31 142 Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet

Nr. 43 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2014

Op grond van EU-richtlijn 93/109/EG en de Kieswet (artikel Y 32) wisselen de lidstaten van de Europese Unie voor elke verkiezing van de leden van het Europees Parlement gegevens uit over personen die in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst willen stemmen. Deze gegevensuitwisseling beoogt te voorkomen dat personen zowel in de lidstaat van herkomst als in de lidstaat van verblijf een stem uitbrengen.

Zoals blijkt uit de antwoorden die in 2009 zijn gegeven op schriftelijke vragen van het Tweede Kamer lid Ten Broeke is de gegevensuitwisseling tussen de lidstaten niet sluitend1, dat is zowel het geval als het gaat over een dubbele (EU) nationaliteit als een enkele. Daarvoor zijn verschillende redenen aan te voeren. Zo zijn administratieve fouten niet uit te sluiten en is het ook niet onmogelijk dat een persoon het land van verblijf verlaat maar toch in dat land geregistreerd blijft, omdat onbekend is dat betrokkene vertrokken is. Daarnaast kunnen van sommige lidstaten de aangeleverde gegevens niet worden gebruikt omdat ze onvolledig zijn. Ten slotte komt het ook voor dat een persoon zich in het verleden heeft geregistreerd heeft in het land van verblijf maar dat niet meer weet.

Voor de komende verkiezing van de leden van het Europees Parlement is door de gemeente Den Haag, conform de Kieswet verantwoordelijk voor de registratie van Nederlanders die van buiten het Koninkrijk willen stemmen, vastgesteld dat er ca. 2.000 Nederlanders voorkomen in de gegevens die van andere lidstaten zijn ontvangen die zich tevens in Nederland hebben geregistreerd.

De gemeente Den Haag heeft meldingen van personen ontvangen die zelf constateren dat ze ook een oproep hebben ontvangen in de lidstaat van verblijf, die verklaren zich in de betreffende lidstaat niet te hebben geregistreerd én die alleen willen stemmen voor de Nederlandse leden van het Europees Parlement. Deze personen willen absoluut niet geschrapt worden uit het Nederlandse register.

Echter deze kiezers kunnen zich voor de komende verkiezing van de leden van het Europees Parlement ook niet meer laten schrappen in de lidstaat van verblijf.

Gelet op de hiervoor geschetste onvolkomenheden in de gegevensuitwisseling heeft de gemeente Den Haag de betreffende ca. 2000 personen niet geschrapt. De gemeente Den Haag heeft hiervoor informatie ingewonnen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Kiesraad. Afgewogen is dat het belang van de kiezer om te kunnen stemmen voor de Nederlandse leden van het Europees Parlement zwaar moet wegen. Die voorkeur hebben de betreffende personen tot uiting gebracht door zich in Nederland te registreren voor de komende verkiezing van de leden van het Europees Parlement. Daarbij hebben deze personen allemaal, door het registratieformulier te ondertekenen, schriftelijk verklaard niet tweemaal te zullen (gaan) stemmen.

Het besluit om niet te schrappen heeft wel het risico dat één of meerdere personen, in strijd met de wet- en regelgeving, ondanks hun verklaring bij registratie alsnog tweemaal een stem uit brengen: eenmaal op een Nederlandse kandidaat en eenmaal op een kandidaat uit de EU-lidstaat waar de Nederlandse kiezer woont. Dit risico weegt volgens de gemeente Den Haag echter niet op tegen het risico dat een groot aantal Nederlandse kiezers in het buitenland hun kiesrecht voor de Nederlandse leden van het Europees Parlement onterecht wordt ontnomen. Ik hecht er daarom aan de Kamer over het door de gemeente Den Haag genomen besluit te informeren.

Uiteraard zal Nederland bij de eerstkomende gelegenheid in EU-verband wederom aandacht vragen voor deze problematiek. Ik heb hierover ook een brief geschreven aan de verantwoordelijke Commissaris (afschrift bijgevoegd)2. Ik hecht eraan erop te wijzen dat Nederland, zie ook de eerder genoemde antwoorden op schriftelijke vragen, in de EU het standpunt heeft ingenomen dat het voorkeur heeft voor een stelsel waarbij de kiezer slechts zijn stem zou kunnen uitbrengen in de lidstaat van verblijf. In dat geval is het uitwisselen van gegevens tussen lidstaten niet noodzakelijk en is dubbel stemmen ook niet mogelijk. Nederland heeft echter tot op heden binnen de Europese Unie weinig steun gekregen voor dit standpunt. Ik verwacht daarom dat nieuwe besprekingen over dit onderwerp lastig zullen zijn. Enerzijds omdat de stelsels in de lidstaten van elkaar verschillen en anderzijds alleen bij unanimiteit besluiten kunnen worden genomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2008/09, nr. 2844

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven