31 089
Urgentieprogramma Randstad

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2007

Hierbij bieden wij u namens het kabinet het Urgentieprogramma Randstad en de Startnotitie Randstad 2040 aan1. Met het Urgentieprogramma Randstad zet het kabinet actie in gang om op korte termijn urgente knelpunten in de Randstad op te lossen. In samenhang met dit programma is de Startnotitie Randstad 2040 opgesteld. Daarmee zorgt het kabinet voor actie op korte termijn en werkt het gelijktijdig aan een aansprekend en geïntegreerd langetermijnperspectief voor de Randstad.

Urgentieprogramma Randstad (UPR)

Het kabinet heeft in de eerste 100-dagen burgers, maatschappelijke organisaties, bestuurders en diverse adviesraden gevraagd mee te denken over een aanpak voor de Randstad, waarbij partijen slagvaardiger met elkaar samenwerken. De studies en adviezen hebben een grote rol gespeeld als inspiratiebron bij de invulling en de onderbouwing van het Urgentieprogramma Randstad.

Het kabinet kiest ervoor om in het Urgentieprogramma Randstad drie hoofdopgaven centraal te stellen:

– Bereikbaarheid en economische dynamiek: ruimtelijke ontwikkelingen moeten optimaal worden afgestemd om het verkeer en het vervoerssysteem structureel en innovatief verbeteren en ruimtelijke randvoorwaarden te creëren voor economische hoogwaardige activiteiten;

– Kwaliteit van leven en een goed woon-, werk- en leefklimaat: voldoende woningen, diversiteit van woonmilieus en -omgeving, toegankelijke groengebieden nabij de steden en aandacht voor integratie en segregatie van bevolkingsgroepen;

– Klimaatbestendige, veilige delta: garanderen van veiligheid tegen overstromingen vanuit zee en de rivieren en het een klimaatbestendige inrichting vormgeven van ons landruimtelijke omgevingen.

Het kabinet zet met het Urgentieprogramma Randstad in op snellere besluitvorming in het belang van een duurzame en concurrerende economische topregio. Het totaal van maatregelen verbetert het investeringsklimaat en de duurzaamheid, en daarmee de internationale concurrentiepositie van de Randstad. De trefwoorden die bij de selectie van projecten zijn gehanteerd zijn snel, samenhangend en selectief. Op deze manier wil het kabinet een forse stap zetten op weg naar het bereiken van de lange termijn ambities van de Randstad.

Met het UPR wordt tevens een nieuwe werkwijze geïntroduceerd waar bestuurlijke duo’s en ambassadeurs verantwoordelijk zijn voor het organiseren van effectieve besluitvorming. De duo’s worden gevormd door een bewindspersoon en een regionale bestuurder. Deze worden in het najaar gepresenteerd. De bestuurlijke duo’s maken samen heldere afspraken over het realiseren van de projectdoelstellingen en spreken elkaar aan op het nakomen hiervan. De overheid zal een betrouwbare partner zijn, die genomen besluiten op tijd uitvoert.

Startnotitie Randstad 2040 (R2040)

De startnotitie Randstad 2040 is opgesteld omdat de lange termijnontwikkelingen aanleiding geven om in aansluiting op de Nota Ruimte een geïntegreerd (ruimtelijk) toekomstbeeld voor de Randstad op te stellen en uit te werken. Tevens geeft deze startnotitie een eerste antwoord op de tweede motie Lemstra (29 435 D, d.d. 17 januari 2006). In deze motie vraagt de Eerste Kamer het kabinet in aansluiting op de Nota Ruimte een integrale langetermijnvisie en een daaraan gekoppelde strategie op te stellen voor de nationale stedelijke netwerken en de Randstad in het bijzonder.

De startnotitie Randstad 2040 schetst, in aansluiting op de Nota Ruimte en in samenhang met het UPR, een aantal belangrijke langetermijnopgaven en discussiethema’s die om een duurzaam, toekomstgericht antwoord vragen. Dit najaar zal daarover een discussie worden georganiseerd met bestuurlijke partijen, maatschappelijke organisaties, marktpartijen en burgers om aansluitend de lange termijnvisie voor de Randstad op te stellen. Die visie zal richting geven aan de langetermijninzet van het kabinet. De beperkte ruimte in de Randstad vraagt ook met het oog op de lange termijn om slimme en duurzame combinaties van wonen, werken, groen, recreatie en verkeer. Hierbij spelen klimaatverandering, mobiliteits- en bevolkingsgroei en economische ontwikkelingen een belangrijke rol. Met name de klimaatverandering, de economische dynamiek en de bevolkingsontwikkeling stellen ons voor nieuwe opgaven.

Om effectief bij te dragen aan de ambitie een duurzame en concurrerende Europese topregio te worden, zoals gezegd, zijn voor het Urgentieprogramma Randstad en voor de startnotitie Randstad 2040 als onderdeel daarvan, de drie eerder genoemde hoofdopgaven gedefinieerd.

Hiervan afgeleid agendeert het kabinet een zevental discussiethema’s die van grote betekenis zijn voor de toekomstige ruimtelijke inrichting van de Randstad. Hierover moeten in het vervolgtraject keuzen gemaakt worden.

De zeven discussiethema’s zijn:

1. Klimaatbestendigheid van de laaggelegen delta

2. Ruimtelijke investeringsstrategie

3. Groenblauwe structuur als raamwerk voor verstedelijking

4. Verstedelijkingsstrategie

5. Bereikbaarheid in relatie met ruimtelijke ontwikkeling

6. Ruimtelijk-economische typering en structuur

7. Toekomst van Schiphol.

Vervolgproces

Met het Urgentieprogramma Randstad en de startnotitie Randstad 2040 draagt het kabinet bij aan het benodigde nieuwe élan in de Randstad en is een eerste stap gezet op weg naar een nog op te stellen integrale langetermijnvisie voor de Randstad. Voor het Urgentieprogramma Randstad worden de komende maanden op projectniveau nadere afspraken gemaakt tussen Rijk en regio over onder andere bestuurlijke samenwerking, planning en realisering. Dit najaar wil het kabinet een dialoog voeren met decentrale overheden, maatschappelijke organisaties, burgers en marktpartijen om aansluitend, als onderdeel van het Urgentieprogramma Randstad, de langetermijnvisie op te stellen. Wij rekenen erop dat wij u het resultaat in het begin van 2008 kunnen aanbieden.

We vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven