31 226
Enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten

nr. 23
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2007

In de nota naar aanleiding van het nader verslag bij het wetsvoorstel Enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten (Kamerstukken II 2007/08, 31 226, nr. 14) heb ik in antwoord op vragen van de leden van de CDA-fractie over carenztijden in pensioenregelingen gemeld dat er in het kabinetsstandpunt over de evaluatie van de Wet op de medische keuringen (Wmk) aandacht besteed zal worden aan deze problematiek. Daarbij meldde ik tevens dat dit kabinetsstandpunt voor 1 december aan de Kamer zou worden aangeboden. Dit nu is niet haalbaar. Besluitvorming over het kabinetsstandpunt neemt meer tijd dan eerder veronderstelt. Vooruitlopend op het kabinetsstandpunt bericht ik u in deze brief nader over mijn voorstel inzake de problematiek ten aanzien van arbeidsgerelateerde verzekeringen in aanvulling op het gestelde in de nota naar aanleiding van het verslag.

Belemmeringen in de toegang tot betaalde arbeid moeten zoveel mogelijk worden weggenomen. Het hanteren van uitsluitingsclausules – waaronder carenztijden maar ook de «brandend huis» clausule – is potentieel zo’n belemmering. Het Verbond van Verzekeraars en het Breed Platform Verzekerden & Werk hebben een aanbod gedaan en zien mogelijkheden om tot nadere afspraken te komen om belemmeringen in de sfeer van arbeidsgerelateerde verzekeringen voor werknemers bij het aanvangen in een nieuwe baan in de praktijk op te heffen. Het kabinet wil partijen de ruimte bieden om tot voor de praktijk hanteerbare oplossingen te komen. Indien partijen binnen een jaar na publicatie van het kabinetsstandpunt niet tot overeenstemming lijken te kunnen komen, dan zal ik het kabinet voorstellen niet te schromen om met nadere wettelijke maatregelen te komen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven