31 089
Urgentieprogramma Randstad

nr. 52
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 40

Voorgesteld 2 juni 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat verdichting bijdraagt aan behoud van open ruimte en groen tussen de steden en de mogelijkheden voor hoogwaardig openbaar vervoer vergroot;

constaterende, dat het kabinet op blz. 68 van de structuurvisie uitgaat van een verdichtingsambitie van gemiddeld 40% binnen het bestaand bebouwd gebied van 2000;

overwegende, dat veel gemeenten een hogere ambitie nastreven en in de Zuidvleugel afspraken zijn gemaakt voor een verdichtingsopgave van 60%;

overwegende, dat het college van rijksadviseurs een binnenstedelijke verdichtingsopgave van 80% haalbaar acht;

overwegende, dat het verdichtingspercentage volgens het MNP tot 2020 zal afnemen zonder extra inspanningen;

constaterende, dat het kabinet op blz. 116 van de structuurvisie stelt dat het onderzoek naar de binnenstedelijke ruimte voor woningbouw medebepalend is voor de hoeveelheid woningbouw op nieuwe locaties;

overwegende, dat bij verdichting de ambities leidend moeten zijn zodat ook meer complexe locaties in beeld komen;

overwegende, dat verdichting de leefbaarheid in steden kan vergroten door het slechten van de barrièrewerking van brede wegen binnen de steden (overkluizing) en het inpandig brengen van parkeervoorzieningen;

verzoekt de regering:

– de structuurvisie aan te passen zodat de verdichtingsopgave per regio minimaal 40% en voor de Randstad als geheel gemiddeld 60% wordt zonder dat dit ten koste gaat van de streefwaarden voor groen (70 m2 per inwoner) en speelruimte binnen de steden en de kwaliteit van de binnenstedelijke openbare ruimte;

– verder onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid van een verdichtingsopgave rond de 80% zoals geadviseerd door het College van Rijksadviseurs,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Vermeij

Van Gent

Van der Ham

Naar boven