nr. 18
AMENDEMENT VAN DE LEDEN OMTZIGT EN HAMER
Ontvangen 29 november 2007
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ca
In artikel 38 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde
lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van
het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien
de verworven pensioenaanspraak minder bedraagt dan het op basis van artikel
66 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
II
Artikel I, onderdeel D, wordt vervangen door:
D
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. informatie over omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren
van de pensioenuitvoerder.
2. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede lid
tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van
het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien
de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 66
bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
III
In artikel I wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:
Da
In artikel 40 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde
lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van
het bepaalde in artikel 49 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien
de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 66
bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
IV
In artikel II worden na onderdeel D drie onderdelen ingevoegd, luidende:
Da
In artikel 49 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde
lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van
het bepaalde in artikel 60 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien
de verworven pensioenaanspraak minder bedraagt dan het op basis van artikel
78 bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
Db
In artikel 50 wordt na het eerste lid, onder vernummering van het tweede
lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van
het bepaalde in artikel 60 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien
de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 78
bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
Dc
In artikel 51 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde
lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De in het eerste lid bedoelde informatie kan in afwijking van
het bepaalde in artikel 60 elektronisch ter beschikking worden gesteld indien
de verworven pensioenopbouw minder bedraagt dan het op basis van artikel 78
bepaalde bedrag, tenzij de deelnemer hiertegen bezwaar maakt.
Toelichting
Pensioenuitvoerders moeten deelnemers en gewezen deelnemers tijdig en
in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen informeren. Primair verstrekt
de pensioenuitvoerder de informatie schriftelijk (op papier). Elektronische
informatieverstrekking is mogelijk mits met de instemming van de (gewezen)
deelnemer. Bij de zogenoemde kleine pensioenen is relevant in hoeverre er
sprake is van een wanverhouding tussen de uitgaven voor de informatieverplichtingen
en de waarde van het opgebouwde pensioen.
De pensioenuitvoerder kan een «klein pensioen» afkopen. «Kleine
pensioenen» kunnen worden behouden, indien de pensioenuitvoerder de
mogelijkheid heeft om informatie elektronisch ter beschikking te stellen.
Bijkomend voordeel van het behouden van «kleine pensioenen» is
het vergroten van het pensioenbewustzijn, immers de (gewezen) deelnemer blijft elektronisch pensioeninformatie ontvangen en het recht op waardeoverdracht
blijft behouden. Tevens kan hij op een later moment waardeoverdracht vragen
naar een nieuwe regeling.
Voorgesteld wordt om aan (gewezen) deelnemers met een «klein pensioen»
elektronisch informatie ter beschikking te stellen, zonder dat daarvoor de
voorafgaande toestemming is benodigd. Gedacht kan worden aan het verstrekken
van informatie over een webportal waarop alle voor de (gewezen) deelnemer
relevante informatie ter beschikking wordt gesteld. Via de webportal zou (gewezen)
deelnemer ook een emailattenderingservice kunnen inschakelen. De informatiekosten
dalen hierdoor en worden niet afgewenteld op de andere deelnemers. Pensioenuitvoerders
kunnen een eigen afweging maken of ze van de geboden mogelijkheid gebruik
maken en kunnen daarbij betrekken de relatieve omvang van de populatie deelnemers
met kortdurende en zeer wisselende deelnemingsperioden (vanwege bijbanen).
Dat past prima bij een evenwichtige belangenafweging.
Uitdrukkelijk wordt vastgelegd dat het elektronisch ter beschikking stellen
van informatie zonder voorafgaande toestemming gebonden is aan de afkoopgrens
als bedoeld in artikel 66 PW. Die afkoopgrens is mede in de wet opgenomen
om de administratieve lasten te verlagen. Daarom mist ook het vierde lid van
artikel 50 PW in deze gevallen werking. Dat neemt echter niet weg dat op de
pensioenuitvoerder, die van de geboden mogelijkheid gebruik maakt, een inspanningsverplichting
blijft rusten om de (gewezen) deelnemer adequaat te informeren over zijn pensioen.
Indien de (gewezen) deelnemer uitdrukkelijk om schriftelijk informatie verzoekt,
zal daaraan moeten worden voldaan.
Omtzigt
Hamer