Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juli 2012
Met deze brief geef ik gevolg aan de toezegging het gesprek aan te gaan met de Nederlandsche
Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over het declaratiebeleid bij
de toezichthouders.
Achtergrond
Tijdens het mondelinge vragenuur van 8 november 2011 heeft uw Kamer mij via de Staatssecretaris
van Financiën bevraagd over het declaratiebeleid van DNB en de AFM1. Uw Kamer heeft mij verzocht om het declaratiebeleid van DNB en AFM te vergelijken
met het Rijk en hierover in gesprek te gaan. Inmiddels hebben er zowel met DNB als
met de AFM gesprekken plaats gevonden.
Middels deze brief deel ik met uw Kamer de belangrijkste uitkomsten van de bovengenoemde
vergelijking en de gevoerde gesprekken.
Uitkomsten
Naar aanleiding van deze vergelijking en de gesprekken hebben de toezichthouders hun
beleid ten aanzien van vergoedingen voor afscheidsrecepties en evenementen geëvalueerd
en waar nodig aangepast met de Rijksnormen als uitgangspunt. Er zijn qua beleid geen
in het oog springende verschillen geconstateerd.
Wel heeft DNB in navolging van de AFM een externe accountant gevraagd jaarlijks een
audit uit te voeren op de naleving van de declaratieregels door de directie. Dit betekent
dat beide organisaties vanaf nu een extra onafhankelijke controle op hun declaratiebeleid
hebben ingevoerd.
Eerder had DNB al besloten halfjaarlijks de declaraties van de directie openbaar te
maken en ook de AFM heeft besloten de declaraties van de leden van de managementgroep
halfjaarlijks op de website publiceren. Inmiddels hebben DNB en de AFM tegelijkertijd
(op 2 juli 2012) de declaraties gepubliceerd en zijn die dus op hun website voor iedereen
inzichtelijk.
Alle drie de organisaties kennen dezelfde uitgangspunten voor het declaratiebeleid;
gepast, doelmatig en sober. Het is onmogelijk de praktische vertaling hiervan per
transactie te verifiëren. Juist om die reden zijn transparantie en externe controle
zo belangrijk; en precies op deze punten zijn er door beide toezichthouders stappen
genomen.
Conclusie
De naleving van het declaratiebeleid zal door een externe accountant worden gecontroleerd
en wordt versterkt doordat de declaraties op de websites zijn gepubliceerd. Ik juich
deze stappen van de toezichthouders ten zeerste toe. Directieleden kunnen door de
toegenomen transparantie zowel door het publiek als door externe accountants gebonden
worden aan de eigen uitgangspunten voor het declaratiebeleid; gepast, doelmatig en
sober.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager