer de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om te reageren op het rapport «PNN Monitor International Scholarship PhD Candidates» van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN). In het rapport presenteert het PNN de resultaten van een onderzoek naar internationale beurspromovendi in Nederland.

Op 20 december 2023 heb ik uw Kamer een brief gestuurd over internationale beurspromovendi in Nederland.1 Deze brief heeft de brief van uw Kamercommissie waarschijnlijk gekruist. In mijn brief ga ik in op de positie van internationale beurspromovendi, waarbij ik onder andere gebruik heb gemaakt van het voorgenoemde rapport van het PNN. In voorgenoemde brief heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik met Universiteiten van Nederland (UNL) het gesprek aan ga over een set aan afspraken tussen universiteiten en andere relevante stakeholders in het veld over de omgang met internationale beurspromovendi.

Verder noemt het PNN in zijn rapport de sociale veiligheid van de beurspromovendi. De sociale veiligheid van studenten, docenten en onderzoekers, waaronder de beurspromovendi, gaat mij aan het hart. Ik heb uw Kamer vorig jaar een brief gestuurd waarin ik mijn aanpak ten aanzien van sociale veiligheid in het hoger onderwijs en de wetenschap heb toegelicht.2 Onderdeel hiervan is een landelijk programma dat gericht is op het bevorderen van de sociale veiligheid, waaronder die van de beurspromovendi. Ik verwacht uw Kamer rond de zomer te informeren over de stand van zaken van dit programma.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Kamerstuk 31 288, nr. 1098.

X Noot
2

Kamerstuk 29 240, nr. 131.

Naar boven