Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31270 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31270 nr. 2 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157) noopt tot aanpassing van de Wet toezicht accountantsorganisaties en Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet toezicht accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen c tot en met f worden geletterd d tot en met g, de onderdelen g (oud) en h (oud) worden geletterd j en k, en de onderdelen i (oud) en j (oud) worden geletterd n en o.
2. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. auditkantoor: onderneming of instelling die door de toezichthoudende instantie van een andere lidstaat is toegelaten tot het verrichten van controles als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van de richtlijn;.
3. Na onderdeel g (nieuw) worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
h. auditorganisatie van een derde land: onderneming of instelling die de controle uitvoert van de jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening van een onderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is;
i. auditor van een derde land: natuurlijke persoon die werkzaam is bij of verbonden is aan een auditorganisatie van een derde land en die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de controle van de jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening van een onderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is;.
4. Na onderdeel k (nieuw) worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
l. richtlijn: richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157);
m. toezichthoudende instantie: overheidsinstantie of van overheidswege aangewezen instantie, die is belast met het toezicht op auditkantoren of auditorganisaties van een derde land;
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt na de zinsnede «vergunninghoudende accountantsorganisaties» ingevoegd «,auditorganisaties van een derde land die voldoen aan artikel 12c, eerste lid, daarbij werkzame of daaraan verbonden auditors van een derde land die betrokken zijn bij het afgeven van verklaringen als bedoeld in artikel 12b,» en wordt na de tweede volzin een volzin toegevoegd, luidende: Een auditor van een derde land wordt ingeschreven op voordracht van de auditorganisate van een derde land waarbij hij werkzaam is of waaraan hij is verbonden.
2. Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. andere gegevens over de accountantsorganisaties, auditorganisaties van een derde land, externe accountants en auditors van een derde land die in het register worden opgenomen.
3. Er worden vijf leden toegevoegd, luidende:
7. Indien de Autoriteit Financiële Markten een vergunning intrekt van een accountantsorganisatie die als auditkantoor in de zin van de richtlijn is ingeschreven in het openbaar register in een andere lidstaat, doet de Autoriteit Financiële Markten daarvan met opgave van de redenen voor de intrekking mededeling aan de toezichthoudende instantie in die lidstaat.
8. De Autoriteit Financiële Markten kan de inschrijving van een audit-organisatie van een derde land in het register doorhalen, indien deze niet langer voldoet aan de in artikel 12c, eerste lid gestelde eisen voor inschrijving in het register.
9. De Autoriteit Financiële Markten haalt de inschrijving van een auditorganisatie van een derde land in het register door, indien deze een vergunning heeft verkregen als bedoeld in artikel 5 of geen gevolg heeft gegeven aan een aanwijzing als bedoeld in artikel 52.
10. Een doorhaling in het register als bedoeld in het achtste of negende lid tast het rechtsgevolg van reeds door de desbetreffende auditorganisatie afgegeven verklaringen als bedoeld in artikel 12b niet aan.
11. De Autoriteit Financiële Markten haalt de inschrijving van een auditor van een derde land in het register door:
a. indien zij de inschrijving in het register van de auditorganisatie van een derde land waarbij de auditor van een derde land werkzaam is of waaraan deze is verbonden doorhaalt;
b. op verzoek van de auditorganisatie van een derde land waarbij de auditor van een derde land werkzaam is of waaraan hij is verbonden;
c. indien de auditor van een derde land niet meer als zodanig optreedt dan wel niet meer bevoegd is als zodanig op te treden;
d. op verzoek van de auditor van een derde land; of
e. indien de auditor van een derde land is overleden.
Na afdeling 2.3 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 2.4 AUDITORGANISATIES VAN EEN DERDE LAND EN AUDITORS VAN EEN DERDE LAND
De artikelen 12b en 12c zijn niet van toepassing op ondernemingen of instellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 5.
Een door een auditorganisatie van een derde land of een auditor van een derde land afgegeven verklaring omtrent de controle van de jaar-rekening of geconsolideerde jaarrekening van een onderneming met zetel in een staat die geen lidstaat is en waarvan de effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht in Nederland, heeft uitsluitend rechtsgevolg in Nederland indien de auditorganisatie van een derde land onderscheidenlijk de auditor van een derde land is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 11.
1. De Autoriteit Financiële Markten draagt, op verzoek, zorg voor de inschrijving in het register, bedoeld in artikel 11, van een auditorganisatie van een derde land die aantoont dat:
a. zij verklaringen afgeeft als bedoeld in artikel 12b of dat zij voor-nemens is deze verklaringen af te geven, tenzij het betreft verklaringen omtrent de controle van de jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening van ondernemingen die uitsluitend effecten uitgeven die zijn toegelaten tot de handel op een in dat artikel bedoelde gereglementeerde markt met een nominale waarde per effect van ten minste € 50 000 of, in het geval van effecten in een andere valuta, met een nominale waarde per effect die op de datum van uitgifte ten minste gelijkwaardig is aan € 50 000;
b. zij voldoet aan regels die gelijkwaardig zijn aan het bij of krachtens artikel 15, eerste lid, 16 en 19 bepaalde;
c. de controles, bedoeld in artikel 12b, worden uitgevoerd in overeenstemming met de internationale controlestandaarden, bedoeld in artikel 26 van de richtlijn en overeenkomstig regels die gelijkwaardig zijn aan het bij of krachtens artikel 25 bepaalde; en
d. zij op haar website jaarlijks een transparantieverslag publiceert met bij algemene maatregel van bestuur bepaalde informatie.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van de wijze waarop de aanvraag tot inschrijving wordt ingediend, de gegevens die daarbij worden verstrekt, en de bescheiden die daarbij worden overgelegd.
1. De artikelen 48a, 52, 64, 65, en 66 en de hoofdstukken 5A en 5B zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van auditorganisaties van een derde land die ingevolge artikel 12c zijn ingeschreven in het register, met dien verstande dat de in artikel 64 bedoelde openbare waarschuwing kan worden uitgevaardigd, indien de auditorganisatie van een derde land niet voldoet aan de in artikel 12c, eerste lid gestelde eisen voor inschrijving in het register.
2. In afwijking van het eerste lid is artikel 48a niet van toepassing op auditorganisaties van een derde land, voor zover een toezichthoudende instantie in een andere lidstaat of in een staat als bedoeld in het derde lid, in de voorgaande drie jaar een beoordeling als bedoeld in artikel 45, derde lid, van de richtlijn heeft uitgevoerd.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de artikelen 12c, eerste lid, 52, 64, 65 en 66 geheel of gedeeltelijk niet van toepassing zijn ten aanzien van auditorganisaties van een derde land met zetel in een daarbij aan te wijzen staat die geen lidstaat is. Een staat kan slechts worden aangewezen:
a. op basis van wederkerigheid;
b. indien die staat beschikt over een stelsel van toezicht en handhaving dat gelijkwaardig is aan dat op grond van deze wet; en
c. indien de Autoriteit Financiële Markten met de desbetreffende toezichthoudende instantie een overeenkomst heeft gesloten over de samenwerking, bedoeld in hoofdstuk 5B.
4. Van een gelijkwaardig stelsel van toezicht en handhaving als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, is in elk geval sprake indien de Commissie van de Europese Gemeenschappen terzake een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 45, zesde lid, van de richtlijn.
In artikel 13 wordt na «deze afdeling» ingevoegd: , met uitzondering van artikel 21a,.
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «De personen» vervangen door: De natuurlijke personen.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie wordt in meerderheid bepaald door accountantsorganisaties, auditkantoren of door natuurlijke personen die voldoen aan de krachtens artikel 25 te stellen regels inzake vakbekwaamheid van externe accountants. Indien het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie door twee personen wordt bepaald, voldoet tenminste een van deze personen aan deze regels.
Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De meerderheid van de stemrechten in een accountantsorganisatie wordt gehouden door:
a. accountantsorganisaties;
b. auditkantoren; of
c. natuurlijke personen die voldoen aan de krachtens artikel 25 te stellen regels inzake vakbekwaamheid van externe accountants of aan regels die daaraan gelijkwaardig zijn.
Aan artikel 20 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een accountantsorganisatie verleent aan de accountantsorganisatie waaraan haar voormalige controlecliënt een opvolgende opdracht tot het verrichten van een wettelijke controle heeft verleend, desgevraagd toegang tot alle relevante informatie met betrekking tot die controlecliënt.
Paragraaf 3.1.3. komt te luiden:
Paragraaf 3.1.3. Aanvullende voorschriften ten aanzien van wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang
Voor artikel 22 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de instelling door organisaties van openbaar belang van een auditcomité of een orgaan met gelijksoortige taken.
Na artikel 24 wordt in afdeling 3.1 een artikel ingevoegd, luidende:
1. De accountantsorganisatie die wettelijke controles verricht bij een organisatie van openbaar belang bevestigt jaarlijks haar onafhankelijkheid van de controlecliënt aan het auditcomité, bedoeld in artikel 21a.
2. De accountantsorganisatie meldt jaarlijks aan het in het eerste lid bedoelde auditcomité alle door haar aan de controlecliënt verleende diensten anders dan het uitvoeren van wettelijke controles.
3. De accountantsorganisatie voert met het in het eerste lid bedoelde auditcomité jaarlijks overleg over de bedreigingen terzake van haar onafhankelijkheid en de maatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen in te perken.
Na artikel 29 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Degene die als externe accountant verantwoordelijk is geweest voor het uitvoeren van een wettelijke controle bij een organisatie van openbaar belang, aanvaardt geen functie als dagelijks beleidsbepaler bij die controlecliënt voordat een periode van ten minste twee jaren is verstreken sinds hij zijn werkzaamheden als externe accountant bij die controlecliënt heeft beëindigd.
In artikel 40, eerste lid, onderdeel c, wordt na «accountantsorganisaties» ingevoegd: en auditorganisaties van een derde land.
In artikel 41, eerste lid, wordt na «de accountantsorganisaties» ingevoegd: en auditorganisaties van een derde land.
Artikel 43, tweede lid, aanhef en onderdeel a, komt te luiden:
2. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt aan Onze Minister de in het eerste lid bedoelde gegevens of inlichtingen, tenzij het vertrouwelijke gegevens of inlichtingen betreft in de zin van artikel 63a die betrekking hebben op of herleidbaar zijn tot een afzonderlijke onderneming, instelling of natuurlijke persoon, met uitzondering van gegevens of inlichtingen die betrekking hebben op of herleidbaar zijn tot een afzonderlijke accountantsorganisatie of auditorganisatie van een derde land:
a. die een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, heeft verkregen onderscheidenlijk is ingeschreven op grond van artikel 11, eerste lid; en.
Na artikel 48 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De Autoriteit Financiële Markten beoordeelt ten minste eenmaal in de zes jaar of een accountantsorganisatie voldoet aan het bij of krachtens deze wet bepaalde.
2. Indien een accountantsorganisatie wettelijke controles verricht bij organisaties van openbaar belang, beoordeelt de Autoriteit Financiële Markten, in afwijking van het eerste lid, ten minste eenmaal in de drie jaar of die organisatie voldoet aan het bij of krachtens deze wet bepaalde.
3. De Autoriteit Financiële Markten baseert haar beoordeling ten minste op een toetsing van een selectie van controledossiers.
4. De Autoriteit Financiële Markten stelt een verslag op waarin de voornaamste conclusies van de beoordeling zijn opgenomen en verstrekt daarvan een afschrift aan de desbetreffende accountantsorganisatie.
In artikel 53, eerste lid, wordt na «16,» ingevoegd: 16a.
In artikel 54, eerste lid, wordt «14, 15, tweede lid, 18, tweede lid en derde lid, 19, 20, tweede lid, 21, 22, 23 en 24» vervangen door: 14, 15, 18, 19, 20, eerste en derde lid, 21, 22, 23, 24 en 24a.
Na artikel 63 worden twee hoofdstukken ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK 5A GEHEIMHOUDINGSPLICHT EN UITZONDERINGEN DIENAANGAANDE
1. Het is een ieder die uit hoofde van de toepassing van deze wet of van ingevolge deze wet genomen besluiten enige taak vervult of heeft vervuld, verboden van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen die ingevolge deze wet dan wel ingevolge afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn verstrekt of verkregen of van instanties die belast zijn met het toezicht op auditkantoren in een andere lidstaat zijn ontvangen, verder of anders gebruik te maken of daaraan verder of anders bekendheid te geven dan voor de uitvoering van zijn taak of op basis van deze wet of de Wet op het financieel toezicht noodzakelijk is.
2. In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Financiële Markten met gebruikmaking van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen, verkregen bij de uitvoering van haar taak op grond van deze wet, mededelingen doen, indien deze niet kunnen worden herleid tot afzonderlijke personen, accountantsorganisaties of auditkantoren.
1. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt, in afwijking van artikel 63a, eerste lid, op verzoek van een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat onverwijld vertrouwelijke gegevens of inlichtingen die ingevolge deze wet dan wel ingevolge afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn verstrekt of verkregen, aan die toezichthoudende instantie, tenzij:
a. de verstrekking gevaar zou kunnen opleveren voor de Nederlandse soevereiniteit, nationale veiligheid of openbare orde; of
b. de gegevens of inlichtingen betrekking hebben op handelingen van een accountantsorganisatie waartegen in Nederland reeds een strafrechtelijke procedure is ingesteld;
c. reeds beroep is ingesteld tegen een beschikking als bedoeld in artikel 58 ten aanzien van de handelingen waarop de gegevens of inlichtingen betrekking hebben; of
d. met betrekking tot dezelfde handelingen en dezelfde accountantsorganisaties door de Autoriteit Financiële Markten een onherroepelijk besluit is genomen.
2. Indien de Autoriteit Financiële Markten de gevraagde gegevens of inlichtingen niet onverwijld kan verstrekken, stelt zij de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat hiervan in kennis.
1. De Autoriteit Financiële Markten kan, in afwijking van artikel 63a, eerste lid, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de uitvoering van de haar ingevolge deze wet opgedragen taak die betrekking hebben op overtredingen door accountantsorganisaties van artikel 5, eerste lid, of 6, derde lid, van deze wet, verstrekken aan een Nederlandse instantie die is belast met de uitoefening van strafvorderlijke bevoegdheden of aan een deskundige die door een dergelijke instantie met een opdracht is belast, voor zover de verlangde gegevens of inlichtingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van die bevoegdheden of de uitvoering van die opdracht.
2. Indien de instantie, bedoeld in het eerste lid, het voornemen heeft toepassing te geven aan de bevoegdheid tot het bij de Autoriteit Financiële Markten vorderen van de uitlevering van een voor inbeslagneming vatbaar voorwerp of aan de bevoegdheid tot het vorderen van de inzage of een afschrift van bescheiden als bedoeld in artikel 96a, 105 of 126a van het Wetboek van Strafvordering, of artikel 18 of 19 van de Wet op de economische delicten, en de vordering betreft vertrouwelijke gegevens of inlichtingen als bedoeld in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht, stelt die instantie voorafgaand aan de uitoefening van haar bevoegdheid de Autoriteit Financiële Markten in de gelegenheid haar zienswijze hierover kenbaar te maken.
1. De Autoriteit Financiële Markten kan, in afwijking van artikel 63a, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van de haar ingevolge deze wet opgedragen taak, verstrekken aan de accountantskamer, bedoeld in artikel 31, tweede lid, of het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
2. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt geen vertrouwelijke gegevens of inlichtingen als bedoeld in het eerste lid indien de verstrekking van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen redelijkerwijs in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze wet beoogt te beschermen.
1. De Autoriteit Financiële Markten kan, in afwijking van artikel 63a, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van de haar ingevolge deze wet opgedragen taak, verstrekken aan:
a. de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten;
b. het Nederlands Instituut van Registeraccountants, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants; en
c. een organisatorisch verband van marktpartijen, dat zich ten doel stelt een doeltreffende bijdrage te leveren aan de uitvoering door de Autoriteit Financiële Markten van het toezicht op de naleving van deze wet en daartoe met de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft gesloten; voor zover de gegevens of inlichtingen noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taken van de in de onderdelen a tot en met c bedoelde instanties.
2. Voor zover de gegevens of inlichtingen, bedoeld in het eerste lid, zijn verkregen van een toezichthoudende instantie, verstrekt de Autoriteit Financiële Markten deze niet aan een instantie als bedoeld in het eerste lid, tenzij de toezichthoudende instantie waarvan de gegevens of inlichtingen zijn verkregen uitdrukkelijk heeft ingestemd met de verstrekking van de gegevens of inlichtingen en in voorkomend geval heeft ingestemd met het gebruik voor een ander doel dan waarvoor de gegevens of inlichtingen zijn verstrekt.
HOOFDSTUK 5B SAMENWERKING TOEZICHTHOUDERS
AFDELING 5B.1 SAMENWERKING MET ANDERE LIDSTATEN ALGEMEEN
1. De Autoriteit Financiële Markten werkt samen met toezichthoudende instanties van andere lidstaten, indien dat voor het vervullen van haar taak op grond van deze wet of voor de vervulling van de taak van die toezichthoudende instanties nodig is.
2. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt op verzoek aan een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat, met inachtneming van artikel 63a, alle gegevens en inlichtingen die voor de vervulling van de taak van die toezichthoudende instantie nodig zijn.
1. De Autoriteit Financiële Markten kan ter uitvoering van haar taak op grond van artikel 63f van een ieder inlichtingen vorderen, indien dat voor de vervulling van de taak van een toezichthoudende instantie in een andere lidstaat nodig is.
2. De artikelen 5:13 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
1. Indien een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat ten behoeve van het toezicht op een auditkantoor in die staat de Autoriteit Financiële Markten verzoekt in Nederland een onderzoek te verrichten of in de gelegenheid te worden gesteld om bij dit onderzoek aanwezig te zijn, geeft de Autoriteit Financiële Markten aan dit verzoek gevolg, tenzij:
a. een dergelijk onderzoek gevaar zou kunnen opleveren voor de Nederlandse soevereiniteit, nationale veiligheid of openbare orde; of
b. met betrekking tot dezelfde handelingen tegen dezelfde accountantsorganisatie of auditkantoor reeds in Nederland een strafrechtelijke procedure is ingesteld;
c. door de dezelfde accountantsorganisatie een beroep is ingesteld tegen een beschikking als bedoeld in artikel 58 ten aanzien van dezelfde handelingen; of
d. met betrekking tot dezelfde handelingen en dezelfde accountantsorganisatie of auditkantoor door de Autoriteit Financiële Markten een onherroepelijk besluit is genomen.
2. De Autoriteit Financiële Markten kan ten behoeve van een onderzoek als bedoeld in het eerste lid bij eenieder inlichtingen vorderen. De artikelen 5:13, 5:17 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
1. Indien de Autoriteit Financiële Markten vaststelt dat er in een andere lidstaat handelingen worden of zijn uitgevoerd die strijdig zijn met hetgeen ingevolge de richtlijn in die lidstaat is voorgeschreven, geeft zij hiervan op zo specifiek mogelijke wijze kennis aan de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat.
2. Indien de Autoriteit Financiële Markten een kennisgeving heeft ontvangen van een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat dat er in Nederland handelingen worden of zijn uitgevoerd die strijdig zijn met deze wet, stelt zij de kennisgevende toezichthoudende instantie in kennis van de door haar genomen maatregelen, voor zover van toepassing, alsmede, voorzover mogelijk, van belangrijke tussentijdse ontwikkelingen.
AFDELING 5B.2 SAMENWERKING MET TOEZICHTHOUDENDE INSTANTIES VAN STATEN DIE GEEN LIDSTAAT ZIJN
1. De Autoriteit Financiële Markten kan, op verzoek van een toezichthoudende instantie van een staat die geen lidstaat is, gegevens of inlichtingen die afkomstig zijn van vergunninghoudende accountantsorganisaties of externe accountants en die betrekking hebben op controles bij ondernemingen die effecten hebben uitgegeven in de betrokken staat of die onderdeel uitmaken van een groep die is onderworpen aan een controle van geconsolideerde jaarrekeningen in die staat, met inachtneming van artikel 63f, verstrekken aan de betrokken toezichthoudende instantie, indien:
a. dat voor de vervulling van haar taak op grond van deze wet of van de taak van die toezichthoudende instantie nodig is;
b. die toezichthoudende instantie voldoet aan eisen die de Commissie van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig het bepaalde in artikel 47, derde lid, van de richtlijn adequaat heeft verklaard;
c. de overdracht van persoonsgegevens geschiedt overeenkomstig de Wet bescherming persoonsgegevens;
d. met betrekking tot de gegevens en inlichtingen krachtens de wet in die staat ten minste gelijkwaardige waarborgen gelden ten aanzien van geheimhouding als op grond van artikel 63a, eerste lid;
e. zij met die toezichthoudende instantie op basis van wederkerigheid een overeenkomst heeft gesloten met betrekking tot gegevensverstrekking als bedoeld in dit artikel.
2. De Autoriteit Financiële Markten voldoet niet aan het in het eerste lid bedoelde verzoek, indien:
a. de verstrekking van de gegevens of inlichtingen gevaar zou kunnen opleveren voor de soevereiniteit, nationale veiligheid of openbare orde van Nederland of andere lidstaten; of
b. met betrekking tot dezelfde handelingen tegen dezelfde accountantsorganisaties reeds in Nederland een strafrechtelijke procedure is ingesteld;
c. door de dezelfde accountantsorganisatie een beroep is ingesteld tegen een beschikking als bedoeld in artikel 58 ten aanzien van dezelfde handelingen ingesteld; of
d. met betrekking tot dezelfde handelingen en dezelfde accountantsorganisaties of auditkantoren een onherroepelijk besluit is genomen.
3. De Autoriteit Financiële Markten zendt onverwijld nadat met een toezichthoudende instantie van een staat die geen lidstaat is een overeenkomst is gesloten als bedoeld in het eerste lid, een afschrift van die overeenkomst aan Onze Minister.
1. De Autoriteit Financiële Markten kan ten behoeve van de samenwerking, bedoeld in artikel 63j, van een ieder inlichtingen vorderen, indien dat voor de vervulling van de taak van een toezichthoudende instantie in een staat die geen lidstaat is, nodig is.
2. De artikelen 5:13 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 6 komt te luiden:
HOOFDSTUK 6 OPENBARE WAARSCHUWING EN PUBLICATIE VAN HANDHAVINGSMAATREGELEN
De Autoriteit Financiële Markten kan een openbare waarschuwing uitvaardigen, indien nodig onder vermelding van de overwegingen die tot die waarschuwing hebben geleid, bij overtreding van een verbodsbepaling uit deze wet.
1. De Autoriteit Financiële Markten stelt, indien zij besluit een openbare waarschuwing uit te zullen vaardigen als bedoeld in artikel 64, de betrokken accountantsorganisatie in kennis van het besluit.
2. Het besluit vermeldt in ieder geval de geconstateerde overtreding, de inhoud van de openbaarmaking, de gronden waarop het besluit berust alsmede de wijze waarop en de termijn waarna de openbare waarschuwing zal worden uitgevaardigd.
1. Het uitvaardigen van een openbare waarschuwing als bedoeld in artikel 64 geschiedt niet eerder dan nadat vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop de betrokken accountantsorganisatie overeenkomstig artikel 65 in kennis is gesteld van het besluit.
2. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de werking van het besluit opgeschort totdat er een uitspraak is van de voorzieningenrechter.
3. Indien bescherming van de belangen die deze wet beoogt te beschermen geen uitstel toelaat, kan de Autoriteit Financiële Markten, in afwijking van de voorgaande leden, onverwijld een openbare waarschuwing uitvaardigen.
1. De Autoriteit Financiële Markten maakt een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete ingevolge deze wet na bekendmaking openbaar, indien de bestuurlijke boete is opgelegd terzake overtreding van:
a. een verbodsbepaling uit deze wet; of
b. een andere bepaling die in de algemene maatregel van bestuur op basis van artikel 55, eerste lid, beboetbaar is gesteld met tariefnummer 4, 5 of 6.
2. De openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete geschiedt niet eerder dan nadat vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit aan de betrokken accountantsorganisatie bekend is gemaakt.
3. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort totdat er een uitspraak is van de voorzieningenrechter.
4. Indien de openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de Autoriteit Financiële Markten uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet blijft deze achterwege.
Onverminderd artikel 67 maakt de Autoriteit Financiële Markten een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete ingevolge deze wet openbaar, nadat het rechtens onaantastbaar is geworden, tenzij de openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet.
1. De Autoriteit Financiële Markten maakt een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom ingevolge deze wet openbaar wanneer een dwangsom wordt verbeurd, tenzij de openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de Autoriteit Financiële Markten uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet.
2. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort totdat er een uitspraak is van de voorzieningenrechter.
Indien bescherming van de belangen die deze wet beoogt te beschermen geen uitstel toelaat, kan de Autoriteit Financiële Markten, in afwijking van artikel 67, tweede en derde lid, 68, of 69, eerste en tweede lid, onverwijld overgaan tot openbaarmaking van een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete onderscheidenlijk een last onder dwangsom.
1. Indien een verzoek om voorlopige voorziening als bedoeld in Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is gedaan tegen een besluit als bedoeld in artikel 64, 67, eerste lid, of 69, eerste lid, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.
2. Indien de voorzieningenrechter een publicatieverbod van een besluit als bedoeld in artikel 64, 67, eerste lid, of 69, eerste lid, heeft opgelegd, vindt het horen van belanghebbenden terzake van het bezwaar niet in het openbaar plaats.
3. Indien de voorzieningenrechter een publicatieverbod van een besluit als bedoeld in artikel 64, 67, eerste lid, of 69, eerste lid, heeft opgelegd, en beroep wordt ingesteld tegen de beslissing op het bezwaar tegen dat besluit, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 382 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Opgegeven worden de in het boekjaar ten laste van de rechtspersoon gebrachte totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening, totale honoraria voor andere controleopdrachten, totale honoraria voor advies-diensten op fiscaal terrein en totale honoraria voor andere niet-controlediensten, uitgevoerd door de externe accountant en de accountantsorganisatie, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder a en e, van de Wet toezicht accountantsorganisaties.
2. Indien de rechtspersoon dochtermaatschappijen heeft of de financiële gegevens van andere maatschappijen consolideert, worden de honoraria die in het boekjaar te hunnen laste zijn gebracht, in de opgave begrepen.
3. De honoraria hoeven niet opgegeven te worden door een rechtspersoon waarvan de financiële gegevens zijn geconsolideerd in een geconsolideerde jaarrekening waarop krachtens het toepasselijke recht de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen of de zevende richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht van toepassing is.
De leden 1 en 2 van artikel 393 komen te luiden:
1. De rechtspersoon verleent opdracht tot onderzoek van de jaarrekening aan een externe accountant of een accountantsorganisatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a en onder e, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, die is ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 11 van die wet.
2. Tot het verlenen van de opdracht is de algemene vergadering van leden of aandeelhouders bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is de raad van commissarissen bevoegd of, zo deze ontbreekt of in gebreke blijft, het bestuur. De aanwijzing van een accountant wordt door generlei voordracht beperkt. De opdracht kan worden ingetrokken door de algemene vergadering en door degene die haar heeft verleend; de door het bestuur verleende opdracht kan bovendien door de raad van commissarissen worden ingetrokken. De opdracht kan enkel worden ingetrokken om gegronde redenen; daartoe behoort niet een meningsverschil over methoden van verslaggeving of controlewerkzaamheden. De algemene vergadering hoort de accountant op diens verlangen omtrent de intrekking van een hem verleende opdracht of omtrent het hem kenbaar gemaakte voornemen daartoe. Het bestuur en de accountant stellen de Stichting Autoriteit Financiële Markten onverwijld in kennis van de intrekking van de opdracht door de rechtspersoon of tussentijdse beëindiging ervan door de accountant en geven hiervoor een afdoende motivering.
Artikel 396 wordt als volgt gewijzigd:
1. In lid 5 wordt de zinsnede «De artikelen 380, 381b, aanhef en onder a, en 383 lid 1 zijn niet van toepassing» vervangen door: De artikelen 380, 381b, aanhef en onder a, 382a en 383 lid 1 zijn niet van toepassing.
2. In lid 8, onder b, wordt de zinsnede «een verklaring van een openbare accountant» vervangen door: een verklaring van een accountant.
Aan artikel 397 lid 4 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 382a is niet van toepassing, mits de in dat artikel bedoelde gegevens aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten op diens verzoek worden verstrekt.
In artikel 410 lid 1 wordt de zinsnede «de artikelen 365 lid 2, 378, 379, 383» vervangen door: de artikelen 365 lid 2, 378, 379, 382a, 383.
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt de zinsnede «de Wet toezicht accountantsorganisaties, de artikelen 5, eerste lid, en 6, derde lid» vervangen door: de Wet toezicht accountantsorganisaties, de artikelen 5, eerste lid, 6, derde lid, 21a en 29a.
Indien het bij koninklijke boodschap van 5 december 2005 ingediende voorstel van wet houdende nieuwe regels inzake tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants (Wet tuchtrechtspraak accountants) (30 397), nadat het tot wet is verheven, eerder in werking treedt dan deze wet:
a. komt in artikel I, onderdeel Q, de zinsnede «Na artikel 63 worden twee hoofdstukken ingevoegd», te luiden: «Hoofdstuk 5a wordt vervangen door twee hoofdstukken»; en
b. wordt in artikel I, onderdeel P, de zinsnede «20, tweede lid» vervangen door «20».
Indien het bij koninklijke boodschap van 5 december 2005 ingediende voorstel van wet houdende nieuwe regels inzake tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants (Wet tuchtrechtspraak accountants) (30 397) tot wet wordt verheven, en artikel 50a, onderdeel Ij, van die wet later in werking treedt dan:
a. artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt de zinsnede «Artikel 1, eerste lid, onderdeel h» in artikel 50a, onderdeel 0A, van die wet vervangen door: «Artikel 1, eerste lid, onderdeel k»;
b. artikel I, onderdeel G van deze wet, komt artikel 50a, onderdeel Aa, van die wet te luiden:
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
Er wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
2. Een accountantsorganisatie kan, in afwijking van het eerste lid, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij het verrichten van een wettelijke controle verstrekken aan organisaties als bedoeld in artikel 48, eerste lid, voor zover die gegevens of inlichtingen noodzakelijk zijn voor de in dat lid bedoelde beoordeling.;
c. artikel I, onderdeel Q van deze wet, vervalt artikel 50a, onderdeel I, van die wet;
d. artikel I, onderdeel R van deze wet, vervalt artikel 50a, onderdeel Ij, van die wet; en
e. artikel I, onderdeel S van deze wet, vervalt artikel 50a, onderdeel J, van die wet.
1. Artikel 12b van de Wet toezicht accountantsorganisaties is niet van toepassing op auditorganisaties van een derde land die verklaringen als bedoeld in dat lid afgeven, onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden.
2. Een auditorganisatie van een derde land vraagt binnen een maand na inwerkingtreding van deze wet om inschrijving als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties en legt binnen drie maanden na deze aanvraag de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 12c, tweede lid, aan de Autoriteit Financiële Markten over.
3. Het eerste lid is van toepassing totdat onherroepelijk op de aanvraag tot inschrijving is beslist.
4. De Autoriteit Financiële Markten beslist binnen twaalf maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op een aanvraag als bedoeld in het tweede lid. Indien de Commissie van de Europese Gemeenschappen terzake de gelijkwaardigheid, bedoeld in artikel 45, zesde lid, of 46, eerste lid, van de richtlijn beoordeelt, kan de Autoriteit Financiële Markten de beslissing opschorten tot twaalf maanden nadat de Commissie van de Europese Gemeenschappen een besluit heeft genomen.
5. Een auditorganisatie van een derde land die een aanvraag tot inschrijving heeft gedaan als bedoeld in het tweede lid, wordt als zodanig ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 11. De Autoriteit Financiële Markten haalt deze inschrijving door zodra onherroepelijk op de aanvraag is beslist.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De minister van Financiën,
De staatssecretaris van Justitie,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31270-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.