nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2009
Tijdens het plenaire debat in 2008 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar
2007–2008, nr. 71, blz. 4965–4972, nr. 73, blz. 5133–5138
en nr. 79, blz. 5575–5587) over de implementatie van Richtlijn
2006/43/EG aangaande het toezicht op accountantsorganisaties is onder meer
het functioneren van de beroepsorganisaties NIVRA en NOvAA aan de orde gekomen.
Daarbij heb ik u de toezegging gedaan te komen met een kabinetsstandpunt aangaande
de rol en de structuur van deze beroepsorganisaties.
Ik kan u melden dat de nodige voortgang is geboekt wat betreft het inzicht
in de rol en structuur van de betreffende organisaties. Mijn ambtenaren hebben
dienaangaande gesprekken gevoerd met diverse belanghebbenden en ook vindt
er regelmatig overleg plaats met vertegenwoordigers van NIVRA en NOvAA. Ik
hecht vooral belang aan de nodige ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden
wat betreft de samenwerking tussen NIVRA en NOvAA.
Na de ondertekening in november 2008 van de intentieverklaring tot fuseren,
hebben de besturen van beide organisaties nauw samengewerkt om te komen tot
concrete plannen voor de samenvoeging tot één nieuwe beroepsorganisatie.
Tegelijkertijd is er een aantal gezamenlijke werkgroepen in het leven geroepen
die zich richten op de invulling van meer specifieke thema’s zoals governance,
huisvesting, regelgeving en onderwijs. De besturen van NIVRA en NOvAA zijn
voornemens om de uiteindelijke besluiten over de fusie eind 2009 voor te leggen
aan hun respectieve algemene ledenvergaderingen. In de aanloop hiernaar toe
organiseren beide organisaties regelmatig bijeenkomsten met hun leden over
de voortgang van de fusie en worden belangrijke besluiten door
middel van ledenpeilingen getoetst alvorens deze aan de ledenvergadering voor
te leggen.
De besturen van NIVRA en NOvAA hebben een aantal uitgangspunten voor de
fusie vastgelegd. Het einddoel is een pluriforme organisatie waarin vier ledengroepen
herkenbaar zullen zijn: openbare accountants, interne- en overheidsaccountants,
accountants in business en inactieve accountants. De organisatie zal worden
geleid door een algemeen bestuur dat evenwichtig wordt samengesteld en in
ieder geval een goede afspiegeling vormt van het ledenbestand en de verschillende
belangen die hierin spelen. Door het gebruik van ledengroepen kan regelgeving
beter worden toegespitst op de groep waarop deze betrekking heeft. Ook zal
er een adviescollege worden ingesteld dat de kwaliteit en de noodzaak van
nieuwe regelgeving beziet, het proces van regelgeving bewaakt en toeziet op
de hanteerbaarheid van de regelgeving. Met deze plannen wordt naar mijn mening
recht gedaan aan een aantal punten van zorg die door uw kamer in het eerder
genoemde plenaire debat over de implementatie van Richtlijn 2006/43/EG werden
geuit (respectievelijk het democratisch gehalte van de beroepsorganisaties,
problemen voor kleine kantoren om aan regels te voldoen en de administratieve
lastendruk door de door NIVRA en NOvAA vastgestelde verordeningen). Een aantal
belangrijke aspecten van de fusie moet nog verder worden uitgewerkt, zoals
de financiën, het bepalen van de plaats van huisvesting en de kaders
waarbinnen toekomstige regelgeving vorm moet krijgen.
Bij brief van 8 januari 2009 heb ik u gemeld, dat het niet was gelukt
om u in 2008 het kabinetsstandpunt te doen toekomen. Ik heb u toen gemeld
dat dit naar verwachting in de eerste helft van 2009 zou gebeuren en dat dit
geen belemmering hoefde te vormen voor de in de november 2008 door NIVRA en
NOvAA uitgesproken intentie tot fuseren. Ik heb daarbij de verwachting uitgesproken
dat één beroepsorganisatie voor accountants uiteindelijk efficiënter
kan opereren en de beroepsgroep en belanghebbenden nog beter kan bedienen,
dan het geval zou zijn bij twee beroepsorganisaties. Gezien bovengenoemde
ontwikkelingen ben ik voornemens het kabinetsstandpunt aan u toe te zenden,
nadat voornoemd fusietraject vergaand is afgerond. Dan kan ook beter in de
pas worden gelopen met de huidige positieve ontwikkelingen binnen het fusietraject.
In mijn brief van 8 januari 2009 heb ik aangegeven dat een volledige
fusie alleen zal kunnen plaatsvinden als de wettelijke kaders op basis waarvan
NIVRA en NOvAA zijn ingesteld en de bevoegdheden zijn toegekend worden samengevoegd
tot één wet. NIVRA en NOvAA hebben aangegeven dat, om de fusie
succesvol te kunnen laten zijn, de wettelijke bescherming van de titels van
RA en AA geborgd moet zijn en dat er belang wordt gehecht aan het behoud van
de publiekrechtelijke status van de beroepsorganisatie. Deze aspecten zullen
ook deel uitmaken van het kabinetsstandpunt.
De minister van Financiën,
W. J. Bos