31 270
Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties en Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, ter implementatie van richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad, en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157)

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2009

Tijdens het plenaire debat van 2 en 22 april 2008 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 71, blz. 4965–4972 en nr. 79, blz. 5575–5587) over de implementatie van Richtlijn 2006/43/EG aangaande het toezicht op accountantsorganisaties is onder andere gesproken over het functioneren van de beroepsorganisaties NIVRA en NOvAA. Ik heb u toen gemeld dat NIVRA eind 2007 de Commissie Governance NIVRA (hierna: de Commissie Schilder) heeft gevraagd te adviseren over een bestuursmodel dat de doelstellingen van het NIVRA optimaal ondersteunt. Daarbij heb ik u de toezegging gedaan met een kabinetsstandpunt te komen. De verwachting was toen dat het rapport van de Commissie Schilder begin september openbaar zou worden en dat ik u in het najaar 2008 een kabinetsstandpunt zou kunnen doen toekomen. De Commissie Financiën van uw Kamer heeft mij per brief van 18 november 2008 verzocht de Kamer te informeren over de actuele stand van zaken m.b.t. het rapport van de Commissie Schilder.

Allereerst moet ik u melden dat het helaas niet is gelukt u nog in 2008 het kabinetsstandpunt te doen toekomen. Dit hangt samen met ontwikkelingen rond samenwerking tussen NIVRA en NOvAA, het feit dat het rapport van Commissie Schilder uiteindelijk pas op 5 november 2008 openbaar is geworden en met diverse werkzaamheden rond de kredietcrisis. Het kabinetsstandpunt zal nu naar verwachting in de eerste helft van 2009 naar de Kamer kunnen worden gezonden. Dat betekent niet dat de ontwikkelingen tot die tijd stilstaan. De belangrijkste ontwikkeling die zich heeft voortgedaan is de intentie die NIVRA en NOvAA op 17 november 2008 hebben uitgesproken om tot een fusie te komen. Bij die gelegenheid heb ik mijn steun gegeven aan dit voornemen. Mijn verwachting is dat één beroepsorganisatie voor accountants uiteindelijk efficiënter kan opereren en de beroepsgroep en belanghebbenden nog beter kan bedienen. Een volledige fusie zal uiteindelijk alleen kunnen plaatsvinden als de wettelijke kaders op basis waarvan de NIVRA en NOvAA zijn ingesteld en bevoegdheden zijn toegekend (de Wet op de registeraccountants en de Wet op de accountants-administratieconsulenten), worden samengevoegd tot één wet. Hiervoor zal uiteindelijk een wetsvoorstel worden voorbereid, waarin eventueel ook voorstellen uit het kabinetsstandpunt kunnen worden meegenomen. Dit weerhoudt NIVRA en NOvAA er uiteraard niet van om vooruitlopend op een nieuwe wet al van start te gaan met een geleidelijke integratie van onderdelen van beide organisaties.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven