31 270
Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties en Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, ter implementatie van richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157)

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2009

Tijdens het plenaire debat in 2008 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 71, blz. 4965–4972, nr. 73, blz. 5133–5138 en nr. 79, blz. 5575–5587) over de implementatie van Richtlijn 2006/43/EG aangaande het toezicht op accountantsorganisaties is onder meer het functioneren van de beroepsorganisaties NIVRA en NOvAA aan de orde gekomen. Daarbij heb ik u de toezegging gedaan te komen met een kabinetsstandpunt aangaande de rol en de structuur van deze beroepsorganisaties.

Ik kan u melden dat de nodige voortgang is geboekt wat betreft het inzicht in de rol en structuur van de betreffende organisaties. Mijn ambtenaren hebben dienaangaande gesprekken gevoerd met diverse belanghebbenden en ook vindt er regelmatig overleg plaats met vertegenwoordigers van NIVRA en NOvAA. Ik hecht vooral belang aan de nodige ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden wat betreft de samenwerking tussen NIVRA en NOvAA.

Na de ondertekening in november 2008 van de intentieverklaring tot fuseren, hebben de besturen van beide organisaties nauw samengewerkt om te komen tot concrete plannen voor de samenvoeging tot één nieuwe beroepsorganisatie. Tegelijkertijd is er een aantal gezamenlijke werkgroepen in het leven geroepen die zich richten op de invulling van meer specifieke thema’s zoals governance, huisvesting, regelgeving en onderwijs. De besturen van NIVRA en NOvAA zijn voornemens om de uiteindelijke besluiten over de fusie eind 2009 voor te leggen aan hun respectieve algemene ledenvergaderingen. In de aanloop hiernaar toe organiseren beide organisaties regelmatig bijeenkomsten met hun leden over de voortgang van de fusie en worden belangrijke besluiten door middel van ledenpeilingen getoetst alvorens deze aan de ledenvergadering voor te leggen.

De besturen van NIVRA en NOvAA hebben een aantal uitgangspunten voor de fusie vastgelegd. Het einddoel is een pluriforme organisatie waarin vier ledengroepen herkenbaar zullen zijn: openbare accountants, interne- en overheidsaccountants, accountants in business en inactieve accountants. De organisatie zal worden geleid door een algemeen bestuur dat evenwichtig wordt samengesteld en in ieder geval een goede afspiegeling vormt van het ledenbestand en de verschillende belangen die hierin spelen. Door het gebruik van ledengroepen kan regelgeving beter worden toegespitst op de groep waarop deze betrekking heeft. Ook zal er een adviescollege worden ingesteld dat de kwaliteit en de noodzaak van nieuwe regelgeving beziet, het proces van regelgeving bewaakt en toeziet op de hanteerbaarheid van de regelgeving. Met deze plannen wordt naar mijn mening recht gedaan aan een aantal punten van zorg die door uw kamer in het eerder genoemde plenaire debat over de implementatie van Richtlijn 2006/43/EG werden geuit (respectievelijk het democratisch gehalte van de beroepsorganisaties, problemen voor kleine kantoren om aan regels te voldoen en de administratieve lastendruk door de door NIVRA en NOvAA vastgestelde verordeningen). Een aantal belangrijke aspecten van de fusie moet nog verder worden uitgewerkt, zoals de financiën, het bepalen van de plaats van huisvesting en de kaders waarbinnen toekomstige regelgeving vorm moet krijgen.

Bij brief van 8 januari 2009 heb ik u gemeld, dat het niet was gelukt om u in 2008 het kabinetsstandpunt te doen toekomen. Ik heb u toen gemeld dat dit naar verwachting in de eerste helft van 2009 zou gebeuren en dat dit geen belemmering hoefde te vormen voor de in de november 2008 door NIVRA en NOvAA uitgesproken intentie tot fuseren. Ik heb daarbij de verwachting uitgesproken dat één beroepsorganisatie voor accountants uiteindelijk efficiënter kan opereren en de beroepsgroep en belanghebbenden nog beter kan bedienen, dan het geval zou zijn bij twee beroepsorganisaties. Gezien bovengenoemde ontwikkelingen ben ik voornemens het kabinetsstandpunt aan u toe te zenden, nadat voornoemd fusietraject vergaand is afgerond. Dan kan ook beter in de pas worden gelopen met de huidige positieve ontwikkelingen binnen het fusietraject.

In mijn brief van 8 januari 2009 heb ik aangegeven dat een volledige fusie alleen zal kunnen plaatsvinden als de wettelijke kaders op basis waarvan NIVRA en NOvAA zijn ingesteld en de bevoegdheden zijn toegekend worden samengevoegd tot één wet. NIVRA en NOvAA hebben aangegeven dat, om de fusie succesvol te kunnen laten zijn, de wettelijke bescherming van de titels van RA en AA geborgd moet zijn en dat er belang wordt gehecht aan het behoud van de publiekrechtelijke status van de beroepsorganisatie. Deze aspecten zullen ook deel uitmaken van het kabinetsstandpunt.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven