31 066 Belastingdienst

V BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – TOESLAGEN EN DOUANE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2020

Het huidige toeslagenstelsel kent grote nadelen die vanuit burgerperspectief niet acceptabel zijn en tot zeer schrijnende situaties in de samenleving leiden. Het stelsel met voorschotten leidt in combinatie met een sterke inkomensafhankelijkheid en veel complexe grondslagen tot een groot aantal terugvorderingen en nabetalingen en daarmee tot te veel onzekerheid bij mensen. Daarnaast leidt het stelsel ook tot niet gebruik. Het stelsel verwacht bovendien erg veel van degene die de toeslag moet aanvragen en zorgt daarmee voor significante belasting bij burgers. Deze problematiek is binnen het huidige stelsel niet op te lossen; de stap naar een nieuw stelsel is dan ook noodzakelijk.

Gesteund door de motie Bruins en Van Weyenberg1 heeft het kabinet de opdracht gegeven om richting de formatie alternatieven voor het toeslagenstelsel uit te werken. Bij deze brief bied ik u de uitwerking van beleidsopties die onderdeel kunnen zijn van herziening van het stelsel. Zoals aangekondigd in de tussenrapportage is er ook een paar concrete varianten in kaart gebracht waarin de beleidsopties worden gecombineerd. De achterliggende stelsels van zorg, wonen en kinderopvang maken onderdeel uit van de uitwerking, evenals de fiscaliteit en de hoogte van het wettelijk minimumloon. Voor alternatieven voor de kinderopvangtoeslag is gebruik gemaakt van de opbrengst van de Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen. In de tussenrapportage van 22 september heb ik uw Kamer geïnformeerd over welke beleidsopties worden uitgewerkt.2

Het resultaat treft u in bijgevoegde rapportage3. Het burgerperspectief staat in de uitwerking centraal, net als in het IBO Toeslagen. Zo is er een groot aantal beleidsopties vanuit het perspectief van doenvermogen voorgelegd aan burgers en professionals, die in hun werk te maken hebben met de gevolgen van het toeslagenstelsel. Hierbij is bijvoorbeeld gekeken welke acties burgers moeten nemen, in hoeverre opties begrijpelijk zijn en wat de consequenties (zoals terugvorderingen) zijn voor burgers. In bijlage 14 en 25 vindt u ook een uitgebreidere beschrijving van dit onderzoek. Daarnaast wordt in de beleidsopties aandacht besteed aan de inkomenseffecten, de haalbaarheid van uitvoering, de financiële gevolgen en juridische aspecten6.

Er zijn geen eenvoudige of technische oplossingen voor het afschaffen van het toeslagenstelsel. Het gaat hier bij uitstek om politieke keuzes. Wat de verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en burgers is; of kinderopvang een voorziening zou moeten zijn; of op individueel- of huishoudniveau naar draagkracht zou moeten worden gekeken; of de doelen waarvoor de toeslagen bedoeld zijn vooral privaat of juist publiek gefinancierd moeten worden; en wat de gewenste hoogte van de inkomensondersteuning is.

Om de keuzes inzichtelijk te maken, heeft het kabinet – naast de individuele beleidsopties – ook een aantal illustratieve samenhangende varianten geschetst die bestaan uit een combinatie van beleidsopties. De uitgewerkte varianten laten een aantal verschillende mogelijkheden voor een eenvoudiger stelsel zien. Ook laten de uitgewerkte varianten zien dat wanneer toeslagen – die gerichte inkomensondersteuning bieden – worden afgeschaft, en worden vervangen door generiekere instrumenten, het onvermijdelijk is dat dit gepaard gaat met negatieve inkomenseffecten en/of extra geld om deze effecten op te vangen.

Met deze rapportage wordt een brede set aan opties gegeven om bij een komende formatie te kunnen besluiten om het toeslagenstelsel, geheel of gedeeltelijk, te hervormen of zelfs af te schaffen. In lijn met de toezegging aan de heer Bruins tijdens de behandeling van het Belastingplan 2021 wordt er niet alleen naar het eindbeeld gekeken, maar ook naar de stappen die een volgend kabinet kan zetten om daar te komen.

De verschillende verkiezingsprogramma’s laten ook zien dat de wens om verbeteringen aan te brengen, breed wordt gedeeld, maar dat de manier waarop, en de manier hoe dit financieel gedekt wordt, verschilt. De varianten en beleidsopties die ik uw Kamer met deze brief doe toekomen, beogen hier een bijdrage aan te leveren. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat vernieuwing van het toeslagenstelsel niet eenvoudig zal zijn. Het vergt moeilijke politieke keuzes met belangrijke consequenties voor de uitvoering, die waarschijnlijk meerdere kabinetsperiodes zullen behelzen. Er is het afgelopen jaar veel gesproken over de noodzaak om tot een ander stelsel te komen. De recente verhoren van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvang maken dit ook zichtbaar. De varianten en beleidsopties7 die ik uw Kamer met deze brief doe toekomen, laten zien dat het wel mogelijk is om richting een eenvoudiger stelsel te gaan. De vervolgstap is om hierin een keuze te maken.

Hoogachtend, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst,

De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, A.C. van Huffelen


X Noot
3

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
4

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
5

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
6

Zoals bijvoorbeeld staatssteunaspecten.

X Noot
7

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven