31 265 Adoptie

Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2021

Op 8 februari 2021 is het rapport van de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden (COIA, vanaf nu: de commissie) gepubliceerd en heb ik het rapport en mijn beleidsreactie aan uw Kamer aangeboden.1

De vaste commissie van Justitie en Veiligheid heeft mij op 8 februari 2021 verzocht een meldpunt adoptie in te richten, zodat mensen vragen kunnen stellen en ondersteuning kunnen krijgen bij de onzekerheden die door deze berichtgeving naar boven kunnen komen. Daarnaast heeft de vaste commissie van Justitie en Veiligheid mij op 9 februari 2021 verzocht in te gaan op een aantal vragen over het onafhankelijk expertisecentrum en verjaring. Graag informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik hieraan invulling geef.

Meldpunt adoptie

Sinds maandag 8 februari 2021 kan iedereen die als gevolg van de berichtgeving vragen heeft contact opnemen met de afdeling Publieksvoorlichting op telefoonnummer 1400. Een aantal veel gestelde vragen is op rijksoverheid.nl al voorzien van een antwoord.

Aspirant-adoptieouders, die al begonnen zijn met de procedure, kunnen contact opnemen met de Centrale autoriteit voor Internationale Kinderaangelegenheden (Ca). De Ca is bereikbaar via de volgende contactgegevens: tel. 070-3706252 en adoptie@minjenv.nl. De Ca heeft tijdelijk ruimere openingstijden voor telefonisch contact, te weten van maandag tot en met vrijdag van 9 tot 17 uur. Mensen worden persoonlijk te woord gestaan door medewerkers van de Ca.

Naast deze centrale loketten heb ik met het Fiom afgesproken dat zij op korte termijn aspirant-adoptieouders in de gelegenheid stelt in gesprek te gaan over de gevolgen van mijn besluit tot opschorting. Fiom biedt een online forum en tijdelijke spreekuren waar aspirant-adoptieouders vragen kunnen stellen en met elkaar in gesprek kunnen gaan. Dit aanbod staat open voor alle aspirant-adoptieouders voor wie de adoptieprocedure voorlopig wordt stopgezet. Zij zullen hierover worden geïnformeerd. Ik bied hiermee een laagdrempelige vorm van informatie-uitwisseling en nazorg op basis van vrijwilligheid. Tegelijkertijd geeft dit een beeld van de behoefte aan nazorg op de langere termijn. Indien meer specifieke vormen van hulp gewenst zijn, dan kan het Fiom hiernaar doorgeleiden.

Ik verwacht hiermee een breed toegankelijk aanbod te hebben gecreëerd voor diegenen die vragen hebben naar aanleiding van de berichtgeving rondom het rapport van de commissie en mijn beleidsreactie.

Onafhankelijk expertisecentrum

Het rapport van de commissie maakt duidelijk dat de ondersteuning van geadopteerden steviger en professioneler moet. Daartoe ga ik, zoals de commissie aanbeveelt, een landelijk onafhankelijk expertisecentrum inrichten. In mijn beleidsreactie bij het rapport van de commissie heb ik de functies benoemd die in het expertisecentrum een plek moeten krijgen. U geeft aan dat bij de inrichting van het expertisecentrum een aantal aspecten aandacht verdient. Kort gezegd gaat dit over hulp bij identiteitsherstel, het betrekken van ervaringsdeskundigen bij zoektochten, de ondersteuning van belangengroeperingen en hulp in de landen van herkomst.

In algemene zin passen de door u genoemde zaken in de door mij beoogde opzet van het expertisecentrum. Bij het vormgeven van het expertisecentrum betrek ik als vanzelfsprekend de ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties. Aankomende tijd zal ik samen met hen de vormgeving van het expertisecentrum nader uitwerken.

Hulp bij identiteitsherstel:

Vraagstukken over herstel van identiteit zijn juridisch complex. Vaak betekent dit het doorlopen van formele juridische procedures, soms door tussenkomst van een rechter. Ik zal bij de inrichting van het expertisecentrum zorgen dat informatie en gespecialiseerd juridisch advies op dit terrein beschikbaar komt.

Betrekken van ervaringsdeskundigen bij zoektochten:

Uw verzoek om ervaringsdeskundigen te betrekken bij het professionaliseren van zoektochten neem ik ter harte. Het is immers van groot belang dat optimaal gebruik wordt gemaakt van hun expertise en de netwerken die zij al hebben opgebouwd in de landen van herkomst. Hoe deze expertise geborgd wordt in het expertisecentrum, is wat mij betreft een open vraag en onderwerp van gesprek.

Ondersteuning van belangengroeperingen:

Recent heb ik financiële middelen beschikbaar gesteld aan belangenorganisaties voor het ondersteunen van geadopteerden in hun zoektocht. De hiervoor bestemde subsidieregeling is onlangs in werking getreden (Stcrt. 2021, nr. 4723). Deze regeling bevat een overzicht van de vormen van ondersteuning door belangenorganisaties die voor financiering in aanmerking komen. Op die manier kan op korte termijn al een verbeterslag plaatsvinden in het aanbod voor geadopteerden die op zoek zijn naar hun afkomst.

Hulp in de landen van herkomst:

Om het hulpaanbod te versterken is het van belang dat het expertisecentrum een relevant netwerk in landen van herkomst opbouwt en ontsluit. Mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken en ik hebben afgesproken dat de buitenlandse posten actief zullen helpen bij het opzetten en onderhouden van dat netwerk. Dat netwerk zal een positieve bijdrage leveren aan zoektochten in de landen van herkomst en kan helpen bij het wegnemen van mogelijke barrières aldaar.

Verjaring in adoptiezaken

U heeft mij gevraagd of ik een wetsvoorstel voorbereid waarbij verjaringstermijnen in interlandelijke adoptiezaken helemaal geschrapt worden, of pas gaan lopen vanaf het moment dat de geadopteerde persoon meerderjarig wordt, zodat ook andere procespartijen dan de Staat, zich niet langer op verjaringstermijnen kunnen beroepen. Een wetsvoorstel ter verlenging of afschaffing van de 20-jaarstermijn biedt alleen uitkomst voor kinderen die geadopteerd worden na de inwerkingtreding van deze wetswijziging. Een wetswijziging is dus geen oplossing voor de bestaande groep interlandelijk geadopteerden, ook niet tegenover andere partijen dan de Staat.

Met uw Kamer vind ik dat geadopteerden in het licht van de uitkomsten van dit rapport, recht hebben op een inhoudelijk oordeel van de rechter. Om die reden zal de Staat zich niet langer beroepen op verjaring in door geadopteerden aangespannen procedures inzake interlandelijke adoptie. De Staat kan deze beslissing alleen voor zichzelf nemen. Andere procespartijen zullen ook voor zichzelf moeten bepalen of zij zich nog langer op verjaring willen beroepen. Doen zij nog wel een beroep op verjaring, dan is het aan de rechter om te beoordelen of de redelijkheid en billijkheid hieraan in de weg staan.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 31 265, nr. 79.

Naar boven