31 271 Beleidsdoorlichting Buitenlandse Zaken

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2017

Naar aanleiding van de toezegging van de Minister van Financiën aan de Kamercommissie voor Financiën van 18 juni 2014 informeert het kabinet u hierbij tussentijds over aanpassingen van de programmering van beleidsdoorlichtingen van de begroting van Buitenlandse Zaken.

Voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken voert de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) de meeste van deze beleidsdoorlichtingen uit. De programmering hiervan is dynamisch en wordt jaarlijks aangepast om te kunnen voldoen aan de in de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE 2015) gestelde regelmaat van periodiek evalueren.

Het gaat om de volgende aanpassing:

De twee eerder geprogrammeerde beleidsdoorlichtingen van:

• de subartikelen 4.1 en 4.2: op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland, en samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren, af te ronden in 2018;

• het subartikel 4.5: een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties, af te ronden in 2017;

zullen worden vervangen door twee evaluaties. De planning blijft ongewijzigd.

Zoals ik uw Kamer tijdens het Wetgevingsoverleg over het Jaarverslag Buitenlandse Zaken van 12 juni 2017 (Kamerstuk 34 725 V, nr. 8) heb gemeld, maakt de gedetineerdenbegeleiding deel uit van de bredere evaluatie van de consulaire dienstverlening.

Beide evaluaties zullen vergezeld van een beleidsreactie aan uw Kamer worden aangeboden. Zij vormen de bouwstenen voor een integrale beleidsdoorlichting van het artikel 4, Consulaire dienstverlening en het Internationaal Uitdragen van Nederlandse waarden en belangen, die in 2019 zal verschijnen. Hiermee komt het kabinet tegemoet aan de wens van uw Kamer om zo mogelijk beleidsdoorlichtingen uit te voeren op het niveau van één heel begrotingsartikel.

In de integrale beleidsdoorlichting van artikel 4 zal worden bezien in hoeverre uitvoering is gegeven aan de aanbevelingen van de in 2015 resp. 2016 afgeronde beleidsdoorlichtingen van de subartikelen 4.3: Internationaal Cultuurbeleid en 4.4: Publieksdiplomatie.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders